Badpak
Op de lingerieafdeling van het grote warenhuis stonden een jongen en een meisje ginnegappend bikini’s te bekijken. Achttien waren ze, allebei knap, slank, en met toegewijde nonchalance gekapt en gekleed. ‘Dat vind je leuk hè, muts? Met je gay best friend naar zo’n wijvenwinkel?’ zei de jongen op lijzig-spottende toon. Hij droeg zo’n krap jasje dat krap hóórt, en een strooien deukhoedje. Ook verder leek hij nogal op Jason Mraz.
Terwijl het meisje in een pashokje verdween, keek hij met kennelijke weerzin naar twee nogal taartachtige vrouwen, vriendinnen of zussen, die met agressieve kennersgebaren de rekkracht van huidkleurig ondergoed stonden te beproeven.
Ik moest denken aan Gerard Reves geneesmiddel tegen heteroseksualiteit: ‘De patiënt begeve zich, gedurende een gehele week, elke middag naar de Hema op de Nieuwendijk, en vertoeve daar, van kwart over drie tot kwart voor vier, in de gebakafdeling.’ De lingerieafdeling was daarvoor minstens even geschikt, al had deze jongen aan een geneesmiddel vooralsnog beslist geen behoefte.
Het meisje kwam tevoorschijn in een zogeheten ‘tankini’, een compromis tussen een badpak en een bikini, rood met witte noppen. Het stond haar best leuk. Als je achttien bent staat zowat alles best leuk. Maar de jongen dacht er anders over. ‘Mens, nee!’ riep hij. ‘Dat ding drukt je tieten helemaal plat! Trouwens, nopjes, nopjes, nopjes... We wéten het nou zo langzamerhand wel, met die nopjes.’
Het meisje keek beteuterd, maar die jongen had eigenlijk wel een beetje gelijk, zowel wat betreft die tieten als die nopjes.
‘Doe nou eerst dat zwarte geval even aan,’ ging hij op gezaghebbende toon voort. Het meisje verdween gehoorzaam in het pashokje, op ranke benen waaraan je de balletlesjes van vroeger nog wel kon zien.
Nu kwam er een verkoopster langslopen, zo’n oude, door de wol geverfde. Met de lichte minachting die mannen in lingeriezaken nu eenmaal ten deel valt, vroeg ze de jongen of ze hem ‘misschien ergens mee kon helpen’. Hij trok een verveelde gelaatsuitdrukking en sprak, weer zo lijzig: ‘Nee, dank u wel, dat is heel vriendelijk van u, maar ik wacht hier op mijn vrouwtje. Tot ze ein-de-lijk uitgepast is...’
Het meisje kwam andermaal tevoorschijn, nu in een zwart retro-badpak met zo’n smal wit ceintuurtje. ‘Beeldig. Echt beeldig,’ riep de jongen. ‘Helemaal Audrey Hepburn. Nou alleen nog een zonnebril, om die kleine varkensoogjes achter te verstoppen’. Het meisje proestte. Ze hád geen kleine varkensoogjes, maar grote, bruinfluwelen kijkers. ‘Kom schat, we zijn klaar,’ ging de jongen voort. Hij gaf haar een klapje op haar bil. ‘Hup, hup, omkleden! Dan gaan we limonade drinken en taartjes eten. Ik smácht naar een tompoes.’
De verkoopster keek ze na toen ze naar de roltrappen liepen en zuchtte: ‘Toch zonde, van zo’n jongen.’