Klok

Mijn jongste zoontje is bang in het donker. Hij kan alleen slapen met het licht aan en de deur open. Ook moet er zich een gezinslid vlak bij hem bevinden om eventuele manisch grijnzende zombies weg te sturen.

Bij toerbeurt nemen wij dus rond kinderbedtijd plaats in een van de belendende vertrekken met een krant/iPad/roman/Grieks leerboek, waar wij onmiddellijk in slaap vallen, om na vijf minuten wakker te schrikken van zijn angstige: ‘Ben je daar wel?’ Tot dusver niks aan de hand.

Maar nu die klok. Boven zijn bedje hangt een klok waarop de cijfers zijn vervangen door dieren: een neushoorn, een tijger, een krokodil en wat dies meer zij. Die dieren maken geluid. Om zeven uur brult de neushoorn, om acht uur tettert de olifant, om negen uur sist de slang, et cetera.

Tenminste, dat déden ze. Tot de kwaliteit van die diergeluiden begon af te nemen. Het geloei, gehinnik en gekwaak werd allengs langgerekter vervormd en ging steeds meer op elkaar lijken. Een nieuwe batterij hielp niets: na enige tijd klonk elk dier hetzelfde, namelijk als een vreselijk gefolterd wezen dat rochelend en kermend ligt te sterven in een hol echoënde vergeetput.

Een rotgeluid, zeker voor een jongetje dat tóch al bang is in het donker, zou je zeggen. ‘Zal ik die klok maar weghalen?’ vroeg ik hem dus. Maar nee, die klok was ‘juist gezellig’ en ‘hielp hem in slaap te komen’. Kinderen zijn ondoorgrondelijk.

Zelf ging ik met de dag meer onder die klok lijden. Overdag ben ik meestal alleen thuis, en mijn werkkamer bevindt zich naast de slaapkamer van mijn zoontje. Tijdens het stukjes tikken werd ik ieder uur tussen de schouderbladen getroffen door dat langgerekte ‘grrrrooooooaaaaaarrrgh... heueueueuerghgreeeeeeaaaaaah... heuheuheueu... egh, egh, egh, aaaaaaaj...

Ik heb helaas een levendige fantasie, dus bleven de gruwelijkste taferelen zich maar verdringen voor mijn geestesoog. Ook onze diepgelovige schoonmaakster liet al meermaals emmers met sop uit de handen vallen om zich naar aanleiding van het verschrikkelijke geluid uitgebreid te bekruisigen.

Opa’s en oma’s die de kleine nog even wilden instoppen, waarschuwde ik van tevoren, maar ze kwamen toch vaak wat bleekjes weer beneden. Het kind in kwestie echter sliep vredig door de auditieve horror heen, ja, leek zelfs de laatste tijd steeds minder angstig voor het slapen gaan.

Goed, alles went. Het uurlijkse gereutel en gekreun werkte me allengs minder op de zenuwen en de afgelopen weken hoorde ik het nauwelijks meer. Maar vanochtend om elf uur gebeurde er iets vreemds. Midden in zijn hijgende jammerklacht hield de klok ermee op. Het ‘groooooooaaaaaaa...’ stierf weg en om twaalf uur kwam er zelfs helemaal niets meer.

Sindsdien zit ik met gespitste oren achter mijn bureau. Elk uur loop ik het kamertje binnen om te horen of er toch niet heel zachtjes nog een beetje gecrepeerd wordt. Maar nee, niks.

Die plotselinge stilte is beslist unheimlich. Ik moet het toegeven: ik mis mijn kermende klok. Nooit heb ik begrepen hoe een onderdrukt volk zo’n hartverscheurend verdriet kan hebben als die doodenge dictator eindelijk dood is. Nu weet ik het.

Als mijn zoontje nou vanavond maar kan slapen.

Ik vrees het ergste.

De troost van een warm visje
x97890388983151.xhtml
x97890388983152.xhtml
x97890388983153.xhtml
x97890388983154.xhtml
x97890388983155.xhtml
x97890388983156.xhtml
x97890388983157.xhtml
x97890388983158.xhtml
x97890388983159.xhtml
x978903889831510.xhtml
x978903889831511.xhtml
x978903889831512.xhtml
x978903889831513.xhtml
x978903889831514.xhtml
x978903889831515.xhtml
x978903889831516.xhtml
x978903889831517.xhtml
x978903889831518.xhtml
x978903889831519.xhtml
x978903889831520.xhtml
x978903889831521.xhtml
x978903889831522.xhtml
x978903889831523.xhtml
x978903889831524.xhtml
x978903889831525.xhtml
x978903889831526.xhtml
x978903889831527.xhtml
x978903889831528.xhtml
x978903889831529.xhtml
x978903889831530.xhtml
x978903889831531.xhtml
x978903889831532.xhtml
x978903889831533.xhtml
x978903889831534.xhtml
x978903889831535.xhtml
x978903889831536.xhtml
x978903889831537.xhtml
x978903889831538.xhtml
x978903889831539.xhtml
x978903889831540.xhtml
x978903889831541.xhtml
x978903889831542.xhtml
x978903889831543.xhtml
x978903889831544.xhtml
x978903889831545.xhtml
x978903889831546.xhtml
x978903889831547.xhtml
x978903889831548.xhtml
x978903889831549.xhtml
x978903889831550.xhtml
x978903889831551.xhtml
x978903889831552.xhtml
x978903889831553.xhtml
x978903889831554.xhtml
x978903889831555.xhtml
x978903889831556.xhtml
x978903889831557.xhtml
x978903889831558.xhtml
x978903889831559.xhtml
x978903889831560.xhtml
x978903889831561.xhtml
x978903889831562.xhtml
x978903889831563.xhtml
x978903889831564.xhtml
x978903889831565.xhtml
x978903889831566.xhtml
x978903889831567.xhtml
x978903889831568.xhtml
x978903889831569.xhtml
x978903889831570.xhtml
x978903889831571.xhtml
x978903889831572.xhtml
x978903889831573.xhtml
x978903889831574.xhtml
x978903889831575.xhtml
x978903889831576.xhtml
x978903889831577.xhtml
x978903889831578.xhtml
x978903889831579.xhtml
x978903889831580.xhtml
x978903889831581.xhtml
x978903889831582.xhtml
x978903889831583.xhtml
x978903889831584.xhtml
x978903889831585.xhtml
x978903889831586.xhtml
x978903889831587.xhtml
x978903889831588.xhtml
x978903889831589.xhtml
x978903889831590.xhtml
x978903889831591.xhtml
x978903889831592.xhtml
x978903889831593.xhtml
x978903889831594.xhtml
x978903889831595.xhtml
x978903889831596.xhtml
x978903889831597.xhtml
x978903889831598.xhtml
x978903889831599.xhtml
x9789038898315100.xhtml
x9789038898315101.xhtml
x9789038898315102.xhtml
x9789038898315103.xhtml
x9789038898315104.xhtml
x9789038898315105.xhtml
x9789038898315106.xhtml
x9789038898315107.xhtml
x9789038898315108.xhtml
x9789038898315109.xhtml
x9789038898315110.xhtml
x9789038898315111.xhtml
x9789038898315112.xhtml
x9789038898315113.xhtml
x9789038898315114.xhtml
x9789038898315115.xhtml
x9789038898315116.xhtml
x9789038898315117.xhtml
x9789038898315118.xhtml
x9789038898315119.xhtml