Jeugd en volwassenheid

Klimop is een plant die er in zijn jeugd heel anders uitziet dan in volwassenheid. Dat verschijnsel van een jeugd- en een volwassen fase komt in het plantenrijk zelden voor, maar uniek is het niet. Andere plantengeslachten die het verschijnsel kennen zijn Eucalyptus en Chamaecyparis. De Nederlandse naam voor Chamaecyparis is dwergcipres – een vreemde naam als u weet dat er dwergcipressen bestaan die 75 meter hoog kunnen worden. Voor de siertuin is Chamaecyparis het belangrijkste coniferengeslacht, want hoewel er maar acht soorten van deze boom bestaan, loopt het aantal gekweekte variëteiten al gauw in de honderden.

Niet iedereen vindt het gemakkelijk om de verschillende soorten coniferen uit elkaar te houden en veel tuiniers zien er de noodzaak niet van in. Toch is het handig om naaldbomen te kunnen determineren, al was het alleen maar om de leverancier op fouten te kunnen wijzen, zodat je je geen knollen voor citroenen hoeft te laten verkopen. Maar juist het feit dat ook de dwergcipres vaak een jeugd- en een volwassenfase kent, maakt determinatie niet eenvoudig. Een jonge Chamaecyparis heeft naaldvormig blad; je zou de boom voor een jeneverbes – die eveneens priemvormige naaldjes heeft – kunnen verslijten. Een volwassen boom draagt schubvormig blad en is daardoor te verwarren met een Thuja. De zaak wordt gecompliceerd doordat sommige gekweekte variëteiten hardnekkig weigeren om volwassen te worden en ook in ouderdom nog altijd naaldvormige blaadjes blijven dragen. De Chamaecyparis heeft de eeuwige jeugd – de wensdroom van Oscar Wilde, de beroemde schrijver die volwassenheid als een schrikbeeld zag. Zo’n dwergcipres die nooit volwassen wordt, noemen kwekers bomen met een ‘gefixeerde jeugdvorm’. Die vorm ontstaat soms bij toeval door stekjes te nemen van een jonge Chamaecyparis met naaldvormig blad. Hier zien we dus het tegenovergestelde van wat er met klimop gebeurt, want bij klimop is het streven juist om de jeugdfase over te slaan en een struikje te scheppen dat al vanaf de geboorte volwassen is. Bij die struikklimop zou je over een ‘gefixeerde volwassenheid’ kunnen spreken.

Er zijn een paar trucjes waardoor je de Thuja – de levensboom en de dwergcipres zonder veel moeite uit elkaar kunt houden. Om te beginnen heeft een Thuja vaak een rechtgroeiende top, en een dwergcipres een overhangende. Dit is geen wet van Meden en Perzen, maar in negentig procent van de gevallen gaat hij op. Een ander verschil is te zien in de vruchtjes van de boom: bij een dwergcipres zijn die rond, en zo groot als een erwt; bij een levensboom zijn de vruchtjes kleiner en ovaal. Een belangrijk verschil is ’s winters te zien. Dan verkleuren de Thuja’s naar de meest onwaarschijnlijke kleuren – van dooiergeel tot oranjebruin. Oningewijden zouden haast denken dat de boom het loodje legt, maar in het voorjaar kleurt hij weer bij. Dwergcipressen blijven ’s winters meestal groen, behalve dan de jeugdvormen die soms tinten kunnen aannemen die je niet zo gauw met coniferen associeert; zo verkleuren de naalden van het dwergcipresje Camaecyparis thyoides ‘Ericoides’ in december van zeegroen naar een onwaarschijnlijke tint lila.

De wetenschappelijke namen van veel gekweekte coniferen behoren niet tot de gemakkelijkste. Mijn favoriete dwergcipres luistert naar de naam Chamaecyparis obtusa ‘Nana Gracilis’ – een mondvol voor een conifeertje dat zelden hoger wordt dan 2 meter. En dat dan pas na vijfentwintig jaar. Het is een struikje, dat geknipt is voor kleine tuinen, met schelpvormig groeiende takken en een grillig karakter. Een beeldhouwwerk in groen. De wieg van deze dwergconifeer staat in Japan en een enkele maal wordt het boompje misschien daarom door malafide kwekers ook wel als bonsai te koop aangeboden.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml