Te lang
Het is allemaal de schuld van internet, sprak mijn oude vader. Tot voor kort gaf hij altijd vrouwen overal de schuld van (hij heeft drie mislukte huwelijken en een reeks neurotische, drankzuchtige kinderen op zijn geweten, maar dit geheel terzijde), maar nu heeft hij in dat grote, boze internet een nieuwe pispaal gevonden. Het is weer eens wat anders en bovendien kun je hem desnoods nog best gelijk geven ook. Feit is bijvoorbeeld dat twee van mijn drie kinderen geen boeken lezen. Mijn dochter van veertien leest, net als haar moedertje, alles wat los en vast zit. Haar broertjes van acht en tien daarentegen, lezen alleen iets als het op een pak cornflakes staat. De tijd die ze aldus besparen, steken ze voornamelijk in een website die ‘kud’ heet, en een computerspel genaamd Minecraft. Ik weet er het fijne niet van, maar dat laatste ziet eruit als een soort virtuele lego. Wij bezitten ook échte lego, maar daar kijkt niemand naar om. Wél ligt er vaak ’s nachts zo’n legoblokje in de gang, waar ik dan, slaapdronken onderweg naar de wc, pijnlijk met mijn blote voeten op ga staan. Kijk, daar heb je met dat Minecraft geen last van, dus op zich hoor je mij over internet niet klagen.
Maar dat mijn kinderen niet lezen, vind ik jammer. In mijn jeugd heb ik duizenden boeken verslonden. Zou ik dat ook gedaan hebben als internet toen bestaan had? Ik denk het niet. Ik las omdat ik letterlijk niets beters te doen had. Als ik even niet in de plaatselijke bibliotheek zat, vrat ik me door de boekenkast van mijn ouders heen, die een wonderlijk eclectisch aanbod behelsde. Ik las Turks Fruit van Wolkers, De muur van Sartre, het verzameld werk van Elsschot, Reve, Carmiggelt en het beroemde boek van dokter Benjamin Spock, Baby-en kinderverzorging. (In deze laatste foliant schreef mijn moeder bij ‘mazelen’, ‘waterpokken’ en ‘rode hond’ de namen van ons, kinderen, zodat ze wist wie wat en wanneer gehad had, en wat haar nog te wachten stond.) Ik las alles, zonder onderscheid, en in het geval van Sartre ook zonder begrip. Wat moest ik anders? Had Minecraft in de jaren zeventig bestaan, dan was ik een héél ander mens geweest. Dan had ik nooit geweten hoe iemand zich voelt die de volgende ochtend geëxecuteerd zal worden, dat seks niet altijd leuk is, hoe ingewikkeld het is om kaas te verkopen, hoe een buurman wordt omschreven als ‘een uit zijn heupen acterende zoon van Boris Karloff’ en dat je een baby met koorts boven de 39 graden lauw dient af te sponzen. Een schat aan nuttige informatie. Ik had er geen woord van willen missen.
‘Waarom lees jij eigenlijk nooit een boek, jongen?’ vroeg ik vanmorgen aan mijn zoontje Boelie. ‘Dat kan ik je niet uitleggen, want dat begrijp jij niet,’ meende hij. ‘Probeer het tóch maar,’ drong ik aan. Hij dacht even na en zei: ‘Lezen duurt gewoon te lang.’
Nu kost dat Minecraft van ze véél meer tijd dan welk boek dan ook, maar ik hield mijn mond. Het heeft tóch geen zin. Lezen duurt gewoon te lang, en het is allemaal de schuld van internet.