Lekker

Ik stond in een lange rij kunstbelust volk voor het vers heropende Rijksmuseum. De zon scheen, eindelijk. Voor me stonden twee jongens van een jaar of achttien. De een tenger, maar zeker niet onknap, met donkere ogen en stroblond Kurt Cobain-haar, de ander ronduit hartverscheurend mooi, een matbruine halfbloed met hoge jukbeenderen, een feestelijk lachende zoenmond, stralende blik en wat wijlen oompje Gerard omschreven zou hebben als een ‘brutaal kontje’.

De jongens zaten een beetje aan elkaar. Schuchter. Misschien vonden ze het niet netjes om in het voorportaal van zoveel heilig cultureel erfgoed ongebreideld te gaan staan baltsen. Of misschien kenden ze elkaar pas net. Hun conversatie was in ieder geval van het wederzijds aftastende soort.

‘Wat ik dus nóóit zal doen, is pasta voor mezelf koken,’ sprak de blonde niet zonder koketterie. ‘Ja, ik eet het wel, hoor. Als ik bij iemand te eten ben. Ik bedoel, het is wel heel gay om dan te zeggen, sorry, ik eet geen koolhydraten. Maar voor mezelf, nee. Geen aardappelen of rijst ook, alleen af en toe sushi. Dat kan ik gewoon niet laten. Jij?’

De bruine halfgod keek peinzend. ‘Ik heb niet zo veel met sushi,’ zei hij. ‘Maar verder lust ik eigenlijk zowat alles. Mijn moeder kookt zo lekker... roti’s, BB met R...’ ‘Wat is dat, BB met R?’ onderbrak de blonde hem. De bruine rolde met zijn ogen van verbazing. ‘BB met R!’ riep hij. ‘Bruine bonen met rijst! En kip en saus! Ken je dat niet? Man, dat is lékker...’ hij stompte zijn metgezel speels in de zij.

De blonde trok een preuts mondje. ‘Ja, maar dat is dus twee soorten koolhydraten tegelijk!’ hernam hij. ‘Rijst en bonen!’ Hij bekeek het onberispelijke lichaam van zijn metgezel keurend van boven tot onder. ‘Hoe blijf jij zo slank dan?’ De halfbloed haalde zijn schouders op. ‘Geen idee, man. Verder zijn ze bij mij thuis allemaal dik. Je moet die bil van mijn moeder zien, man. Daar kun je een scooter in parkeren...’ Hij barstte in een gierend, aanstekelijk lachen uit, en woelde de blonde even door het haar. ‘Je moet bij ons komen eten, man... je bent dun... je hebt geen bil...’ Ter bevestiging gaf hij hem een speels klapje op zijn inderdaad nogal bescheiden kontje.

De blonde keek een beetje beledigd. ‘Ik ben niet dun. Ik ben gewoon slank. Ik wil absoluut niet dikker worden,’ wierp hij tegen. De bruine begon hem nu in de nek te kietelen en lachte. ‘Wat geeft dat nou... dik of dun... je bent lekker, man...’ Hij pakte het hoofd van de blonde met beide handen beet en zoende hem vol en langdurig op de mond.

De blonde zoende met overgave terug, en daardoor aangemoedigd begon de ander hem zachtjes over het kruis te wrijven. Al spoedig gingen ze zo in elkaar op dat ze de gefronste wenkbrauwen en het gekuch van de kunstminnende menigte niet opmerkten. Toen er ook handen in broeken verdwenen riep een kennelijke papadagvader schril: ‘Zeg, kom op, hé. Er zijn kinderen bij!’ Inderdaad staarde zijn zoontje met opengesperde ogen naar het bronstige tweetal.

De blonde keek betrapt, maar zijn makker grijnsde breed en sprak hardop: ‘Weet je wat, man? We gaan hier weg. Het is veel te lekker weer voor een museum...’

Hij had gelijk.

De troost van een warm visje
x97890388983151.xhtml
x97890388983152.xhtml
x97890388983153.xhtml
x97890388983154.xhtml
x97890388983155.xhtml
x97890388983156.xhtml
x97890388983157.xhtml
x97890388983158.xhtml
x97890388983159.xhtml
x978903889831510.xhtml
x978903889831511.xhtml
x978903889831512.xhtml
x978903889831513.xhtml
x978903889831514.xhtml
x978903889831515.xhtml
x978903889831516.xhtml
x978903889831517.xhtml
x978903889831518.xhtml
x978903889831519.xhtml
x978903889831520.xhtml
x978903889831521.xhtml
x978903889831522.xhtml
x978903889831523.xhtml
x978903889831524.xhtml
x978903889831525.xhtml
x978903889831526.xhtml
x978903889831527.xhtml
x978903889831528.xhtml
x978903889831529.xhtml
x978903889831530.xhtml
x978903889831531.xhtml
x978903889831532.xhtml
x978903889831533.xhtml
x978903889831534.xhtml
x978903889831535.xhtml
x978903889831536.xhtml
x978903889831537.xhtml
x978903889831538.xhtml
x978903889831539.xhtml
x978903889831540.xhtml
x978903889831541.xhtml
x978903889831542.xhtml
x978903889831543.xhtml
x978903889831544.xhtml
x978903889831545.xhtml
x978903889831546.xhtml
x978903889831547.xhtml
x978903889831548.xhtml
x978903889831549.xhtml
x978903889831550.xhtml
x978903889831551.xhtml
x978903889831552.xhtml
x978903889831553.xhtml
x978903889831554.xhtml
x978903889831555.xhtml
x978903889831556.xhtml
x978903889831557.xhtml
x978903889831558.xhtml
x978903889831559.xhtml
x978903889831560.xhtml
x978903889831561.xhtml
x978903889831562.xhtml
x978903889831563.xhtml
x978903889831564.xhtml
x978903889831565.xhtml
x978903889831566.xhtml
x978903889831567.xhtml
x978903889831568.xhtml
x978903889831569.xhtml
x978903889831570.xhtml
x978903889831571.xhtml
x978903889831572.xhtml
x978903889831573.xhtml
x978903889831574.xhtml
x978903889831575.xhtml
x978903889831576.xhtml
x978903889831577.xhtml
x978903889831578.xhtml
x978903889831579.xhtml
x978903889831580.xhtml
x978903889831581.xhtml
x978903889831582.xhtml
x978903889831583.xhtml
x978903889831584.xhtml
x978903889831585.xhtml
x978903889831586.xhtml
x978903889831587.xhtml
x978903889831588.xhtml
x978903889831589.xhtml
x978903889831590.xhtml
x978903889831591.xhtml
x978903889831592.xhtml
x978903889831593.xhtml
x978903889831594.xhtml
x978903889831595.xhtml
x978903889831596.xhtml
x978903889831597.xhtml
x978903889831598.xhtml
x978903889831599.xhtml
x9789038898315100.xhtml
x9789038898315101.xhtml
x9789038898315102.xhtml
x9789038898315103.xhtml
x9789038898315104.xhtml
x9789038898315105.xhtml
x9789038898315106.xhtml
x9789038898315107.xhtml
x9789038898315108.xhtml
x9789038898315109.xhtml
x9789038898315110.xhtml
x9789038898315111.xhtml
x9789038898315112.xhtml
x9789038898315113.xhtml
x9789038898315114.xhtml
x9789038898315115.xhtml
x9789038898315116.xhtml
x9789038898315117.xhtml
x9789038898315118.xhtml
x9789038898315119.xhtml