Reigersbek
Winterharde tuingeraniums zijn in de mode. Het zijn voor het merendeel probleemloze vaste planten die in juni bloeien – een tijd waarin de voorjaarsbloeiers zoetjesaan zijn uitgebloeid en de zomerbloeiers nog op gang moeten komen. Daarin ligt de grote kracht van de Geraniums: ze vullen de leemte die in juni valt in de bloementuin. De Nederlandse naam voor Geranium is ooievaarsbek, en inderdaad lijkt de uitgebloeide bloem sprekend op de spitse snavel van de ooievaar.
Zo lijkt ook de bloem van de Erodium – reigersbek in onze moerstaal – op de snavel van een reiger en net zoals snavels van ooievaars en reigers dezelfde vorm hebben, zo is het ook lastig om de plantaardige reigersbekken en de ooievaarsbekken uit elkaar te houden. Het is vaak gemakkelijker om naar het blad te kijken dan naar de bloem; reigersbekken hebben minder grof en fijner verdeeld blad dan ooievaarsbekken. Bij veel Erodium-soorten is dat blad sierlijk ingesneden en licht als een vogelveertje.
Terwijl iedereen tuingeraniums koopt en kent, is de reigersbek meer een plant voor connaisseurs. Een groot verschil is dat reigersbekken op lichte en droge grond gedijen, terwijl ooievaarsbekken juist vaak zware en voedzame grond verkiezen. Reigersbekken kom je vaak in de rotstuin tegen, en ooievaarsbekken bijna altijd in de border. Tot besluit: Erodiums bloeien later en vaak ook langer dan Geraniums.
Toch zijn er minstens twee reigersbekken die zo fors zijn dat ze niet alleen in de rotstuin maar ook op de voorgrond in de border zijn toe te passen. De eerste, Erodium carvifolium, wordt ongeveer een halve meter hoog en breed en bloeit de hele zomer met felpaarse bloemen met een donkerrode vlek. De plant, die in het wild in Centraal-Spanje groeit, heeft luchtig blad dat je op het eerste gezicht voor het blad van een wilde peen zou kunnen verslijten. De tweede soort die groot genoeg is om de concurrentie met andere vaste planten aan te kunnen is Erodium manescavii. Ook deze plant komt uit Spanje – uit de Pyreneeën in dit geval. Erodium manescavii heeft een rozet van varenachtig, behaard blad van waaruit de dunne bloemstengels zich verheffen. De asymmetrische bloemen zijn lilaroze, met een donkerder vlekje op de twee bovenste bloemblaadjes. Erodium manescavii bloeit maandenlang en begint in juni, zo tegen de tijd dat de Geraniums uitgebloeid raken. ‘Merstham Pink’ is een selectie van bloemen die meer roze dan lila zijn.
Erodium manescavii zaait zichzelf uit, net als de andere reigersbekken overigens. Iedere zaailing is anders en het is een leuke sport om zelf de mooiste vormen te selecteren. Zelfs in de herfst, terwijl de ooievaarsbekken allang zijn ingestort, zijn er nog bloeiende reigersbekken te vinden. In de hortus botanicus van Leiden zag ik in oktober Erodium castellanum in volle bloei, deze had paarse bloemen met een lichte vlek in het hart, waartegen de donkere meeldraden mooi afstaken. Jammer dat deze soort maar mondjesmaat verkrijgbaar is. Mijn (verouderde) editie van De Plantenvinder geeft een zekere Wouters in Smilde als enige leverancier.
De meeste reigersbekken hebben witte, roze of paarse bloemen; het buitenbeentje is Erodium chrysanthum, met zachtgele bloemen die mooi kleuren bij het grijsgroene blad. De lieveling van veel rotsplantenliefhebbers is Erodium x variabile, afkomstig van Corsica en van de Balearen. Dit reigersbekje vormt een mat van kleine rozetten, met de dunne bloemstengels daar 3 tot 5 centimeter bovenuit. De bloemen zijn wit met roze aderen, maar er bestaat ook een cultivar – ‘Bianca’ – met zuiver witte bloemen. ‘Roseum’ is roze, met donkerder aderen, en ‘Plenum’ is de trots van alle reigersbekkenverzamelaars; deze vorm bloeit met kleine dubbele bloemen. Erodium x variabile verdraagt vochtiger grond dan de andere soorten, maar moet in een strenge winter wél worden afgedekt.