135

FRANKRIJK

Ze gaan vanaf het vliegveld naar het noorden en voegen zich na ongeveer anderhalve kilometer bij de westwaarts razende verkeersstroom. Door de getinte ramen van de BMW ziet Nic borden van plaatsen waarover hij tot dan toe alleen gehoord heeft: de oude haven van Antibes, een plaats die al bestaat sinds vijf eeuwen voor Christus; Cannes, de thuisbasis van het internationale filmfestival; Saint-Tropez, de luxe speelplaats van de rijkste mensen ter wereld.

      Édouard verdrijft de tijd door wat kleur te geven aan de plaatsen waar ze langs komen. ‘Weet jij hoe Saint-Tropez aan zijn naam komt?’

      Nic doet er een gooi naar. ‘Een of andere heilige heeft de plaats gesticht of er onderdak gezocht.’

      Très bien. Een martelaar genaamd Saint Torpes werd tijdens het bewind van Nero in Pisa onthoofd. Zijn lijk werd in een rotte boot gelegd – samen met een haan en een hond – en die spoelde hier aan.’

      Nic trekt een lelijk gezicht. ‘Een haan en een hond? Ik had op iets romantischers gehoopt.’

      ‘Er is wel romantiek in Saint-Tropez,’ zegt Ursula met klem. ‘Coco Chanel, Elsa Schiaparelli – veel glamour heeft zich daar gevestigd. En, natuurlijk, Brigitte Bardot.’

      Édouards gezicht begint te stralen. ‘Ah, Brigitte. Het bewijs dat God de vrouw heeft geschapen.’

      Nic kijkt hoe man en vrouw voorin elkaars hand pakken en die vasthouden. Heel even denkt hij aan Carolina. Dat was iets wat zij ook deed als hij reed. Dan keken ze allebei om naar Max in zijn kinderzitje, zeiden ze hoe mooi hij was en stelden ze zich voor hoe hij zou opgroeien en wat hij zou gaan doen. ‘Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?’ Hij stelt de vraag vooral om zijn eigen gedachtegang te onderbreken.

      ‘Wij?’ Édouard lacht en fluistert iets in het Frans.

      Nic kijkt hoe hun handen elkaar steviger vastpakken.

      ‘Oké,’ zegt Édouard glimlachend. ‘Ik mag het je van mijn vrouw vertellen. Toen ik haar borsten zag, werd ik verliefd op haar.’

      ‘Sorry?’ Nic zet grote ogen op.

      ‘Mijn vader had een kliniek voor plastische chirurgie in Nice en Ursula was een patiënte. Toen ik de foto’s van haar zag, wist ik dat ik wilde dat die mooie vrouw een deel van mijn leven zou worden.’

      ‘Dus de geneeskunde zit bij jou in de familie.’

      ‘Alleen van vaderskant. Hij had die praktijk in Nice en hoewel mijn moeder van hem scheidde, heeft hij altijd voor ons gezorgd en heb ik contact met hem gehouden. Hij was mijn inspiratie.’

      ‘Maar je moeder heeft je opgevoed?’

      Oui. We waren heel intiem. Papa was altijd aan het werk, ik zag hem amper. Zij was een Italiaanse. Helaas is ze nu dood. God hebbe haar ziel. Dus toen ze scheidden, nam ze mij mee terug naar Rome waar zij geboren was en familie had. Daar heb ik vanaf mijn zevende gewoond.’

      Nic merkt dat hij de wetenschapper meer begint te waarderen. ‘Hoe zie jij jezelf? Als meer Frans of als meer Italiaans?’

      Broussard lacht. ‘Frans natuurlijk, hoewel ik een diepe liefde voor Italië koester. Ik heb geweldige jaren gehad op de Sapienza-universiteit in Rome, en ik werd toegelaten tot de opleiding voor de Arma dei carabinieri, wat een hele prestatie is voor een Franse jongen – hoewel ik tegen die tijd een dubbele nationaliteit had. Destijds was je heel populair bij de meisjes als je Frans en Italiaans sprak.’

      ‘Nog steeds, neem ik aan.’

      ‘Dat geloof ik ook.’ Ze lachen allebei. ‘Ik studeerde af in de biologie en kreeg toen een beurs voor Oxford.’

      ‘Oxford in Engeland?’

      Oui. Hoewel de Engelse meisjes niet zo van mij onder de indruk waren. Jonge mannen die het in kaart brengen van het genoom bestuderen waren lang niet zo interessant als kunststudenten.’

      Ursula onderbreekt hem. ‘Je weet dat de Engelsen en de Fransen niet goed met elkaar overweg kunnen?’

      ‘Ik dacht dat Europa één grote gelukkige familie was.’

      ‘Helemaal niet. De Fransen haten de Engelsen – wij vinden hen vulgair. De Engelsen haten de Fransen – zij vinden ons arrogant. De Nederlanders haten de Belgen omdat ze geloven dat hun land van hen moet zijn; de Belgen hebben een hekel aan de Nederlanders omdat ze zo bot zijn en zo slecht kunnen koken – en iedereen haat de Duitsers.’

      Nu lachen ze alle drie.

      Édouard gaat verder met zijn verhaal. ‘Het grootste deel van mijn leven heb ik bij de afdeling voor wetenschappelijk onderzoek van de carabinieri gezeten, maar ik ging wel naar huis om tijd met mijn vader door te brengen. Op zo’n bezoekje leerde ik Ursula kennen en toen wist ik dat ik de rest van mijn leven samen met haar zou zijn.’

      ‘We hebben een tijdje in Italië gewoond,’ legt ze uit, ‘maar ik ben Frans en Nice zal altijd mijn thuis zijn.’

      ‘Voor mij ook. Toen mijn vader overleed, liet hij mijn zijn huis en zijn zaak na en zijn we terugverhuisd.’

      ‘Dus nu hou jij je bezig met plastische chirurgie?’

      Hij kijkt ontsteld. ‘Nee! Ik zou een ramp zijn. Daar hebben wij veel goede chirurgen voor. Ik heb de kliniek alleen uitgebreid met het maken van DNA-profielen voor Franse beroemdheden en vips – degenen die dure vaderschapsprocessen willen vermijden.’

      De auto mindert vaart als ze weer een tolpoort naderen.

      ‘En jij?’ vraagt Ursula. ‘Wat heeft jou gemaakt tot de man die je bent?’

      ‘De dood,’ zegt Nic. ‘De dood van mijn ouders. De dood van mijn vrouw en mijn kind. De dood heeft mij meer gevormd dan wat dan ook in het leven.’

In Zijn Naam
Christer_Naam-1.html
Christer_Naam-2.html
Christer_Naam-3.html
Christer_Naam-4.html
Christer_Naam-5.html
Christer_Naam-6.html
Christer_Naam-7.html
Christer_Naam-8.html
Christer_Naam-9.html
Christer_Naam-10.html
Christer_Naam-11.html
Christer_Naam-12.html
Christer_Naam-13.html
Christer_Naam-14.html
Christer_Naam-15.html
Christer_Naam-16.html
Christer_Naam-17.html
Christer_Naam-18.html
Christer_Naam-19.html
Christer_Naam-20.html
Christer_Naam-21.html
Christer_Naam-22.html
Christer_Naam-23.html
Christer_Naam-24.html
Christer_Naam-25.html
Christer_Naam-26.html
Christer_Naam-27.html
Christer_Naam-28.html
Christer_Naam-29.html
Christer_Naam-30.html
Christer_Naam-31.html
Christer_Naam-32.html
Christer_Naam-33.html
Christer_Naam-34.html
Christer_Naam-35.html
Christer_Naam-36.html
Christer_Naam-37.html
Christer_Naam-38.html
Christer_Naam-39.html
Christer_Naam-40.html
Christer_Naam-41.html
Christer_Naam-42.html
Christer_Naam-43.html
Christer_Naam-44.html
Christer_Naam-45.html
Christer_Naam-46.html
Christer_Naam-47.html
Christer_Naam-48.html
Christer_Naam-49.html
Christer_Naam-50.html
Christer_Naam-51.html
Christer_Naam-52.html
Christer_Naam-53.html
Christer_Naam-54.html
Christer_Naam-55.html
Christer_Naam-56.html
Christer_Naam-57.html
Christer_Naam-58.html
Christer_Naam-59.html
Christer_Naam-60.html
Christer_Naam-61.html
Christer_Naam-62.html
Christer_Naam-63.html
Christer_Naam-64.html
Christer_Naam-65.html
Christer_Naam-66.html
Christer_Naam-67.html
Christer_Naam-68.html
Christer_Naam-69.html
Christer_Naam-70.html
Christer_Naam-71.html
Christer_Naam-72.html
Christer_Naam-73.html
Christer_Naam-74.html
Christer_Naam-75.html
Christer_Naam-76.html
Christer_Naam-77.html
Christer_Naam-78.html
Christer_Naam-79.html
Christer_Naam-80.html
Christer_Naam-81.html
Christer_Naam-82.html
Christer_Naam-83.html
Christer_Naam-84.html
Christer_Naam-85.html
Christer_Naam-86.html
Christer_Naam-87.html
Christer_Naam-88.html
Christer_Naam-89.html
Christer_Naam-90.html
Christer_Naam-91.html
Christer_Naam-92.html
Christer_Naam-93.html
Christer_Naam-94.html
Christer_Naam-95.html
Christer_Naam-96.html
Christer_Naam-97.html
Christer_Naam-98.html
Christer_Naam-99.html
Christer_Naam-100.html
Christer_Naam-101.html
Christer_Naam-102.html
Christer_Naam-103.html
Christer_Naam-104.html
Christer_Naam-105.html
Christer_Naam-106.html
Christer_Naam-107.html
Christer_Naam-108.html
Christer_Naam-109.html
Christer_Naam-110.html
Christer_Naam-111.html
Christer_Naam-112.html
Christer_Naam-113.html
Christer_Naam-114.html
Christer_Naam-115.html
Christer_Naam-116.html
Christer_Naam-117.html
Christer_Naam-118.html
Christer_Naam-119.html
Christer_Naam-120.html
Christer_Naam-121.html
Christer_Naam-122.html
Christer_Naam-123.html
Christer_Naam-124.html
Christer_Naam-125.html
Christer_Naam-126.html
Christer_Naam-127.html
Christer_Naam-128.html
Christer_Naam-129.html
Christer_Naam-130.html
Christer_Naam-131.html
Christer_Naam-132.html
Christer_Naam-133.html
Christer_Naam-134.html
Christer_Naam-135.html
Christer_Naam-136.html
Christer_Naam-137.html
Christer_Naam-138.html
Christer_Naam-139.html
Christer_Naam-140.html
Christer_Naam-141.html
Christer_Naam-142.html
Christer_Naam-143.html
Christer_Naam-144.html
Christer_Naam-145.html
Christer_Naam-146.html
Christer_Naam-147.html
Christer_Naam-148.html
Christer_Naam-149.html
Christer_Naam-150.html
Christer_Naam-151.html
Christer_Naam-152.html
Christer_Naam-153.html
Christer_Naam-154.html
Christer_Naam-155.html
Christer_Naam-156.html
Christer_Naam-157.html
Christer_Naam-158.html
Christer_Naam-159.html
Christer_Naam-160.html
Christer_Naam-161.html
Christer_Naam-162.html
Christer_Naam-163.html
Christer_Naam-164.html
Christer_Naam-165.html
Christer_Naam-166.html
Christer_Naam-167.html
Christer_Naam-168.html
Christer_Naam-169.html
Christer_Naam-170.html
Christer_Naam-171.html
Christer_Naam-172.html
Christer_Naam-173.html
Christer_Naam-174.html
Christer_Naam-175.html
Christer_Naam-176.html
Christer_Naam-177.html
Christer_Naam-178.html
Christer_Naam-179.html
Christer_Naam-180.html
Christer_Naam-181.html
Christer_Naam-182.html
Christer_Naam-183.html
Christer_Naam-184.html
Christer_Naam-185.html
Christer_Naam-186.html
Christer_Naam-187.html
Christer_Naam-188.html
Christer_Naam-189.html
Christer_Naam-190.html
Christer_Naam-191.html
Christer_Naam-192.html
Christer_Naam-193.html
Christer_Naam-194.html
Christer_Naam-195.html
Christer_Naam-196.html
Christer_Naam-197.html
Christer_Naam-198.html