Beest
Er stond een schurende poolwind, maar je moet toch wát, anders hangen de kinderen zo’n heel weekend landerig in chipszakken te graaien met een iPad op schoot. ‘Kom, jongens, we gaan lekker naar buiten.’ ‘Wacht even, mama, ik ben bijna dood!’ ‘Ja, ik ken dat, dat gaat eindeloos duren. Ben je nou nóg niet dood? Schiet een beetje op.’
Naar de geitenboerderij in het Amsterdamse Bos maar weer. Je mag daar eieren zoeken en geitjes melk voeren uit kleine zuigflesjes. Maar tussen al die geiten en kippen lopen ook een stuk of tien zelfverzekerde varkens rond. Die vinden die melk ook lekker, zo lekker dat ze de fles uit je hand trekken en hem met speen en al proberen op te eten.
Overal zie je vloekende vaders over het hek springen en proberen zo’n onverstoorbaar kauwend varken tot rede te brengen, terwijl de kinderen jammerend toekijken. ‘Pap, gauw nou, anders stikt hij!’ Met dat stikken valt het overigens wel mee, de spijsvertering van varkens is blijkbaar berekend op plastic serviesgoed.
Ook veel Amsterdamse moslims komen hun kindertjes uitlaten bij die boerderij. Tegen geitjes hebben ze geen bezwaar, maar bij de aanblik van die varkens zie je ze soms schrikken. Een varken is een onrein dier voor moslims. Maar geldt dat alleen voor eten of ook voor aaien?
Een schattig jongetje van twee, dat juist juichend een big om de hals wou vallen, werd door zijn gehoofddoekte moeder paniekerig weggesleurd alsof het om een aanstormende vrachtwagen ging. Verderop voerde een jong stel een verhitte discussie in het Arabisch, waarna de vrouw haar dochtertje in het Nederlands toevoegde: ‘Mag wel kijken, niet aankomen. Varken is geen schone beest.’
En daar was ook een Turks gezin, vader, moeder, drie kinderen en een kleine, dikke grootmoeder. De kindertjes aaiden varkens en geitjes zonder onderscheid, de ouders keken glimlachend toe, maar de oma moest bij elk geaaid varken duidelijk even slikken. Ze riep iets in het Turks tegen haar oudste kleinzoon. Het klonk ongerust. ‘Nee, hij is lief, nine (oma)!’ riep het kind terug. ‘Probeer maar!’
De oma schudde geschokt haar hoofd, maar het jongetje greep haar hand en legde die tussen de oortjes van het varken. De oude slaakte een kreet en trok haar hand schielijk terug. Maar de blik van het kind deed haar tot inkeer komen. Voorzichtig aaide ze het dier over de kop. ‘Lief hè?’ lachte het kind. De oma knikte. Een beetje aarzelend. Maar toch. Het was haar eerste varken en het was blijkbaar niet tegengevallen. Ook het varken keek lodderig tevreden.
Het begon zachtjes te sneeuwen.