Olivia
Het was nog vroeg in de ochtend en stil bij de drogist: een moeder met een tienjarig dochtertje waren de enige klanten. De vrouw stond boos op het kind in te praten. ‘Nee, ben je mal? Je gaat niet naar school omdat je misselijk bent en een half uur later kom je om snoep zeuren? Ik ben het wel een beetje zat, Olivia. Vrijdag ook al. ’s Ochtends moet je bijna overgeven en zodra ik je ziek heb gemeld, is het opeens over. Ik vind het zo langzamerhand een raar verhaal worden, Olivia...’
Het kind keek sip. Ze had grote, vooruitstekende voortanden en wit, vlassig haar in een iel staartje. Met kleine oogjes tuurde ze door zo’n hip bedoeld knalrood brilmontuur dat haar de uitstraling gaf van een verkouden konijn.
Dat zegt natuurlijk niks. Vrouwen in de Playboy hebben ook altijd jeugdfoto’s waarop ze er zo uitzien. Maar intussen was ze er mooi klaar mee. Trouwens, de verschijning van haar moeder gaf weinig hoop: een door het leven getekende Pippi Langkous met overgewicht in een gebloemde tuniek en gestreepte legging met ballonkuiten in blauwe rijglaarzen.
Toen de vrouw klaar was met haar betoog, pakte ze een doosje visolietabletten en begon het uitgebreid te bestuderen. Intussen hield het kind een vrolijk gekleurd voorwerp omhoog en vroeg: ‘Wat is dat?’ Het was een vibrator. Playhouse Harmony Massager heette hij.
Het ding was lila, met een non-descripte, glooiende vormgeving die in de verste verte niet aan seks deed denken. Het had bijvoorbeeld ook een koortsthermometer kunnen zijn, of een damesscheerapparaat, of een mascararoller. Maar het was wel degelijk een vibrator.
Laatst nog had ik er iemand net zo een zien kopen, een jong, knap meisje. Ze legde hem op de toonbank met een aplomb alsof het tandpasta betrof. De jeugd kent geen pudeur meer, maar deze moeder was veertig en duidelijk verlegen met de situatie. ‘O, dat is een speeltje voor grote mensen,’ sprak ze, ‘leg maar gauw terug...’
Het kind maakte aanstalten de verpakking te gaan lezen. ‘Olivia! Weet je wat?’ riep de moeder haastig. ‘Ga maar een paar dropjes uitkiezen!’ Blij huppelde het kind naar de snoepbak. ‘Maar wat kun je daar dan mee doen, met dat speeltje?’ vroeg ze nieuwsgierig, terwijl ze een zakje vol schepte met allerhande felgekleurde vuiligheid. De moeder zuchtte gekweld. ‘Dat weet ik niet, Olivia. Ik weet óók niet alles. Maar ik weet wel dat jij morgen gewoon naar school gaat. Al kots je de hele boel onder.’
Olivia stond zwijgend te kauwen. Vandaag hoefde ze in elk geval lekker niet naar die rotschool. En nu nog die grote zak snoep ook. Nee, vandaag was een goede dag. En morgen zag ze wel weer verder.