66
TURIJN
Achter het kogelvrije glas bevindt zich de kist, onder een kleurloze doek met een rode streep in het midden en een crucifix. Daarboven is een bizarre wirwar van gigantische doorns. Boven de doornstruik hangt een goedkope digitale vergroting van het gezicht dat Nic de Man in de Wade noemt aan een donker, stoffig gordijn. Het onwaarschijnlijke onderkomen van ’s werelds beroemdste relikwie.
‘De Heilige Wade is, evenals de sluier van Veronica, een uniek wetenschappelijk, historisch en religieus artefact,’ zegt Di Rossi terwijl hij wijst. ‘Wij geloven nu dat hij ook in het verre Midden-Oosten is vertoond. Volgens historische verslagen is hij ooit aan Abgar gegeven, de koning van de oude stad Edessa, en naar verluidt heeft hij hem van ziektes genezen. Bij de orthodoxe Grieken stond de beeltenis in zeer hoog aanzien. Zij noemen het Acheiropoieton – een Beeld dat niet door handen is gemaakt.’
Nic heeft het gevoel dat hem zand in de ogen wordt gestrooid. Alsof hij een beneveld bendelid uit Westmont aanhoudt dat Sunset Boulevard afschuimt. ‘U zei Veronica. Wie was dat en wat is er zo bijzonder aan haar sluier?’
Di Rossi brengt zijn handen naar zijn gezicht en doet alsof hij het afdroogt met een handdoek. ‘Terwijl Christus het kruis naar Golgotha droeg, veegde Hij zijn gezicht af aan een doek die hij kreeg van ene Veronica uit Jeruzalem – nu de heilige Veronica. Toen hij weg was, verscheen het beeld van zijn gezicht op de doek. De kerk heeft dit gebeuren geheiligd door het als een van de statiën van de Kruisweg aan te merken.’
‘Ik zal wel naar de hel gaan omdat ik het vraag, maar wat zijn de staties van de Kruisweg?’
Het gezicht van Di Rossi krijgt een geschokte en teleurgestelde uitdrukking. ‘De veertien belangrijkste historische momenten van het christendom, doorgaans afgebeeld op schilderijen, standbeelden of glas-in-loodramen. Het zijn de stadia van de tocht van Christus van de plaats waar hij ter dood was veroordeeld tot het moment dat zijn lichaam op Golgotha van het kruis werd gehaald en in de verzegelde tombe van Jozef van Arimathea werd gelegd. Het voorval met de sudarium – de zweetdoek – is de zesde statie.’
De koster kijkt op zijn horloge. ‘Ik besef, signore, dat u veel vragen heeft – en veel twijfels – maar ik vrees dat ik laat ben en moet gaan.’
‘Ik ben u heel dankbaar voor uw hulp,’ zegt Nic, die beseft dat hij afgepoeierd wordt. ‘Nog één ding voordat u vertrekt.’ Hij knikt naar het glas en de kist met de doek eroverheen. ‘Ik zou de Wade graag willen zien, de doek zelf.’
‘Het spijt me, dat is niet mogelijk. De Heilige Wade is afgesloten en verzegeld in een behuizing van metaal en glas.’
‘Zegels kunnen verbroken worden. Ik zou hem graag geopend hebben, alstublieft.’
‘Dat geloof ik best, maar het is onmogelijk. Alleen de paus zelf kan opdracht geven tot een tentoonstelling van de Heilige Wade.’
Nics gezicht wordt rood. ‘U bedoelt dat alleen de paus de zegels kan verbreken en de behuizing kan openen?’
Di Rossi probeert zijn woede te onderdrukken als hij antwoordt. ‘Nee. De Heilige Vader is niet de sleutelbewaarder. Dat is niet wat ik tegen u zei. Maar hij is de enige die opdracht kan geven tot een bezichtiging van de Sacra Sindone.’
Nic kijkt naar Carlotta. ‘Volgens mij is dat niet waar – de carabinieri zouden toch kunnen verordenen dat de Wade wordt vrijgegeven voor onderzoek?’
Ze kijkt nerveus omdat hij haar voor het blok zet. ‘Ik denk dat zelfs ik zo’n verzoek niet zou kunnen doen. Het zou van onze Generale moeten komen.’
Zonder ernaar te vragen weet Nic dat dat een slepende aangelegenheid zou worden. Hij wendt zich weer tot de koster. ‘Als de paus dan niet de sleutelbewaarder is, wie dan wel?’
‘Dat kan ik u niet vertellen.’
‘Kunt u dat niet of wilt u dat niet?
‘Signore.’ Hij klinkt getergd. ‘Veiligheid is voor ons van het allergrootste belang. Ik handel op last van de aartsbisschop, en hij op zijn beurt op last van de paus zelf.’
‘Dan moet ik die zien.’
‘Zijne eminentie is nu niet in Turijn. Ik zal uw verzoek doorgeven aan zijn secretariaat.’
Nic heeft er genoeg van om aan het lijntje te worden gehouden. ‘Dan zou ik hem graag telefonisch spreken. Vandaag. Nu als het kan.’
De ogen van de koster worden even koud als de standbeelden om hem heen. ‘Het spijt me dat deze samenkomst nu afgelopen is. Ik heb geprobeerd u te helpen. Geef uw persoonlijke gegevens maar aan de luogotenente, dan zal ik uw verzoek doorgeven aan Zijne eminentie.’ De zwarte mantel van Di Rossi wervelt als hij zich omdraait en wegloopt, terwijl Nic blijft staren naar het kogelvrije glas dat hem scheidt van een van de grootste mysteries in de moderne tijd en misschien van het antwoord op zijn moordzaak.