Plattelandsconifeer

Ons oude cultuurlandschap verloedert. Tenminste – als we de media mogen geloven. Die blijven benadrukken wat een ramp het voor ons landschap is dat steeds meer boeren de ploeg aan de wilgen hangen. De boer, hoeder van knotwilgen en houtwallen, vlechtheggen en geriefhoutbosjes, verdwijnt. Dat die boer verdwijnt, dat zie ik met eigen ogen, maar dat de boer zo’n geweldige hoeder van ons landschap was – daarop valt misschien toch wel wat af te dingen. Ik zou anders niet weten waar al die egaal groene voetbalvelden van Engels raaigras en die stinkende maïsakkers vandaan komen.

Maar goed, ook mij doet het pijn als ik zie hoe ooit bedrijvige boerderijen gekocht zijn door kapitaalkrachtigen uit de Randstad. Het ergste zijn de boerderijen die in stijl verbouwd zijn, met glas in de deuren van de deel en een vrolijk likje verf op de gietijzeren stalraampjes. En met een echte boerentuin, met pluimhortensia’s, buxushaagjes en lavendel. Het is verbazend hoe je in een handomdraai een boerderij in een boerderette kunt veranderen. Een paar nieuwe dampalen, met een lamp erop die aanfloept als het bezoek zich meldt, een bak voor de pony van de tienerdochter, liefst met een witgeschilderd hek erom, een borrelende waterbol in de voortuin, en je hebt elke herinnering aan het boerenleven vakkundig weggepoetst.

Het ergst van die nieuwbakken buitenhuizen zijn de tuinen, die in het landschap passen als een giraffe in een knollenveld. Boerderijen liggen van oudsher als zichtbare bakens in het land en de nieuwe bewoner begint dan ook meteen met het planten van camouflage – alsof die zich toch niet helemaal senang voelt, zo open en bloot tussen de akkers en de weilanden. Hij plant een haag – met subsidie van sleedoorn en meidoorn en andere inheemse struiken, of zonder subsidie van coniferen. Dat laatste is het ergste; de nieuwe bewoner van de voormalige boerenbehuizing is vaak al wat op leeftijd – je moet even sparen voordat je een klein miljoen voor de aanschaf van een plattelandswoning kunt uitgeven – en heeft dan ook haast. Hij wil snel dicht zitten, zoals dat in hovenierstaal heet. Daarom plant hij leylandcipressen, want dat zijn de snelstgroeiende coniferen van allemaal. En dat zijn nu toevallig ook de coniferen die het minst in het landschap passen. Er passen veel tinten groen in ons landschap, maar het grijsgroen van de leylandcipres hoort daar niet bij.

Wat mij brengt bij mijn bescheiden boodschap: als het dan niet te voorkomen is dat onze boeren er noodgedwongen de brui aan geven, en als alle boerderijen dan door goedwillende stedelingen moeten worden opgeknapt, laten die laatsten zich dan in ieder geval opwerpen als de nieuwe hoeders van ons landschap. In plaats van het vol te plempen met afschuwelijke grijs- en goudnaaldige coniferen. En als het dan een conifeer moet zijn, kies dan voor een taxus. Taxus wordt dikwijls als haag geplant, waarvoor de struik ook bij uitstek geschikt is omdat je hem vanwege zijn langzame groei maar eenmaal per jaar hoeft te snoeien. Ook kun je er – als je van vormgeven houdt – kippen, pauwen, en ander pluimvee van snoeien; zo’n menagerie past natuurlijk weer mooi bij de boerderij. In ieder geval bij de kinderboerderij.

Maar mooier nog dan de gesnoeide taxus is de volgroeide taxusboom, met zijn sierlijke, iets afhangende grachtengroene takken en in de herfst zijn vrolijke rode bessen, waar vogels dol op zijn. Taxus zie je zelden in boerentuinen en dat is geen wonder want taxus is giftig voor vee, maar als dat tegelijk met de boer verdwenen is, dan is er ook geen enkele reden waarom we die boom niet op het platteland zouden planten.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml