81
HET BUREAU AAN 77TH STREET, LOS ANGELES
Het is nooit goed nieuws als je naar het kantoor van Matthews wordt geroepen.
Vooral niet op een vrijdagmiddag. Terwijl ze zijn gang in loopt, overdenkt Mitzi de naakte, harde feiten. Als je baas je wil schorsen, ontslaan of een douw geven, zijn er twee momenten in de week die daarvoor het meest in aanmerking komen. Als hij aardig is, doet hij het meteen op maandagochtend. Dan heb je in zalige onwetendheid van je weekend kunnen genieten, en krijg je nog een extra week doorbetaald als hij je penning inneemt. Als hij een klootzak is – of als de timing gewoon slecht is – krijg je het op vrijdagmiddag voor je kiezen. Dan is hij ervan af en is het komende weekend leuk voor hem maar niet voor jou.
Ze klopt op de bovenste ruit in zijn deur, draait de dofkoperen kruk om en doet de deur net zo ver open dat ze haar hoofd erdoor kan steken. ‘Heeft u mij geroepen, meneer?’
‘Inderdaad.’ Hij zit aan zijn bureau in een blauwgeruit overhemd, waarvan de mouwen tot aan zijn ellebogen zijn opgerold. Zijn voeten rusten op de rand van een stoel en op de enorme welving van zijn dikke buik, die door zwarte bretels in het gareel wordt gehouden, ligt een stapel financiële papieren. ‘Ga zitten en neem een aangenaam verraste en stoïcijns professionele houding aan.’
Ze gaat op een stoel tegenover hem zitten. ‘Dat wil ik best proberen als ik enig idee had wat stoïcijns is.’
Hij haalt zijn voeten van de stoel, draait zich om en poot zijn vlezige onderarmen op het bureau. ‘Stoïcijn. Iemand die pijn of ontbering kan verdragen zonder zijn gevoelens te tonen of te klagen.’
‘Ha, nu begrijp ik het. Dat klinkt niet erg als mij, chef.’
Matthews glimlacht. ‘De meest misbruikte lever van L.A. is net naar een afkickcentrum gegaan en heeft rechercheur Moordzaken Jordan Lynch meegenomen.’
Mitzi kijkt hem aan met haar beste wat-heeft-dat-met-mij-te-maken-blik.
‘Wat betekent dat Tyler Carter een nieuwe rechterhand nodig heeft bij zijn onderzoek naar die seriemoordenaar.’
Ze begraaft haar hoofd in haar handen. ‘Baas, ik heb Nic Karakandez in Italië voor de moord op Tamara Jacobs en het duurt nog maar een week of hij zeilt naar God weet waar. En...’ Ze doet er het zwijgen toe. Nee. Ze gaat niet zeggen dat ze persoonlijke problemen heeft, dat weet hij vast al.
‘En wat?’
Aan zijn gezicht te zien weet hij het niet. Zelfs Matthews is niet zo gemeen dat hij de spot drijft met haar narigheid. ‘En niets, meneer. Ik had alleen wat moeite met de overgang van pissig en terecht razend naar stoïcijns professioneel.’
Hij slaat met zijn handen op de tafel en lacht. ‘Geen probleem. Dat deed je heel goed. Zorg dat Carter je extra mankracht geeft voor de zaak Jacobs tot die is opgelost of op niets uitloopt. We zullen het nog een week aanzien en dan maken we een evaluatie. Op die manier kun je ze allebei doen, oké?’
Haar gezicht zegt dat het niet oké is, maar haar mond heeft geleerd om meegaand te zijn. ‘Ja, meneer.’
‘Dat is alles.’ Hij zwaait zijn voeten weer op de andere stoel en pakt de financiële papieren waarover hij had zitten piekeren toen ze binnenkwam. ‘Stoïcisme gaat je goed af, Fallon.’
‘Dank u, meneer. Wilt u dat ik de deur zo hard dichtsla dat hij uit zijn scharnieren vliegt of net voldoende om de ruit te breken?’