Nachtviolier

Het is bijna onwerkelijk om in november herfstkrokussen volop te zien bloeien. Nu ja, ‘bloeien’ is een groot woord, want de herfststormen kegelen meestal alle bloemen omver. Dan liggen ze als verslagen helden in het gras. Om er toch van te kunnen genieten kun je ze plukken en in een vaasje in de huiskamer zetten. Het is fascinerend om te zien hoe de bloemen door de warmte binnen een kwartier wijd opengaan. Je zou verwachten dat dat geleidelijk gebeurde, maar het gaat met kleine schokjes. Zodra de bloemen open zijn, ruik je een zware honinggeur. En dan besef je weer dat herfstkrokussen bij ons wel gedijen, maar dat ze toch thuishoren in warmere streken dan de onze, waar de bijen ook in de herfst nog actief zijn.

Ik ben een groot liefhebber van het plukken van bloemen en boeketten uit de tuin. Niet alleen omdat het vrolijk staat in de huiskamer, zo’n zelfgeplukte ruiker, maar ook omdat je binnenshuis eigenschappen van bloemen ontdekt die je in de tuin ontgaan. Zoals de geur van de krokus. Want wie gaat er nu in de herfst of in het vroege voorjaar op zijn buik in het natte gras liggen om te ontdekken of een bloem wellicht geurt? Veel bloemen hebben trouwens helemaal geen geur als het koud is; de etherische oliën waaraan zij hun geur ontlenen worden pas vluchtig als de temperatuur een bepaalde hoogte bereikt. Als we nooit bloemen plukken en naar binnen brengen kunnen we geboren worden, leven, en weer doodgaan zonder ooit te ontdekken dat de allervroegste bloeiers, zoals sneeuwklokjes en voorjaarskrokussen, en de allerlaatste, zoals herfstkrokussen en cyclamen, heerlijk kunnen ruiken.

Het meest overtuigende voorbeeld van een plant die alleen in de huiskamer geurt, is de toverhazelaar. Die bloeit middenin de winter en ook al houd je dan buiten je neus op een centimeter afstand van de bloeiende takken – je ruikt niks. Het is veel te koud. De geur komt pas los als je een tak afsnijdt en in een vaas zet; dan is er maar één tak nodig om de hele kamer met zoete viooltjesgeur te vullen. Hoe wordt de toverhazelaar dan bevrucht, als de bloemen buiten nooit door hun geur insecten kunnen lokken? Het antwoord is simpel: Hamamelis mollis, de sterkst geurende toverhazelaar, bloeit in zijn thuisland China helemaal niet in de winter, maar in het voorjaar. Die winterbloei is abnormaal en vindt alleen plaats in ons kwakkelklimaat.

Een andere bloem die een meerwaarde krijgt door geplukt te worden, is de bloem die ’s nachts geurt. Veel bloemen geuren alleen ’s nachts en de reden daarvoor ligt voor de hand: de bloem hoopt bevrucht te worden door nachtvlinders die met hun lange roltong nectar uit de bloemen kunnen putten. Veel nachtbloeiers hebben dan ook een lange bloembuis, speciaal voor die roltong; denk maar aan de kamperfoelie. Nu is het niet zo dat er aan deze planten overdag niets te ruiken valt, maar pas na zonsondergang komt de geur in grote golven aanrollen. Plant dergelijke bloemen daarom vooral onder het slaapkamerraam of – als het om zomerbloeiers gaat – naast het terras.

De bekendste en ook de gemakkelijkste nachtbloeier is de nachtviolier of zijdebloem, Hesperis matronalis, die zowel in de zon als in de schaduw gedijt. Nachtviolieren hebben lichtpaarse of witte bloemen en wie beide variëteiten zaait krijgt door kruising al snel allerlei tussentinten. Zaai nachtviolieren in de zomer, op een rijtje. En plant de zaailingen, als ze tussen de 10 en 20 centimeter hoog zijn, in het najaar uit. De tweejarige nachtviolieren vormen in het volgende seizoen grote, vertakte planten die in de zon 1 meter hoog worden, maar in de schaduw wel 2 meter kunnen halen.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml