35

VATICAANSTAD

Twee bewakers van de Zwitserse Garde lopen mee met de bijzondere adviseur door de Cortile de Sisto V, de binnenhof van Sixtus de Vijfde, de voormalige varkenshoeder die paus werd. Hun laarzen kletteren als ze kordaat de stenen trap naar de bovenste verdieping van het Apostolische Paleis oplopen. Sinds de zeventiende eeuw hebben de tien vertrekken daarvoor, waaronder een medische suite, het appartamento nobile gevormd, het officiële winterverblijf van de paus.

      De secretaris van de paus leidt Andreas Pathykos door de vestibule en laat hem achter in de kleine studeerkamer. De serieuze Griek kent de Heilige Vader al dertig jaar. Hij is zijn ogen en oren in de buitenwereld. Andreas ijsbeert tot de deuren opengaan en zijn oude vriend binnenkomt.

      ‘Uwe Heiligheid.’ Hij buigt, en voegt eraan toe: ‘Hopelijk gaat het goed met u.’

      De oude paus glimlacht. ‘ Zo goed als het een gewone man van tachtig maar kan gaan. Je hebt tegen mijn secretaris gezegd dat je dringend nieuws hebt?’

      ‘Inderdaad.’ Zijn houding verandert. ‘Ik vrees dat het geen goed nieuws is.’

      De Heilige Vader neemt moeizaam plaats op een stoel met een hoge rug. ‘Dringende afspraken betekenen zelden goed nieuws.’

      ‘De schrijfster is dood.’

      De paus ziet er geschokt uit. ‘God hebbe haar ziel.’ Hij slaat een kruis. ‘Onder welke omstandigheden is ze overleden?’

      ‘Ze is in zee gevonden vlak bij waar ze woont in Amerika. Het was geen ongeval. Wij hebben uit betrouwbare bron vernomen dat de politie van Los Angeles haar dood behandelt als een moord.’

      De paus laat zijn hoofd zakken in ernstige overpeinzing. Later zal hij voor haar ziel bidden. En zal hij bidden dat het ergste wat hij zich voorstelt niet waar is.

      De adviseur geeft niet meer bijzonderheden, zeker niet de meer bloedige details die hij kent – het verlies van een oog, de marteling. Zijne Heiligheid kijkt op. Lichtblauwe ogen die veel zonde en veel wijsheid hebben gezien richten zich op zijn trouwe dienaar. ‘Andreas Pathykos, als jij informatie hebt die de politie kan helpen om de moordenaar van deze dame te pakken te krijgen, moet je de autoriteiten op de hoogte brengen.’

      ‘Dat begrijp ik, Uwe Heiligheid.’

      ‘De Kerk heeft veel gedaan om de facties bij elkaar te brengen, de modernisten en de orthodoxen, maar wij kunnen geen vriend zijn van extremisten.’

      ‘Heilige Vader...’

      De paus legt hem met een opgeheven palm het zwijgen op. ‘Ze bedoelen het goed, maar zijn overijverig. Dat heeft de geschiedenis ons geleerd.’

      ‘Inderdaad, Uwe Eminentie.’

      ‘En die andere kwestie. Is dat nu een gesloten boek?’

      Pathykos krimpt ineen. ‘Volgens mij niet. Ik ben bang dat het juist het tegenovergestelde is, dat het door dit ongelukkige sterfgeval nog geruime tijd open zal blijven.’