92
HET KANTOOR VAN DE PATHOLOOG, LOS ANGELES
Amy Chang zit in haar kantoorstoel, met een kop kruidenthee in haar hand, en luistert naar de zeer Engelse stem van professor Alexander Hasting-Smith aan de andere kant van de lijn. Ze probeert zich hem voor te stellen. Misschien keurig netjes als een kostschooljongen, zoals de Engelse premier, of misschien krankzinnig harig zoals die grote bisschop met die baard, die Kate en William in de echt verbond?
Professor Alex is geen van beide. Hij is achter in de veertig en nog geen één meter vijfenzeventig, draagt altijd flodderige overhemden en ribbroeken, en hoewel hij een expert is op het gebied van anatomie en biologie, neigt hij naar vetzucht en zal hij over een paar jaar kaal zijn.
‘Beste dame,’ zegt hij, met extra nadruk op de eerste lettergreep. ‘De vergelijkende proeven die ik heb gedaan waren uitputtend. Ik kan u garanderen dat de sporen op de Lijkwade niet alleen overeenkomen met de verwondingen van een man die aan zijn eind is gekomen door zoiets zo schandelijks als kruisiging, maar ook dat ze identiek zijn aan die op het lichaam van Jezus Christus.’
‘Hoe bedoelt u?’
‘Nou, neem de iconische speerwond. Op de Wade zie je bloedvlekken die op één lijn liggen met een wond tussen de vijfde en de zesde rib aan de rechterkant. Het laagste, binnenste deel van deze wond bevindt zich ongeveer één centimeter onder het puntje van het borstbeen en ongeveer zes centimeter onder de middellijn. Dat komt precies overeen met het gat van de speer die de Romeinse soldaat in Christus stootte. De vlekken op de Wade kloppen ook in die zin dat hij niet alleen bloed maar ook heldere vochten bevat.’
‘Ik heb geen vochtsporen gezien.’
‘Dat zal wel niet. Tenzij u de Wade zelf hebt onderzocht. Maar ze zijn er wel, dat kan ik u verzekeren.’
Het is een lange dag geweest en ze gaat er maar niet tegen in. ‘En de stroomrichting van de vochten?’
‘Langs het lichaam. Wat klopt omdat de wond van de speer werd toegebracht bij iemand in een verticale – gekruisigde – positie.’
Ze zet haar thee op een onderzetter op haar bureau en opent de map op haar Mac die de HD-foto’s van de Wade bevat. ‘Vergeef me mijn onwetendheid, maar welke tests heeft u precies gedaan, professor?’
‘Hemeltje. Wat voor tests heb ik níét gedaan? Kent u het werk van Pierre Barbet op dit gebied?’
‘Ik vrees van niet.’ Opeens heeft ze het gevoel alsof het haar boven de pet gaat. ‘Tot een paar dagen geleden had ik niet eens foto’s van de Wade gezien. Dit is eigenlijk niet mijn reguliere vakgebied.’
‘O, ik snap het.’ Hij klinkt teleurgesteld. ‘Waarom heeft de FBI mij dan gebeld of ik contact met u wilde opnemen?’
‘Dr. Quentell dacht dat uw kennis van de Wade van pas kon komen bij een lopend onderzoek hier in Los Angeles.’
‘Ah, prima – dan zal ik het graag nader toelichten.’ Zijn stem lijkt weer iets energieker. ‘Barbet was een Franse chirurg die geïnteresseerd was in de Wade en het geluk had om hem in vol daglicht te kunnen onderzoeken. Ik ga nu terug naar de jaren dertig van de vorige eeuw. Drieëndertig, geloof ik. Hoe dan ook, als chirurg kon hij beschikken over kadavers en geamputeerde ledematen, waarmee hij de kruisiging van Christus reconstrueerde. Hij nagelde een stoffelijk overschot aan een enorm houten kruis en ontdekte dat de sporen op het lichaam exact overeenkwamen met die op de Wade.’
‘En dat heeft u ook gedaan?’
‘Ja. Daar wil ik duidelijk over zijn.’
‘Kunt u me vertellen wat u precies heeft gedaan – en wat uw bevindingen waren?’
‘Met alle genoegen. Deels ging het om het ontkrachten van filmmythes. In Hollywood-kruisigingen worden de spijkers door de handpalmen geslagen. Een volstrekt ongeschikte manier om iemand overeind te houden. Door de beweging en het gewicht van zijn ineenzakkende lichaam zou het vlees al gauw uitscheuren. Dat was in elk geval niet de methode die in het geval van de Wade werd gebruikt.’
‘Niet?’
‘Helemaal niet. Barbet ontdekte dat de spijkers door de spleet van Destot waren gedreven.’
Amy weet dat hij de spleet in de pols bedoelt die wordt begrensd door de botdelen hamatum, capitatum, triquetrum en lunatum. ‘Ik kan me voorstellen dat dat zeker sterk genoeg zou zijn.’
‘Dat is het, dat kan ik u verzekeren.’ Hij klinkt bijna beledigd. ‘Als u naar de Wade kijkt, zal het u opvallen dat de duimen niet zichtbaar zijn. Kunt u dat zien, hebt u een foto bij de hand?’
Amy vergroot het beeld op haar scherm. ‘Ja, ja, ik heb er een op mijn scherm.’

‘Mooi. Nou, als patholoog zult u weten dat de mediaanzenuw beschadigd zal worden als je een spijker door de spleet van Destot drijft, wat bijna altijd tot gevolg heeft dat de duimen naar binnen worden gedraaid.’
Amy werpt een blik op de foto en die lijkt dat te bevestigen. ‘En hoe zit het met de stigmata – die bevinden zich toch altijd in de handpalmen? Ik heb nog nooit religieuze schilderijen gezien van mensen met bloedende polsen.’
‘Dat is geen vraag voor mij, dokter. Ik ben geen theoloog, ik ben wetenschapper. Al geloof ik wel dat stigmata verschillende vormen aan kunnen nemen en zich niet alleen tot het katholicisme beperken.’
‘Dat wist ik niet.’
‘Heus. Stigmata zijn gedocumenteerd in het boeddhisme en zelfs in polytheïstische religies, met name die met beschermgoden.’
‘Professor, ik zal u op uw woord moeten geloven.’ Ze kijkt weer naar de HD-foto’s. ‘Als ik naar de voeten kijk, zie ik geen beelden waaruit blijkt hoe die aan het kruis zijn genageld.’

‘Een uitstekende observatie. Dat kunt u niet zien, omdat het erg vaag is. Het is mogelijk, zij het volgens mij niet erg waarschijnlijk, dat de spijkers tussen de middenvoetsbeentjes zijn gedreven.’
‘Zou dat voldoende zijn geweest om een volwassen man op te houden?’
Hij raakt weer geanimeerd. ‘Volgens mij niet. Daarom heb ik mijn kadaver door de enkels vastgezet. Dat werkt heel goed. Nogmaals, als u goede foto’s onderzoekt, zult u donkere plekken zien die wijzen op bloed rond de enkels.’
Amy weet niet zeker of ze zoveel detail kan zien, maar ze wil er niet de hele avond over redetwisten. ‘Kunt u mij misschien een samenvatting van uw bevindingen mailen?’
‘Zeker, Quentell heeft me uw contactgegevens gegeven.’
‘Dank u. Nog één ding voordat u ophangt – ik heb me verbaasd over het bloeden en de ontbinding. Uren na de dood bloeden wonden niet genoeg om perfecte contouren van hun vorm op een stof af te drukken. Een stoffelijk overschot dat dagenlang in de open lucht ligt, zal gaan rotten en er zullen sporen zijn van verlies van lichaamsvochten en dergelijke. Op de Wade is daar geen bewijs voor te vinden. Hoe verklaart u dat?’
‘Makkelijk,’ zegt hij. ‘Het is een wonder.’