Mooie groente
Een paar jaar geleden, tegen het einde van de zomer, zag ik in een tuin een ongebruikelijke combinatie. Een flinke groep lampionplanten, vol bengelende oranje lampionnetjes, vormde de achtergrond voor een groep Spaanse pepers die behangen waren met glimmende lakrode vruchten. Ik kon mijn ogen er niet van afhouden. Het was niet eerder bij mij opgekomen dat je Spaanse pepers niet alleen om culinaire redenen plant, maar ook als perkplant kunt gebruiken. Maar waarom ook niet? De met vruchten behangen Spaanse peper is een groente die veel sierplanten naar de kroon steekt.
Vroeger was het gebruikelijk om naast een siertuin ook een moestuin te hebben. Dat was in de tijd dat er nog ruimte genoeg was en ieder huis door een flinke tuin was omgeven. Bij de huidige kavelgrootte kunnen we dat wel vergeten. Met een bescheiden border, een vijvertje en een terras is de tuin in een nieuwbouwwijk al meer dan gevuld. Wie groente wil telen, kan kiezen uit twee mogelijkheden: een volkstuin huren, of een combinatie maken van sier- en moestuin. Die laatste mogelijkheid is geen gekke oplossing, temeer daar veel eetbare gewassen, net als Spaanse pepers, een hoge sierwaarde hebben.
De pronkboon bijvoorbeeld, heet niet voor niets zo. Hij heeft die naam gekregen vanwege de vermiljoenrode bloemen waarmee hij aan het begin van de zomer pronkt en waarmee hij niet onderdoet voor andere klimplanten als clematis of kamperfoelie. De pronkboon is een eenjarige klimplant die zich behendig om palen of stokken kan winden. Zijn de staanders van uw pasgeplaatste pergola nog wat kaal, dan is de pronkboon misschien een welkome tijdelijke oplossing voor dat probleem. Ook een hek kunnen deze klimbonen flink opvrolijken.
Een andere groente die in de border niet misstaat, is de asperge. Met zijn bijna doorzichtige lover is de asperge schitterend te combineren met allerlei siergewassen. In de herfst verkleurt het loof naar heldergeel en zijn de vrouwelijke planten overladen met rode bessen – een sprookjesachtig gezicht. Ik kan moeilijk begrijpen dat niet iedereen zijn borders vol zet met asperges; in het voorjaar is het smullen geblazen en daarna kun je ook nog eens genieten van de aanblik van de plant. Het is nauwelijks te geloven dat die wazige wolken van groen uit dat kleine aspergekopje zijn ontstaan. Planten als asperges, artisjokken, kardoenen, pastinaken en schorseneren zijn allemaal gewassen die niet alleen lekker, maar ook mooi zijn.
Naast groenten, kunnen ook keukenkruiden om hun sierwaarde worden aangeplant. Bieslook bijvoorbeeld is behalve een eetbare plant ook een goede snijbloem, al moet je dan wel van uiengeur houden. Naast de gewone bieslook is er een met roze bloemen; Allium schoenoprasum ‘Forescate’ is de Latijnse naam. Ook bestaat er een soort reuzenbieslook die zeker twee keer zo hoog wordt als de gewone: Allium schoenoprasum ‘Sibiricum’. En om nog maar even bij de uienfamilie te blijven: een alleraardigste plant is Chinese bieslook, Allium tuberosum, een look met platte blaadjes die een milde knoflooksmaak heeft. Wie niet van knoflook houdt kan Chinese bieslook ook alleen als sierplant gebruiken. De plant bloeit laat, in oktober, met witte bloemschermpjes.
Dille is niet alleen smakelijk met vis en met nieuwe aardappelen, maar bloeit met ragfijne geelgroene bloemschermen. Vooral bloemschikkers krijgen er nooit genoeg van. Dille kun je in het voorjaar zaaien door handenvol zaad tussen andere planten uit te strooien. Het voordeel van groengele bloemen is dat ze niet vloeken bij alle andere bloemkleuren. Biologische en ecologische groentetelers zaaien dille tussen hun andere gewassen om bladluis op een afstand te houden. Of die methode werkt weet ik niet, maar het is in ieder geval een vrolijk gezicht. Vooral de combinatie van dille met pronkboon en goudsbloem is zelfs in de siertuin moeilijk te verslaan.