Buikje

Op de rand van de fontein bij hotel Americain zat een jonge, tengere vrouw in het zonnetje een banaan te eten. Ze had sluik, wat slierterig haar, spaghettihaar zoals dat heet. Ook had ze een beetje flapoortjes, die op ontroerende wijze opzij door dat haar tevoorschijn staken. Ze was niet echt mooi, maar ze hád iets. Iets stralends. Toen ze opstond om de bananenschil weg te gooien, zag ik wát: ze was zwanger. Niet dat ze dik was, integendeel. Maar op haar witte T-shirt stond, op buikhoogte, in grote letters: ‘coming soon!’ En inderdaad, als je heel goed keek was er met enige welwillendheid sprake van een piepklein buikje. Je ziet dat wel vaker, vrouwen die hun gezegende toestand met behulp van een T-shirt aan de rest van de wereld mededelen. ‘im not fat, im just pregnant’, zag ik laatst, overigens op een vrouw die over haar hele lichaam zó dik was dat een eventuele zwangerschap niet met het blote oog viel te onderscheiden. Het is natuurlijk een handige manier om je te wapenen tegen negatief commentaar. Na de bevalling ben je nog steeds dik en dan heb je natuurlijk geen poot meer om op te staan, maar als je zwanger bent, zijn zulke problemen van later zorg.

Nu kwam er uit de richting van de Leidsestraat een andere jonge vrouw aanlopen met kurkentrekkervormige blonde krullen die bij het stevig voortstappen om haar ronde hoofd dansten. ‘Heeeeee!’ riep ze ongelovig lachend tegen de blonde. ‘Je ziet het dus wél al, hè! Echt wel!’ De meisjes omhelsden elkaar langdurig, waarbij ze halverwege even loslieten zodat de krullenbol nogmaals vol ontzag naar het buikje van haar vriendin kon kijken. ‘Moet je nagaan, het is toch pas twintig weken...’ zei de laatste. Trots grijnzend streek ze met beide handen het T-shirt glad over dat beginnende bollinkje. Haar zilveren nagellak was goeddeels afgebladderd. Ook zulke dingen zijn van later zorg, als je zwanger bent.

Het was duidelijk haar eerste kind. Bij een tweede zwangerschap laat de buikwand, door ervaring wijzer geworden, reeds na enkele weken alle decorum varen. Bij de derde knap je reeds de dag van de zwangerschapstest uit je kleren. Wat er bij een vierde gebeurt, daar kan ik goddank niet over meepraten. Waarschijnlijk ben je dan al kogelrond vóór de conceptie.

Het meisje pelde nog een banaan. Ook daar weet ik alles van. Bananen zijn weeë vruchten die mij doorgaans met weerzin vervullen, maar tijdens zwangerschappen vrat ik ze met trossen tegelijk. Niets aan te doen.

De krullenbol keek nog eens met vertedering maar ook lichte spot naar haar van blijdschap inmiddels bijna zwevende vriendin. Zo kijken vrouwen nu eenmaal naar zwangere vrouwen. De aanstaande moeder in kwestie blééf maar stralen, terwijl ze stukjes banaan afbrak en in haar mond stopte. ‘Geniet er maar van, kind...’ dacht ik, gelukkig niet hardop, want dat soort oude wijven heb je helaas óók.

Met weemoed dacht ik aan mijn eigen zwangerschappen en de lieve kleine baby’s die mijn kinderen ooit waren. Dat is allemaal voorgoed voorbij. Jaja. Daarna dacht ik aan tepelkloven, consultatiebureaus, krijspartijen, waterpokken, oorontsteking, zwemles en Cito-toetsen.

Meestal helpt dat uitstekend tegen dit soort misplaatste droefheid. Maar nu even niet.

De troost van een warm visje
x97890388983151.xhtml
x97890388983152.xhtml
x97890388983153.xhtml
x97890388983154.xhtml
x97890388983155.xhtml
x97890388983156.xhtml
x97890388983157.xhtml
x97890388983158.xhtml
x97890388983159.xhtml
x978903889831510.xhtml
x978903889831511.xhtml
x978903889831512.xhtml
x978903889831513.xhtml
x978903889831514.xhtml
x978903889831515.xhtml
x978903889831516.xhtml
x978903889831517.xhtml
x978903889831518.xhtml
x978903889831519.xhtml
x978903889831520.xhtml
x978903889831521.xhtml
x978903889831522.xhtml
x978903889831523.xhtml
x978903889831524.xhtml
x978903889831525.xhtml
x978903889831526.xhtml
x978903889831527.xhtml
x978903889831528.xhtml
x978903889831529.xhtml
x978903889831530.xhtml
x978903889831531.xhtml
x978903889831532.xhtml
x978903889831533.xhtml
x978903889831534.xhtml
x978903889831535.xhtml
x978903889831536.xhtml
x978903889831537.xhtml
x978903889831538.xhtml
x978903889831539.xhtml
x978903889831540.xhtml
x978903889831541.xhtml
x978903889831542.xhtml
x978903889831543.xhtml
x978903889831544.xhtml
x978903889831545.xhtml
x978903889831546.xhtml
x978903889831547.xhtml
x978903889831548.xhtml
x978903889831549.xhtml
x978903889831550.xhtml
x978903889831551.xhtml
x978903889831552.xhtml
x978903889831553.xhtml
x978903889831554.xhtml
x978903889831555.xhtml
x978903889831556.xhtml
x978903889831557.xhtml
x978903889831558.xhtml
x978903889831559.xhtml
x978903889831560.xhtml
x978903889831561.xhtml
x978903889831562.xhtml
x978903889831563.xhtml
x978903889831564.xhtml
x978903889831565.xhtml
x978903889831566.xhtml
x978903889831567.xhtml
x978903889831568.xhtml
x978903889831569.xhtml
x978903889831570.xhtml
x978903889831571.xhtml
x978903889831572.xhtml
x978903889831573.xhtml
x978903889831574.xhtml
x978903889831575.xhtml
x978903889831576.xhtml
x978903889831577.xhtml
x978903889831578.xhtml
x978903889831579.xhtml
x978903889831580.xhtml
x978903889831581.xhtml
x978903889831582.xhtml
x978903889831583.xhtml
x978903889831584.xhtml
x978903889831585.xhtml
x978903889831586.xhtml
x978903889831587.xhtml
x978903889831588.xhtml
x978903889831589.xhtml
x978903889831590.xhtml
x978903889831591.xhtml
x978903889831592.xhtml
x978903889831593.xhtml
x978903889831594.xhtml
x978903889831595.xhtml
x978903889831596.xhtml
x978903889831597.xhtml
x978903889831598.xhtml
x978903889831599.xhtml
x9789038898315100.xhtml
x9789038898315101.xhtml
x9789038898315102.xhtml
x9789038898315103.xhtml
x9789038898315104.xhtml
x9789038898315105.xhtml
x9789038898315106.xhtml
x9789038898315107.xhtml
x9789038898315108.xhtml
x9789038898315109.xhtml
x9789038898315110.xhtml
x9789038898315111.xhtml
x9789038898315112.xhtml
x9789038898315113.xhtml
x9789038898315114.xhtml
x9789038898315115.xhtml
x9789038898315116.xhtml
x9789038898315117.xhtml
x9789038898315118.xhtml
x9789038898315119.xhtml