Weekje
‘Ha, gelukkig, jij neemt tenminste op. Ja, dat is inderdaad ontzettend lang geleden... Zeg, wat is dat eigenlijk de laatste tijd? Dat niemand ooit meer zijn telefoon opneemt? En dat niemand zijn antwoordapparaat meer afluistert?
Oké, voicemail bedoel ik, ja. Maar is dat hip of zo? Je voicemail niet afluisteren en dus gewoon ook maar helemaal niet terugbellen? Niet terugbellen is het nieuwe ‘nee’ las ik van de week ergens. In HP/De Tijd, geloof ik. Nou ja, die zuigen altijd allerlei zogenaamde hypes uit hun duim, dus ik dacht, dat zal toch zeker niet waar wezen? Maar evengoed heb ik dus van jou nog steeds geen antwoord op mijn voicemail van, even kijken, zéker een dag of tien geleden.
Of je een weekje op mijn huis wilde passen, want ik ga dus een weekje weg. Spanje. Heerlijk, ja. Morgenochtend vroeg. Niet gekregen? Nou ja, zeg. Als je nou ook de ptt niet meer kunt vertrouwen... maar goed, niks aan te doen. Wat? Nee, nee, het komt allemaal wel in orde, maar het is bepaald niet eenvoudig, moet ik je eerlijk zeggen. Ik snap het niet, hoor. Ik heb toch zeker een heerlijk huis met alles erop en eraan? Groot, gezellig, zonnige tuin, midden in de oude stad... als je nagaat hoe Felix woont, of Bouchra, echt van die studentenhokjes in rotbuurten. Tammo, die woont nota bene in Almére. Mijn dochters, in zo’n kabouterhuisje. Mijn bloedeigen zus, net gescheiden ook nog, zit in Osdorp!
En die hebben allemaal geen zin om een weekje in mijn heerlijke huis te gaan zitten. Snap jij dat nou? Elke dag twee kwaliteitskranten in de bus, goeie espressomachine, groot ligbad, kast vol drank, vriezer vol lekker eten... leuke cafés en restaurantjes, bioscopen en de schouwburg om de hoek... en de poes kan ook het probleem niet zijn, die wordt alleen af en toe wakker om een hapje te eten, en ze eet niks anders dan droge brokjes... het is niet dat je op je nuchtere maag rauw paardenhart voor haar moet gaan snijden of zo, of wijting koken.
Wijting, ja. Weet je niet wat wijting is? Dat is een vis. God ja, jullie generatie eet natuurlijk alleen maar van die zalmmoten. Weet je dat ik op jouw leeftijd alleen nog maar zalm uit blík kende? En dát was al heel chic, moet je nagaan. Eigenlijk vind ik dat nog steeds heerlijk, zalm uit blik. Kiwi’s, ook zoiets. Ik weet nog goed dat onze groenteboer in Amersfoort die voor het eerst had... ik was net getrouwd, geloof ik... een gulden per stúk kostten ze, moet je nagaan, dat is zoiets als... vijf euro nu. Nog wel méér misschien... maar goed, ik dwaal af. De oude dag, hè.
Wat? Joh, 62 alweer... ja, ik heb jou als baby nog op schoot gehad... en nu ben je alweer zowat afgestudeerd! Maar goed, ik vroeg me dus af... jij woont toch nog steeds op dat kamertje, hè? Dus ik vroeg me af of jíj misschien een weekje... Ja? Goh, hartstikke fijn! Breng ik je zo de sleutel, en ik leg een briefje klaar met instructies. Hè? Een briefje, ja. Mailen? Nee, joh, ik heb geen internet. Ben je mal, wat moet ik daar nou nog mee op mijn leeftijd? Al die flauwekul. Goed, dan kom ik er dus zo...’ *klik*
‘Hallo? Hallo? Bén je daar nog?’