96
HET KANTOOR VAN DE PATHOLOOG, LOS ANGELES
Barney, de IT’er voor noodgevallen, is klaar met zijn onderzoek van de Mac en kijkt naar Amy op een manier die zegt dat zijn dienst er bijna op zit en dat zij flink de klos is.
‘Sorry, ik kan hier gewoon niets aan doen.’ De bebrilde nerdy IT’er hangt een enorme bos zwart, schouderlang haar over de kraag van zijn blauwe spijkerhemd. ‘We zullen uw computer mee moeten nemen om er een diagnostisch programma op uit te voeren.’
Dat zit haar niet lekker. De IT-afdeling is een kerkhof. Weinig dierbare computers komen daar levend vandaan. ‘En hoe zit het met mijn bestanden? Daar zijn toch back-ups van gemaakt op de server?’
‘Dat zou wel moeten. Misschien bent u dingen kwijt waar u vandaag aan heeft gewerkt. We hebben gisteravond rond middernacht een geheugendump uitgevoerd.’
‘Shit.’
‘Zo werkt het. Ik zeg steeds tegen de baas dat hij jullie portable back-ups moet geven. Dat is de enige manier om veilig te blijven.’
Amy schudt haar hoofd. ‘Hoe lang dan? Hoe lang denk je dat het gaat kosten om mijn Mac te repareren?’
Hij kijkt op zijn horloge. ‘Ik had een uur geleden al weg moeten zijn. Ik vrees dat er nu pas maandag naar uw Mac wordt gekeken.’
‘Máándag. Dat duurt een heel leven.’
‘Sorry. Ook bij ons wordt er bezuinigd op overuren.’ Hij tuurt naar de computer alsof die net iets naar hem fluisterde. ‘Wacht even. Ik wil nog even iets bekijken.’
Barney gaat in haar stoel zitten, ratelt op toetsen en legt delen van Amy’s computer bloot waarvan ze niet eens wist dat die bestonden. Beheerdersrechten. Iets wat lijkt op een chirurgisch onderzoek van de meest intieme delen van haar Mac.
‘Wauw. Ongelooflijk.’
‘Kun je het repareren?’ Amy buigt zich naar het scherm.
‘Onmogelijk.’ Hij leunt achterover en slaat zijn armen over elkaar, terwijl hij met onmiskenbare bewondering naar een massa codes staart. ‘Het is een zombie.’
‘Een wat?’
‘Een gewiekste kraker heeft de firewall doorbroken, alles van uw computer gedownload en hem op afstand gebruikt.’ Hij trekt de kabel achter uit de computer. ‘Deze kan maar beter zo snel mogelijk in quarantaine om opgeschoond te worden.’
Amy voelt zich bezoedeld.
‘De dader zal wel weten dat we hem doorhebben.’ Barney is even opgewonden als een kind dat politie en diefje speelt. ‘Hij zal ook wel wormen of Trojanen in je systeem hebben losgelaten. Die zullen de meeste van je programma’s gewist hebben en waarschijnlijk heeft u ook virussen doorgegeven.’ Hij tilt de Mac van haar bureau. ‘Ga maar naar huis, dr. Chang. Dit schatje ziet u maandag niet terug, helemaal niet meer. We zullen een nieuwe computer voor u bestellen.’