Schaamte
Sinds ik een een e-reader bezit, koop ik niet veel papieren boeken meer, maar ik kom nog graag in boekwinkels, want het is leuk om te zien wat andere mensen lezen. Zo zag ik van de week een keurig geklede en gekapte dame ruim voorbij de leeftijd des onderscheids in Koorts van Saskia Noort bladeren, terwijl haar vriendin haar toevoegde: ‘Moet je lezen. De plot is niks, maar ik werd er wél enorm geil van.’
Even verderop was een jonge jongen met fantasiesikje en een wollen muts diep verzonken in een exemplaar van Het hylisch pluralisme en de multicorporaliteit als mogelijk epistemologisch sluitstuk in de kloof tussen wetenschap en religie en de religies onderling. Zijn mond vertoonde af en toe een klein, feestelijk glimlachje van herkenning. Misschien had hij het zelf wel geschreven, dat zou veel verklaren. Of misschien ben ik gewoon niet op de hoogte van het ‘hylisch pluralisme’ als de nieuwste hype onder de jeugd.
Een lange, dorre man nam Tommy Wieringa’s Dit zijn de namen van een grote stapel en sloeg het op een willekeurige plaats open. Al na een paar tellen vertoonde zijn gelaat de uitdrukking van iemand die zojuist in een punaise heeft getrapt. Hij sloeg het dicht en beende de winkel uit, alsof hij besloten had niet alleen dít boek verder links te laten liggen, maar voor de zekerheid ook alle andere boeken.
Mensen die een hekel hebben aan lezen, ze bestáán. Er wonen er zelfs een paar in mijn eigen huis. De Fokke en Sukke-scheurkalender op de wc is zo’n beetje de hoogste literaire inspanning die ze zich getroosten, dus dat wordt nog een lange weg naar Tommy Wieringa, om over het ‘hylisch pluralisme’ maar te zwijgen.
Voor mijn jarige schoonmoeder kocht ik John Williams’ Stoner in de Nederlandse vertaling. ‘Het is voor mijn schoonmoeder,’ zei ik met een verontschuldigende glimlach tegen het meisje achter de kassa. Waarom deed ik dat? Omdat ik niet wilde dat het kassameisje mij aanzag voor iemand die geen Engels kan lezen. Ja, zo kinderachtig ben ik, het is maar dat u het weet. Daarna liet ik het boek ook nog in de tram liggen zodat ik terug moest om een nieuw exemplaar te kopen, bij een andere boekhandel natuurlijk, want een gloednieuw boek in de tram laten liggen is nog oneindig veel beschamender dan verdacht worden van Nederlandse vertalingen lezen.
De rest van de dag schaamde ik me dan weer voor al die bespottelijke, maar onvermijdelijke schaamte. Het is maar goed dat papieren boeken uitsterven, anders blijf ik aan de gang.