Negrityónok
In de hoop een glimp van mijn nageslacht op te vangen stond ik vanuit het skidorp tegen een berg op te turen toen ik een kinderstem in het Russisch hoorde jengelen: ‘Omaaa? Oma, koop je een negerkindje voor me?’ Ik draaide me om en zag een tafereeltje dat ik honderden keren eerder had gezien, zij het niet in Zwitserland, maar in Rusland: een veel te dik ingepakt kleutermeisje op een slee, voortgetrokken door een schommelig oud vrouwtje met een wollen doek om de kop, die haar barse gelaatsuitdrukking goeddeels aan het zicht onttrok.
‘Een negerkindje, oma!’ herhaalde het kind. ‘Negrityónok,’ ik had het goed verstaan. Wat nu weer? Negerkindjes zijn uiterst dun gezaaid in Zwitserse skidorpen, en trouwens, wat moest dat meisje ermee? Russen zijn enorme racisten. Zeker, volgens de officiële socialistische leer zijn alle rassen gelijk, en in de hele voormalige Sovjet-Unie struikelde je over de standbeelden en schilderijen van zwoegende sovjetarbeiders die opmarcheerden met uitheemse volkeren in uiteenlopende kleuren.
Maar de werkelijkheid is, zoals gebruikelijk, grimmiger. Afrikaanse studenten aan de Moskouse Loemoemba-‘vriendschaps’-universiteit worden in de regel omschreven als ‘apen’ of ‘zwartkonten’, en een uitspraak als ‘Hij is een Jood, maar verder een beste kerel’ geldt onder Russen als een toonbeeld van verlicht, modern denken.
Was er zo veel veranderd? Ja, Moskou is inmiddels een kosmopolitische oase in het verder nog steeds negentiende-eeuwse Rusland, en ik had al heel wat fascinerende verhalen gehoord over de decadente gewoontes van de nieuwe rijken. Maar zelfs in dat licht bezien leek de terloopse aanschaf van een negerkindje tijdens een sleetocht me wel wat kras.
‘Ik wil naar mamaaaa...’ jammerde het kind inmiddels. ‘Mama is aan het uitrusten,’ knarste de oude, en gaf een gemelijke ruk aan de slee. ‘Uitrusten’ is een interessant Russisch woord dat op velerlei wijze geïnterpreteerd kan worden, variërend van ‘zuchtend op bed liggen met plakjes komkommer op je ogen’ tot ‘zuipen, vreten en naaien met personen van divers pluimage’. Het kind knikte somber, dus ik gokte op het laatste.
Intussen zat ik nog steeds met dat negerkindje in mijn maag. Was het misschien een aanduiding voor de een of andere chocoladeversnapering, zoiets als onze negerzoen? Maar nee, googelen op ‘Negrityónok’ leverde (behalve schattige foto’s) niets op. Dit soort raadselachtigheden, daar kan ik helemaal niet tegen. Dat gesodemieter ook altijd met die Russen... we hadden dat IJzeren Gordijn gewoon dicht moeten laten.
Toen ging mijn telefoon. Mijn zoontje, vanuit het ziekenhuis, waar hij deerlijk gehavend naartoe was gebracht. Ik vergat meteen die Russen en dat negerkindje.
Maar niet voor lang.