Langzaam en pijnlijk
Van Bevrijdingsdag was weinig te merken: zelfs de sigarenboer was gewoon open. Ik liep er binnen en stuitte op twee Russen, een jongen en een meisje van een jaar of twintig. Het meisje was mooi en keek verveeld. Dat dóén mooie Russische meisjes. Naarmate ze ouder en lelijker worden, verandert die verveelde uitdrukking geleidelijk, via achtereenvolgens teleurstelling, verzuring en verbittering uiteindelijk in berusting. Maar daar was dit meisje nog lang niet aan toe: voorlopig had ze er genoeg aan met een lijdende oogopslag haar lange, rode nagels te bekijken.
De jongen was een donkerblonde, niet onknappe standaard-Rus. Ik stond dicht genoeg bij hem om zijn geur op te snuiven. Vroeger rook zo’n jongen gebruikelijk naar oud uienzweet, slechte tanden, bijtend waspoeder van het sovjetmerk Lentebriesje, kantinesoep, in olie gebakken aardappelen en vet haar: kortom, naar een echt mens. Het had eigenlijk wel iets, maar die geur is met de Sovjet-Unie teloorgegaan. Deze jongen rook naar Calvin Klein.
Tsja.
Hij bestelde in vlot, gutturaal Engels een pakje shag. Dat doen toeristen in Amsterdam wel vaker, net zoals Nederlanders in het Verre Oosten opeens Kreteks gaan roken. Ze raken zó enthousiast over die smerige kruidnagelsigaretten dat ze er sloffen vol van mee naar Nederland nemen, om er thuis achter te komen dat het spul eigenlijk niet te roken valt. Iets dergelijks geldt, mutatis mutandis, bijvoorbeeld ook voor ouzo, Mozartkugeln en espadrilles.
‘Welke?’ vroeg het winkelmeisje en wees op het rijtje shagverpakkingen boven haar hoofd. ‘Welke is het lichtst?’ wilde de jongen weten. De caissière keek moeilijk. ‘Ik rook zelf niet, dus ik weet het niet,’ zei ze. Bereidwillig stalde ze een rijtje pakjes op de toonbank uit. De Rus begon ingespannen, met zijn vinger bij de cijfers, het teer- en nicotinegehalte te vergelijken. Dat duurde lang. ‘Kom op, Misjka...’ dreinde het meisje, maar de jongen vorste verder.
‘Wat staat hier?’ vroeg hij. Hij wees op de waarschuwing: ‘roken kan leiden tot een langzame, pijnlijke dood’. De caissière vertaalde het keurig, maar onaangedaan. Zelf rookte ze tóch niet. De jongen schudde woest met zijn hoofd. ‘Geef me dan een andere...’ De caissière, die zoiets blijkbaar vaker bij de hand had, overhandigde de jongen een pakje zware Van Nelle, bij mijn weten de gemeenste tabak ter wereld.
‘Hier staat alleen iets op over roken tijdens de zwangerschap,’ sprak ze sussend. Hij wilde weer op het pakje gaan turen, maar zijn vriendin was het nu écht zat en begon aan zijn arm te trekken. Met tegenzin rekende de Rus af. Terwijl hij angstig op de verpakking bleef kijken liep het stel naar buiten. Daar was van Bevrijdingsdag nog steeds niets te merken. Jammer. Die jongen kon wel een beetje bevrijding gebruiken.