76
TURIJN
Biechten is goed voor de ziel.
Je fouten erkennen. Berouw hebben. Zo is Efrem opgevoed. En op dit moment erkent hij zijn fouten ten volle en probeert hij die goed te maken. Hij was zelfingenomen en hoogmoedig. Hij dacht dat hij de man die hij volgde in zijn zak kon steken – en dat was niet zo.
Hoogmoed komt voor de val.
Hij kent de leringen, de spreuken: Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid.
Efrem kijkt naar het lege perron en geeft zichzelf een geestelijke afstraffing. Als zijn missie is afgerond, zal hij zijn ijdele lichaam vreselijk pijnigen om te verzekeren dat de les van vandaag geleerd wordt en nooit vergeten zal worden. Het enige wat hem troost is de wetenschap dat hoe zwak en feilbaar hij ook is, zijn tegenstander minstens zulke gebreken heeft.
Op dit moment weet hij zeker dat de man wiens spoor hij volgt zich gerust en veilig voelt, zeker van zijn handelen.
Hovaardigheid voor vernietiging. De monnik geeft de jacht op en keert terug naar de auto van het doelwit. Er is een kans dat zijn vijand hem heeft achtergelaten, maar dat zou een groot offer zijn voor iemand in zijn positie, vooral omdat deze man ook anderen moet beschermen. Nee, Efrem is ervan overtuigd dat hij daar terug zal komen. Hij hoeft alleen maar te wachten.
En hoogheid des geestes voor den val.