Rat van fortuin
Mijn kinderen hebben twee tamme ratten. Van mij had dat niet gehoeven, maar als alles wat van mij niet had gehoeven daadwerkelijk achterwege bleef, dan kon het noodlot wel inpakken. Het zijn trouwens ontroerende diertjes, met piepkleine mensenhandjes, die bewegen als in een te snel afgedraaide tekenfilm.
Tot dusver niks aan de hand, maar zaterdagochtend vroeg kwam mijn dochter jammerend met een van de ratjes aanlopen. Hij vertoonde aan de buikzijde een Grote Enge Bobbel. Het noodlot, dus. Het was weekend dus de meeste dierendokters waren juist van ganser harte bezig even géén dierendokter te zijn, maar ik vond er toch een bereid.
Fietsen door zwiepende regenvlagen met een huilend kind en een zieke rat in een boodschappentas; het is weer eens wat anders.
De dokter bleek een aardig meisje dat er uitzag als dertien, maar wel degelijk de rat kordaat beetgreep en een stethoscoop op zijn borstje zette. Ik mocht ook even luisteren. Het ging razendsnel van doefdedoefdedoefdedoef, maar dat hóórde zo, zei het doktermeisje. Afgezien daarvan tastte ze vooralsnog in het duister. Voor kanker was hij nog erg jong, vond de dokter, maar ja, kanker trekt zich daar niet altijd iets van aan. ‘Ik kán hem opereren...’ zei ze, en keek me schattend aan. ‘... Maar ik moet zeggen dat zoiets nog behoorlijk op kan lopen.’
Juist. Nu zou u natuurlijk zeggen: ‘Nee, dokter. Ik ga niet betalen voor de operatie van een rat. Er zijn mensen die creperen van de honger.’ Maar u heeft de ogen van mijn dochter niet gezien. ‘Geld speelt geen rol,’ sprak ik dus gelaten.
Thuis begon het grote wachten. Ik voelde me net als twintig jaar geleden, toen mijn vader aan kanker werd geopereerd. Dat kun je natuurlijk niet helemaal vergelijken met een rat, want mijn vader heeft bijvoorbeeld lang niet zulke schattige handjes. Maar tóch.
Na ongeveer een miljoen uur ging de telefoon. De dierenarts klonk blij. ‘Het is gelukt,’ zei ze. ‘Kom maar.’ Onderweg kon ik de aanschaf van een fruitmand nog nét onderdrukken. ‘Kijk!’ zei de dokter, en toonde een grauwe kwab ter grootte van een forse golfbal. ‘Het was een heel gepriegel, maar ik heb de hele tumor eruit,’ sprak ze trots. Ze liet foto’s zien van de operatie. Rat met zuurstofkapje. Rat aan de hartbewaking. Een heel klein, driftig ratten-elektrocardiogrammetje. En ja hoor, daar was de rat zelf, in een mandje. Levend en wel, uitstekend gehumeurd zelfs, voor iemand die net twee uur onder narcose is geweest. Met opgetogen trillende snor zat hij een nietig bordje pap te eten.
U had de ogen van mijn dochter moeten zien. Nee, echt, u had ze moeten zien.
350 euro. Drie-hon-derd-vijf-tig euro. Géén geld.