Schnitzel

Wie in een Zwitsers skidorp niet uitsluitend overgeleverd wil zijn aan de hebzucht van de horeca doet er verstandig aan zich af en toe te wenden tot de plaatselijke supermarkt. Daar stond ik te kiezen uit een opzienbarende hoeveelheid appelsap, toen ik een vrouwenstem ‘Diederik! Kom eens!’ hoorde roepen. Een landgenote.

Ze was 35 en had het lelijke doch onverschrokken paardengezicht van de ware elite. Ze droeg een geavanceerde, dure, maar onopvallende skibroek en dito wandelschoenen gecombineerd met een aftandse, te grote wollen trui; het kartonnen doos-kleurige piekhaar was opgestoken tot de no-nonsenseknot van vrouwen die zó chic zijn dat ze een bezoek aan de kapper eigenlijk een beetje vulgair vinden. Ze had een schraal postuur en een harde stem die omgeving Kennemerland verried.

In haar kielzog bevonden zich twee kleine meisjes, die meer op hun moeder leken dan goed voor ze was, en een circa 45-jarige man die best een beetje op William Hurt had kúnnen lijken, als hij had geweten wie dat was. Hij zette een blik olijven terug dat hij had staan bekijken en liep naar zijn vrouw die een pak schnitzels in de lucht hield.

‘Ze hebben hier niet zo gek veel keus,’ riep ze, weer met die harde stem. ‘Denk je dat we de Eekhofjes plezier doen met een schnitzel? Nee toch?’ De man keek naar het vlees, en zei: ‘Lekker hoor, ik ben dol op schnitzels. Hè, meisjes?’ De meisjes knikten blij. ‘Jaaa, lekker, schnitzel!’ riepen ze in koor. ‘Nou,’ zei de moeder, ‘ik weet het niet, hoor.’ Ze keek met een vies gezicht naar de schnitzels. ‘Ik vind ze wel érg oranje.’ Inderdaad waren de schnitzels mooi, fel oranje, zoals het een fatsoenlijke supermarktschnitzel betaamt.

‘O, jakkes, het is nog varkensvlees ook!’ ging ze voort. ‘Als het nou nog kalfsvlees was... Nee, dit kan ik de Eekhofjes echt niet aandoen, nee.’ En met een definitief gebaar legde ze de schnitzels terug in het koelvak. De meisjes keken sip, maar hielden hun mond. Ze kénden hun moeder. Maar de man probeerde te redden wat er te redden viel. ‘Nou,’ zei hij, ‘waarom zou een varken slechter zijn dan een kalf?’ Gelijk had hij. Een varken is in velerlei opzicht stukken béter dan een kalf.

‘Of anders dit!’ riep hij. ‘Dit ziet er ook goed uit!’ Hij hield een pak vrolijk gekleurde spiesjes omhoog, paprika, vlees en ui aan stokjes geregen. Zijn vrouw nam hem het piepschuimbakje af, keek er even naar en vonniste: ‘Dit is kip. Van die vieze fabriekskip. Nee hoor, weet je wat? Ik maak gewoon weer zo’n maaltijdsalade. Dat is lekker fris. En we hebben al geluncht met kaasfondue, dus.’

De man deed nog één poging. ‘Je kunt je gasten toch in de winter niet alleen maar sla voorzetten?’ zei hij. Hij kénde die salades van haar. ‘Ik maak er een warm stokbroodje bij,’ hernam de vrouw. ‘Trouwens, de Eekhofjes zijn óók helemaal geen grote eters. Net als wij.’

De man gaf het op. Nee, hij was geen grote eter. Wel gewéést, vroeger. Ach, wat kon zijn moeder heerlijk koken. Maar die was al weer jaren dood. Nou ja, zo’n salade was natuurlijk ook een stuk gezonder. Dát wel.

Jammer, maar niets aan te doen.

De troost van een warm visje
x97890388983151.xhtml
x97890388983152.xhtml
x97890388983153.xhtml
x97890388983154.xhtml
x97890388983155.xhtml
x97890388983156.xhtml
x97890388983157.xhtml
x97890388983158.xhtml
x97890388983159.xhtml
x978903889831510.xhtml
x978903889831511.xhtml
x978903889831512.xhtml
x978903889831513.xhtml
x978903889831514.xhtml
x978903889831515.xhtml
x978903889831516.xhtml
x978903889831517.xhtml
x978903889831518.xhtml
x978903889831519.xhtml
x978903889831520.xhtml
x978903889831521.xhtml
x978903889831522.xhtml
x978903889831523.xhtml
x978903889831524.xhtml
x978903889831525.xhtml
x978903889831526.xhtml
x978903889831527.xhtml
x978903889831528.xhtml
x978903889831529.xhtml
x978903889831530.xhtml
x978903889831531.xhtml
x978903889831532.xhtml
x978903889831533.xhtml
x978903889831534.xhtml
x978903889831535.xhtml
x978903889831536.xhtml
x978903889831537.xhtml
x978903889831538.xhtml
x978903889831539.xhtml
x978903889831540.xhtml
x978903889831541.xhtml
x978903889831542.xhtml
x978903889831543.xhtml
x978903889831544.xhtml
x978903889831545.xhtml
x978903889831546.xhtml
x978903889831547.xhtml
x978903889831548.xhtml
x978903889831549.xhtml
x978903889831550.xhtml
x978903889831551.xhtml
x978903889831552.xhtml
x978903889831553.xhtml
x978903889831554.xhtml
x978903889831555.xhtml
x978903889831556.xhtml
x978903889831557.xhtml
x978903889831558.xhtml
x978903889831559.xhtml
x978903889831560.xhtml
x978903889831561.xhtml
x978903889831562.xhtml
x978903889831563.xhtml
x978903889831564.xhtml
x978903889831565.xhtml
x978903889831566.xhtml
x978903889831567.xhtml
x978903889831568.xhtml
x978903889831569.xhtml
x978903889831570.xhtml
x978903889831571.xhtml
x978903889831572.xhtml
x978903889831573.xhtml
x978903889831574.xhtml
x978903889831575.xhtml
x978903889831576.xhtml
x978903889831577.xhtml
x978903889831578.xhtml
x978903889831579.xhtml
x978903889831580.xhtml
x978903889831581.xhtml
x978903889831582.xhtml
x978903889831583.xhtml
x978903889831584.xhtml
x978903889831585.xhtml
x978903889831586.xhtml
x978903889831587.xhtml
x978903889831588.xhtml
x978903889831589.xhtml
x978903889831590.xhtml
x978903889831591.xhtml
x978903889831592.xhtml
x978903889831593.xhtml
x978903889831594.xhtml
x978903889831595.xhtml
x978903889831596.xhtml
x978903889831597.xhtml
x978903889831598.xhtml
x978903889831599.xhtml
x9789038898315100.xhtml
x9789038898315101.xhtml
x9789038898315102.xhtml
x9789038898315103.xhtml
x9789038898315104.xhtml
x9789038898315105.xhtml
x9789038898315106.xhtml
x9789038898315107.xhtml
x9789038898315108.xhtml
x9789038898315109.xhtml
x9789038898315110.xhtml
x9789038898315111.xhtml
x9789038898315112.xhtml
x9789038898315113.xhtml
x9789038898315114.xhtml
x9789038898315115.xhtml
x9789038898315116.xhtml
x9789038898315117.xhtml
x9789038898315118.xhtml
x9789038898315119.xhtml