Pride of India
Dat er eikels aan een eikenboom groeien en beukennootjes aan een beuk en elzenproppen aan een els, dat weten we allemaal wel, maar wie een boom in zijn tuin plant denkt toch niet onmiddellijk aan zaden of vruchten. Tenzij hij natuurlijk een vruchtboom plant, natuurlijk. Wie een sierboom kiest zal eerder letten op groeisnelheid, blad, hoogte, groeiwijze en bloemen. Vruchten zijn een bijkomstigheid. Toch zijn er bomen en struiken waarvan de vruchten zo spectaculair zijn, dat je een boom alleen daarom al zou willen aanplanten. Neem bijvoorbeeld de Koelreuteria, een kleine boom die in juli en augustus bloeit met heldergele kaarsen – zoals een kastanje, maar dan geel. De Koelreuteria is afkomstig uit China en daarom is het ook een raadsel waarom de Engelsen de boom ook wel Pride of India noemen. Die naam kunnen ze beter voor de Jaguar en de Landrover gebruiken nu die auto’s door een India’s bedrijf worden geproduceerd.
De Koelreuteria kom je in Zuid-Europa vaker tegen dan in Nederland, maar het is een boom die ook hier gedijt, hoewel hij bij ons in een heel kille zomer weleens weigert om te bloeien. Op onze breedte wordt de boom zelden hoger dan een meter of vijf en dat maakt hem geschikt voor kleine tuinen. Het hoogtepunt van de Koelreuteria komt pas na de bloei; dan zwellen de vruchtcapsules op tot reusachtige blazen die naar rood verkleuren naarmate de zomer verstrijkt. Het is een boom waarvan de vruchten minstens zo opvallen als de bloemen.
Een struik die uitsluitend om zijn vruchten wordt aangeplant is Decaisnea fargesii, een brede heester tot 2 meter hoog met geveerd blad en dikke, opgaande takken. Het blad is groot, met een dof oppervlak waarover een blauw waas ligt. De bloemen zijn onopvallend, geelgroen, en hangen in pluimen naar beneden. Het is een exotische struik die – in tegenstelling tot de Koelreuteria – pas na de bloei opvalt, met zijn blauwe, witberijpte augurkachtige vruchten. Deze heester heet dan ook de ‘Augurkenstruik’ als je hem opzoekt in een tuinboek, maar wij kwekers hebben het onder elkaar steevast over de hondenlullenstruik. Sommigen van ons blijven hun leven lang een kinderlijk genoegen scheppen in het gebruik van vieze woorden, hoewel ik moet zeggen dat onze omschrijving van de vrucht van de Decaisnea akelig precies is.
Een boom waarvan de beschrijving van de vrucht ook correct is, is Arbutus unedo, de aardbeienboom. Ook dit is een kleine boom, of een grote struik, die je in Zuid-Europa vaker tegenkomt dan in onze streken, maar die het ook in het Nederlandse klimaat wel volhoudt, vooral als de opwarming van de aarde nog wat doorzet. Voorwaarde is dat de boom in zure grond staat, en dat kan weer door zure regen worden bevorderd. Zo kunnen twee negatieve ontwikkelingen door tuiniers zonder scrupules ten voordele worden aangewend. Arbutus unedo bloeit met witte, urnvormige bloemen die pas een jaar later uitgroeien tot vruchten die sprekend op aardbeien lijken. Als hij klein is, is de aardbeienboom vorstgevoelig, maar hoe groter het boompje wordt, hoe beter het de winter kan doorstaan.
Een boom die je voor hetzelfde geld aardbeienboom zou kunnen noemen is Cornus kousa, een kleine boom van uiteindelijk 5 meter hoog. De Japanse kornoelje, zoals je de boom in het Nederlands zou kunnen noemen, bloeit in juni met bloemen die in mei als lichtgroene sterretjes beginnen en die in de loop van juni uitgroeien tot grote, ivoorwitte, vierpuntige sterren. Het is een boom die veel vaker zou moeten worden aangeplant, maar door zijn langzame groei past hij niet in onze instantcultuur. In het najaar groeien de duizenden bloemen van een volwassen Cornus kousa uit tot evenzovele aardbeien die aan korte steeltjes op de horizontaal groeiende takken staan. Ze smaken zoet, maar minder lekker dan een echte aardbei.