H&M
In het grotematengetto van H&M keek ik wat rond. Ik kom er graag, want zelfs de kleinste maat is mij daar meestal nog aan de ruime kant en dat is weer eens wat anders. Helaas zijn dikkedameskleren vaak zó onbeholpen lelijk en lomp, dat ik uiteindelijk toch weer afdruip naar de ‘gewone’ afdeling. Terwijl ik juist een elefanteske winterjas terug in het rek hing kwam er een jong paar aanlopen.
Knappe mensen, allebei, het meisje goudblond en blozend, de jongen donker, met een overrompelende woestijnblik in de zwarte ogen. Hij was wel wat aan de schriele kant naast het meisje, dat minstens een meter tachtig was en bovendien heel dik.
Haar dikte was allerminst kwabbig, zweterig of anderszins onaangenaam: haar vlees zat haar als gegoten. Dat vond die jongen duidelijk ook. Als een kind wiens oogjes groter zijn dan zijn maag had hij een arm gulzig om haar aanmerkelijke middel geslagen. Je hebt van die vogeltjes die gezellig op het hoofd van een nijlpaard meereizen en leven van diens voedselrestjes, tot grote tevredenheid van beide dieren. Daar deed dit stel aan denken, zij het nóg schattiger.
Maar het meisje had zorgen. Ze droeg een nauwsluitend jurkje dat haar goed stond, maar wel wat dunnetjes was voor het herfstige weer. Met tegenzin nam ze zo’n reusachtig vest van het hangertje en trok het aan. Vanonder gefronste wenkbrauwen keek ze in de spiegel. Het zag er níét uit. Haar lichaam, dat net nog iets wulps en vrolijks had, was in dat harteloze kledingstuk op slag veranderd in een droeve berg vet.
De jongen zag het ook. ‘Nou,’ zei hij aarzelend. ‘Misschien is het beter met zo’n lange rok erbij,’ sprak het meisje zonder veel hoop. Ze greep een enorme, onjuist bedrukte lap textiel en sjorde die om haar heupen. Dat maakte alles nog erger. Ze zag er nu uit als zo’n tobberige, obese Sovjet-oma, in de rij voor een pak suiker.
De jongen zag de tranen in haar ogen. ‘Hé, Sas, trek gauw uit,’ zei hij teder. ‘Je moeder maakt wel weer iets voor je, da’s veel leuker. Kom, gaan we naar huis.’ Hij greep haar bij haar kont en fluisterde hitsig grijnzend iets onverstaanbaars in haar oor. ‘En daarna lekker eten,’ vleide hij. Het meisje schudde nukkig haar hoofd. Nee, ze wilde niet. En eten al helemáál niet. Geen hap. Nóóit meer.
Gulzig en zelfverzekerd kuste de jongen haar op de mond. Hij wist wat hem te doen stond. En daarna zou ze dat ellendige spiegelbeeld gelukkig weer helemaal zijn vergeten.