Stom

In de late namiddag zat ik achter mijn bureau te piekeren over het interessante nieuwe begrip ‘morele vakantie’. Dat klinkt een beetje alsof moreel besef hard werken is, waarvan je nu eenmaal af en toe vrij moet nemen. Zelf heb ik regelmatig een uurtje morele vakantie. Dan drink ik jenever en eet verwerpelijk voedsel zoals bijvoorbeeld een frikandel. Tot plunderen en brandstichten is het tot dusver nog niet gekomen, maar wie weet: op den duur krijg ik misschien zelfs wel behoefte aan een ímmorele vakantie.

De bel ging. Omdat ik geen zin had in onverwacht bezoek trok ik, vóór ik opendeed, snel mijn jas aan. Dat is een handige truc. Je kunt dan namelijk zeggen dat je op het punt staat van weggaan, en dat in noodgevallen ook daadwerkelijk dóén. Voor de deur stond een mij onbekende, keurig geklede en gekapte man. Hij verspreidde een overweldigende aftershavelucht, stak me zijn hand toe en grijnsde breed. ‘Goeiemorgen, sorry dat ik je stoor, ik zal me eerst even behoorlijk voorstellen,’ riep hij. Een ontbrekende tand deed wel wat af aan zijn beschaafde verschijning.

‘Ik ben Sander, je buurman van schuin tegenover. Ik zit met een ontzettend stom probleempje.’ Zijn handen trilden een beetje. ‘Een ongelooflijk stom probleempje,’ ging hij voort. ‘Moet je horen. Ik trek net mijn deur achter me dicht, en ik laat mijn sleutels op tafel liggen. Van mijn huis, van mijn fiets, alles. Hartstikke stom natuurlijk.’ Ik knikte. ‘Nou ja, kan gebeuren,’ hernam Sander. ‘Vanavond is mijn vriendin thuis en dan kan ik er gewoon weer in. Alleen het stomme is: ik zit dus nu zonder vervoer, en ik moet zo op de trein naar Utrecht. Mijn portemonnee ligt ook nog binnen, en mijn trommeltje brood, ongelooflijk stom van me.’ Door de aftershave heen rook ik inmiddels ook een lucht van oud zweet.

Opwinding maakte zich van me meester. Ha, nu ontmoette ik eindelijk óók eens zo’n coole oplichter, waar ik al zo vaak over gehoord had! ‘Ja, dat is vervelend voor je,’ zei ik. Sander lachte een eng lachje dat hij zelf voor een blik van verstandhouding hield. ‘Hartstikke goed, ik wist wel dat ik bij mijn buurvrouw terecht zou kunnen,’ riep hij blij. ‘Dus, de vraag is, ja, nogmaals ik vind het hartstikke stom dat ik je hiermee moet lastigvallen, maar heb jij misschien even wat geld voor me te leen, voor de trein en wat te eten? Ik gooi het vanavond wel in je bus.’

Ik lachte hem vriendelijk toe. ‘Ik heb geen geld in huis,’ sprak ik. Zijn gezicht betrok even, maar hij herstelde zich snel. ‘Nou, joh, dat kan gebeuren. Ik red me wel. Mag ik even jouw telefoon? Om mijn vriendin te bellen? Wat een toestand, en ik heb nog niet eens geluncht.’ Ik keek hem aan en zei: ‘Nee, je mag mijn telefoon niet. Maar als je hier even wacht, dan wil ik best binnen een boterham voor je maken. Met salami, is dat goed?’ Zijn glimlach brak in scherven. ‘Krijg de tering, kutwijf,’ sprak hij, sprintte naar een gereedstaande scooter en spoot weg.

Tevreden schonk ik een borrel in. Bij gebrek aan frikandel belegde ik een boterham veel te dik met salami. Sanders morele vakantie was een beetje in het water gevallen. Maar nu was het tijd voor de mijne.

De troost van een warm visje
x97890388983151.xhtml
x97890388983152.xhtml
x97890388983153.xhtml
x97890388983154.xhtml
x97890388983155.xhtml
x97890388983156.xhtml
x97890388983157.xhtml
x97890388983158.xhtml
x97890388983159.xhtml
x978903889831510.xhtml
x978903889831511.xhtml
x978903889831512.xhtml
x978903889831513.xhtml
x978903889831514.xhtml
x978903889831515.xhtml
x978903889831516.xhtml
x978903889831517.xhtml
x978903889831518.xhtml
x978903889831519.xhtml
x978903889831520.xhtml
x978903889831521.xhtml
x978903889831522.xhtml
x978903889831523.xhtml
x978903889831524.xhtml
x978903889831525.xhtml
x978903889831526.xhtml
x978903889831527.xhtml
x978903889831528.xhtml
x978903889831529.xhtml
x978903889831530.xhtml
x978903889831531.xhtml
x978903889831532.xhtml
x978903889831533.xhtml
x978903889831534.xhtml
x978903889831535.xhtml
x978903889831536.xhtml
x978903889831537.xhtml
x978903889831538.xhtml
x978903889831539.xhtml
x978903889831540.xhtml
x978903889831541.xhtml
x978903889831542.xhtml
x978903889831543.xhtml
x978903889831544.xhtml
x978903889831545.xhtml
x978903889831546.xhtml
x978903889831547.xhtml
x978903889831548.xhtml
x978903889831549.xhtml
x978903889831550.xhtml
x978903889831551.xhtml
x978903889831552.xhtml
x978903889831553.xhtml
x978903889831554.xhtml
x978903889831555.xhtml
x978903889831556.xhtml
x978903889831557.xhtml
x978903889831558.xhtml
x978903889831559.xhtml
x978903889831560.xhtml
x978903889831561.xhtml
x978903889831562.xhtml
x978903889831563.xhtml
x978903889831564.xhtml
x978903889831565.xhtml
x978903889831566.xhtml
x978903889831567.xhtml
x978903889831568.xhtml
x978903889831569.xhtml
x978903889831570.xhtml
x978903889831571.xhtml
x978903889831572.xhtml
x978903889831573.xhtml
x978903889831574.xhtml
x978903889831575.xhtml
x978903889831576.xhtml
x978903889831577.xhtml
x978903889831578.xhtml
x978903889831579.xhtml
x978903889831580.xhtml
x978903889831581.xhtml
x978903889831582.xhtml
x978903889831583.xhtml
x978903889831584.xhtml
x978903889831585.xhtml
x978903889831586.xhtml
x978903889831587.xhtml
x978903889831588.xhtml
x978903889831589.xhtml
x978903889831590.xhtml
x978903889831591.xhtml
x978903889831592.xhtml
x978903889831593.xhtml
x978903889831594.xhtml
x978903889831595.xhtml
x978903889831596.xhtml
x978903889831597.xhtml
x978903889831598.xhtml
x978903889831599.xhtml
x9789038898315100.xhtml
x9789038898315101.xhtml
x9789038898315102.xhtml
x9789038898315103.xhtml
x9789038898315104.xhtml
x9789038898315105.xhtml
x9789038898315106.xhtml
x9789038898315107.xhtml
x9789038898315108.xhtml
x9789038898315109.xhtml
x9789038898315110.xhtml
x9789038898315111.xhtml
x9789038898315112.xhtml
x9789038898315113.xhtml
x9789038898315114.xhtml
x9789038898315115.xhtml
x9789038898315116.xhtml
x9789038898315117.xhtml
x9789038898315118.xhtml
x9789038898315119.xhtml