Lobje

Zelf kijk ik tegen voetbal ongeveer aan als tegen regen: het is vervelend, en als het nét even voorbij is, begint het alweer zowat opnieuw, maar er is nu eenmaal niets aan te doen. Mijn zoontjes, daarentegen, zijn dol op voetbal. Ze volgen alle wedstrijden met een aan waanzin grenzend fanatisme, bespreken welke speler ze zouden kopen als ze geld hadden, en de jongste loopt, praat, beweegt en kijkt al maanden als Vurnon Anita; een hele prestatie voor een blonde garnaal zonder kont.

Zijn tienjarige broer Boelie zit zelf op voetbal. Dat klinkt eenvoudiger dan het is, want in de Amsterdamse binnenstad zijn verbazend weinig voetbalvelden te vinden. Twee keer in de week moet hij dus met zijn makkertjes in telkens wisselende ploegendiensten door tóch al overbelaste ouders op onmogelijke tijdstippen naar een verre buitenwijk worden gereden, voor de training. Om de paar weken groeit hij uit zijn noppenschoenen (maat 43 tijdens het ter perse gaan van deze krant). Ik ken de inventaris van Perry Sport inmiddels uit mijn hoofd.

Elke zaterdag speelt hij een wedstrijd. Die speelt zich voor dag en dauw af, meestal in een afgelegen nederzetting. Dat geeft nogal wat onrust op de vroege ochtend, want er is altijd wel een essentieel kledingstuk zoek, en met sokken in de verkeerde kleur schijnt men niet mee te mogen spelen. Ook dient men één of meerdere ouders mee te brengen om telkens ‘Pass!’ te roepen, of ‘Lobje!’ of woorden van dergelijke strekking. Daar begin ik natuurlijk niet aan. Goddank heeft zijn vader er wél aardigheid in om tussen die andere vaders met halve katers automatenkoffie te slurpen in de motregen en toe te kijken hoe het team van zijn zoon verliest, meestal met 12-0. Ook ons jongste zoontje gaat mee, in compleet Ajaxtenue en voorzien van keeperhandschoenen, want je weet maar nooit. Mijn dochter en mij rest een rustige ochtend, met mooie gesprekken over oude meisjesboeken of de bereiding van aardbeienjam.

Maar afgelopen zaterdag scheen de zon zó bemoedigend dat ik besloot toch eens mee te gaan naar zo’n wedstrijd. Mocht mijn zoon later beroemd worden, dan kan ik in interviews tenminste met een gerust hart zeggen dat ik ‘steevast langs de lijn stond, weer of geen weer’.

Maar ik had beter thuis kunnen blijven. Toen de tegenpartij reeds na twee minuten een doelpunt maakte riep ik, om mijn arme zoon te troosten: ‘Het is maar een spelletje hoor, lieverd!’ Als door een adder gebeten kromp hij ineen. ‘Ben je gek geworden...’ siste zijn vader. ‘Voetbal is nóóit een spelletje...’

Bij het volgende vijandelijke doelpunt riep ik dus, om mijn fout goed te maken, zo hard als ik kon ‘Klootzak!’ tegen de keeper die de bal had doorgelaten. De vader van het ventje in kwestie keek me aan met een blik die mij deed besluiten de kantine op te zoeken. Daar bleef ik tot mijn zoon stralend aan kwam lopen: ze hadden gewonnen. Voor het eerst in maanden. ‘Dat komt door jou, mam!’ sprak hij opgetogen. ‘Omdat jij erbij was! Voortaan moet je altijd mee, als mascotte!’ Nee, ik had echt beter thuis kunnen blijven.

De troost van een warm visje
x97890388983151.xhtml
x97890388983152.xhtml
x97890388983153.xhtml
x97890388983154.xhtml
x97890388983155.xhtml
x97890388983156.xhtml
x97890388983157.xhtml
x97890388983158.xhtml
x97890388983159.xhtml
x978903889831510.xhtml
x978903889831511.xhtml
x978903889831512.xhtml
x978903889831513.xhtml
x978903889831514.xhtml
x978903889831515.xhtml
x978903889831516.xhtml
x978903889831517.xhtml
x978903889831518.xhtml
x978903889831519.xhtml
x978903889831520.xhtml
x978903889831521.xhtml
x978903889831522.xhtml
x978903889831523.xhtml
x978903889831524.xhtml
x978903889831525.xhtml
x978903889831526.xhtml
x978903889831527.xhtml
x978903889831528.xhtml
x978903889831529.xhtml
x978903889831530.xhtml
x978903889831531.xhtml
x978903889831532.xhtml
x978903889831533.xhtml
x978903889831534.xhtml
x978903889831535.xhtml
x978903889831536.xhtml
x978903889831537.xhtml
x978903889831538.xhtml
x978903889831539.xhtml
x978903889831540.xhtml
x978903889831541.xhtml
x978903889831542.xhtml
x978903889831543.xhtml
x978903889831544.xhtml
x978903889831545.xhtml
x978903889831546.xhtml
x978903889831547.xhtml
x978903889831548.xhtml
x978903889831549.xhtml
x978903889831550.xhtml
x978903889831551.xhtml
x978903889831552.xhtml
x978903889831553.xhtml
x978903889831554.xhtml
x978903889831555.xhtml
x978903889831556.xhtml
x978903889831557.xhtml
x978903889831558.xhtml
x978903889831559.xhtml
x978903889831560.xhtml
x978903889831561.xhtml
x978903889831562.xhtml
x978903889831563.xhtml
x978903889831564.xhtml
x978903889831565.xhtml
x978903889831566.xhtml
x978903889831567.xhtml
x978903889831568.xhtml
x978903889831569.xhtml
x978903889831570.xhtml
x978903889831571.xhtml
x978903889831572.xhtml
x978903889831573.xhtml
x978903889831574.xhtml
x978903889831575.xhtml
x978903889831576.xhtml
x978903889831577.xhtml
x978903889831578.xhtml
x978903889831579.xhtml
x978903889831580.xhtml
x978903889831581.xhtml
x978903889831582.xhtml
x978903889831583.xhtml
x978903889831584.xhtml
x978903889831585.xhtml
x978903889831586.xhtml
x978903889831587.xhtml
x978903889831588.xhtml
x978903889831589.xhtml
x978903889831590.xhtml
x978903889831591.xhtml
x978903889831592.xhtml
x978903889831593.xhtml
x978903889831594.xhtml
x978903889831595.xhtml
x978903889831596.xhtml
x978903889831597.xhtml
x978903889831598.xhtml
x978903889831599.xhtml
x9789038898315100.xhtml
x9789038898315101.xhtml
x9789038898315102.xhtml
x9789038898315103.xhtml
x9789038898315104.xhtml
x9789038898315105.xhtml
x9789038898315106.xhtml
x9789038898315107.xhtml
x9789038898315108.xhtml
x9789038898315109.xhtml
x9789038898315110.xhtml
x9789038898315111.xhtml
x9789038898315112.xhtml
x9789038898315113.xhtml
x9789038898315114.xhtml
x9789038898315115.xhtml
x9789038898315116.xhtml
x9789038898315117.xhtml
x9789038898315118.xhtml
x9789038898315119.xhtml