Mobiel

De mobiele telefoon bestaat al veertig jaar, las ik net tot mijn verbazing. Dat betekent dat de handige vinding zo’n kwart eeuw in een kast heeft liggen verstoffen, want het dagelijks gebruik van mobieltjes kwam pas een jaar of zeventien geleden in zwang, aanvankelijk alleen onder Heel Belangrijke Mensen. Het gold in mijn kringen als behoorlijk patserig, en de meeste van mijn vrienden beweerden toen nog dat ze niet van zins waren ‘ooit aan die flauwekul mee te gaan doen’.

Ik was in die tijd wel bekend met het fenomeen ‘satelliettelefoon’. Als sidekick van een Moskou-correspondent reisde ik voortdurend rond door allerlei onherbergzame gebieden, want die lagen in de toenmalige Sovjet-Unie voor het oprapen. Er was altijd wel ergens oorlog, en daar moest dan verslag van worden gedaan op de vaderlandse radio. In principe hoorde dat te kunnen via de telefoon in het plaatselijke hotel of op het postkantoor. Je vroeg een gesprek aan met Nederland, benadrukte dat er spoed bij was, en met een beetje mazzel kreeg je een paar uur later verbinding.

Maar mazzel was in Sovjet-oorlogsgebieden vaak nogal dun gezaaid. Meestal deden de telefoons het niet, en soms was er zelfs helemaal geen sprake van een hotel of postkantoor. In dergelijke gevallen wendde je je tot een collega van de bbc. Die jongens hadden een satelliettelefoon, een apparaat ter grootte van een koffer, waar je mee naar Hilversum kon bellen om ze daar uit te leggen hoe de troepenbewegingen in Tsjetsjeno-Ingoesjetië verliepen. Het kostte, ik weet het nog goed, twintig dollar per minuut. De Britse collega noteerde hoelang je gebeld had en later kreeg je dan een rekening van de bbc. Ongelooflijk cool en modern vond ik dat allemaal.

Een andere voorloper van de mobiele telefoon was de ‘pager’, ook wel bekend als ‘pieper’ of ‘buzzer’. Je kon daar niet mee bellen, maar wel ‘opgepiept’ worden: op het schermpje verscheen dan een nummer dat je moest bellen met een gewone, dus vaste telefoon. Toen ik, ruim vijftien jaar geleden, moest bevallen van mijn eerste kind was het vrij gebruikelijk dat de aanstaande vader de laatste weken van de zwangerschap zo’n pager huurde, zodat hij op het moment suprême bereikbaar was voor zijn vrouw.

Huisgenoot P. vond dat maar onzin, want werden er niet sinds jaar en dag kinderen geboren zónder pager? Dus zat hij op de uitgerekende datum gewoon in de kroeg, zoals het hoorde. Want, zo had hij ergens gelezen, kinderen worden tóch nooit op die uitgerekende datum geboren en bovendien wachten zwangere moeders instinctief het juiste moment af. Hij kreeg trouwens nog gelijk ook. Mijn kind werd keurig op een zondagmiddag geboren, rond borreltijd, zoals het hoort.

Vrij kort daarop kocht ik tóch mijn eerste mobieltje. Bespottelijk, vond P., want dat kind was inmiddels geboren, dus zo’n apparaat was mosterd na de maaltijd en bovendien nog steeds patserig. Maar ik ben gelukkig patserig van nature. Mijn voormalige baby’s hebben er inmiddels allemaal óók een. Ze sturen me vaak sms’jes. ‘Mama, ik ben mijn brood wéér vergeten en dat is ontzettend kut,’ lees ik dan. Helemaal zonder spelfouten! Zeg nou zelf, dan zwelt je moederhart toch van trots? ‘Je bent een paardenlul,’ sms ik dan tevreden terug.

Nee, ik ben dolblij met dat mobieltje. Ik zou niet meer zonder kunnen.

De troost van een warm visje
x97890388983151.xhtml
x97890388983152.xhtml
x97890388983153.xhtml
x97890388983154.xhtml
x97890388983155.xhtml
x97890388983156.xhtml
x97890388983157.xhtml
x97890388983158.xhtml
x97890388983159.xhtml
x978903889831510.xhtml
x978903889831511.xhtml
x978903889831512.xhtml
x978903889831513.xhtml
x978903889831514.xhtml
x978903889831515.xhtml
x978903889831516.xhtml
x978903889831517.xhtml
x978903889831518.xhtml
x978903889831519.xhtml
x978903889831520.xhtml
x978903889831521.xhtml
x978903889831522.xhtml
x978903889831523.xhtml
x978903889831524.xhtml
x978903889831525.xhtml
x978903889831526.xhtml
x978903889831527.xhtml
x978903889831528.xhtml
x978903889831529.xhtml
x978903889831530.xhtml
x978903889831531.xhtml
x978903889831532.xhtml
x978903889831533.xhtml
x978903889831534.xhtml
x978903889831535.xhtml
x978903889831536.xhtml
x978903889831537.xhtml
x978903889831538.xhtml
x978903889831539.xhtml
x978903889831540.xhtml
x978903889831541.xhtml
x978903889831542.xhtml
x978903889831543.xhtml
x978903889831544.xhtml
x978903889831545.xhtml
x978903889831546.xhtml
x978903889831547.xhtml
x978903889831548.xhtml
x978903889831549.xhtml
x978903889831550.xhtml
x978903889831551.xhtml
x978903889831552.xhtml
x978903889831553.xhtml
x978903889831554.xhtml
x978903889831555.xhtml
x978903889831556.xhtml
x978903889831557.xhtml
x978903889831558.xhtml
x978903889831559.xhtml
x978903889831560.xhtml
x978903889831561.xhtml
x978903889831562.xhtml
x978903889831563.xhtml
x978903889831564.xhtml
x978903889831565.xhtml
x978903889831566.xhtml
x978903889831567.xhtml
x978903889831568.xhtml
x978903889831569.xhtml
x978903889831570.xhtml
x978903889831571.xhtml
x978903889831572.xhtml
x978903889831573.xhtml
x978903889831574.xhtml
x978903889831575.xhtml
x978903889831576.xhtml
x978903889831577.xhtml
x978903889831578.xhtml
x978903889831579.xhtml
x978903889831580.xhtml
x978903889831581.xhtml
x978903889831582.xhtml
x978903889831583.xhtml
x978903889831584.xhtml
x978903889831585.xhtml
x978903889831586.xhtml
x978903889831587.xhtml
x978903889831588.xhtml
x978903889831589.xhtml
x978903889831590.xhtml
x978903889831591.xhtml
x978903889831592.xhtml
x978903889831593.xhtml
x978903889831594.xhtml
x978903889831595.xhtml
x978903889831596.xhtml
x978903889831597.xhtml
x978903889831598.xhtml
x978903889831599.xhtml
x9789038898315100.xhtml
x9789038898315101.xhtml
x9789038898315102.xhtml
x9789038898315103.xhtml
x9789038898315104.xhtml
x9789038898315105.xhtml
x9789038898315106.xhtml
x9789038898315107.xhtml
x9789038898315108.xhtml
x9789038898315109.xhtml
x9789038898315110.xhtml
x9789038898315111.xhtml
x9789038898315112.xhtml
x9789038898315113.xhtml
x9789038898315114.xhtml
x9789038898315115.xhtml
x9789038898315116.xhtml
x9789038898315117.xhtml
x9789038898315118.xhtml
x9789038898315119.xhtml