Daphne
Ieder jaar is er wel een onheilsprofeet die een strenge winter voorspelt. Vreemd, dat er altijd een strenge winter voorspeld wordt, en nooit een zachte. Terwijl de laatste strenge winter ver in de vorige eeuw was. De natuur is steeds vroeger, lijkt het. In januari hoor je tegen de schemering de zanglijster al fluiten. De sneeuwklokjes zijn eind februari allang uitgebloeid; de toverhazelaars zijn al in januari over hun hoogtepunt heen. De peperboompjes staan dan al flink in knop. Toverhazelaars horen nog bij de winter, maar het peperboompje, Daphne mezereum, dat een maand later bloeit, kondigt het voorjaar aan. Als de peperboompjes bloeien, weet je in ieder geval zeker dat er geen Elfstedentocht meer komt.
De naam peperboompje is misschien wat overdreven voor een struikje van nauwelijks drie turven hoog. Daphne mezereum bloeit op het kale hout met lilaroze bloemen die een zoete viooltjesgeur verspreiden. Het is een vertederend struikje, maar het model laat te wensen over, want als de bloemen zijn uitgebloeid, blijf je zitten met een paar spichtige takken die evenveel charme hebben als een bezemsteel. Mijn voorkeur gaat uit naar peperboompjes met een bevalliger model. Die bestaan wel, maar je moet er naar zoeken, want de meeste tuincentra bieden alleen maar Daphne mezereum aan.
Daphne cneorum ‘Eximia’ bloeit in april en mei, met bloemen die kersenrood in de knop zijn, en helderroze als ze opengaan. Een vrolijk tweekleurig effect is het resultaat, want niet alle bloemen gaan tegelijk open. Daphne cneorum eximia is een groenblijvende dwergheester die nog geen 0,5 meter hoog wordt, hoewel het struikje in de breedte wel tot 1,5 meter kan uitdijen. Als deze Daphne bloeit, is zij overdekt met bloemen die al van grote afstand te ruiken zijn. Het struikje staat het liefst in de volle zon – dit in tegenstelling tot Daphne mezereum die liever in de schaduw staat. Een andere zonliefhebber is Daphne x neapolitana. Ook dit is een groenblijver – zelfs bij strenge vorst krijgt het blad geen bruine randjes. Het bolronde struikje groeit langzaam uit tot 0,5 meter in doorsnede. De bloemkleur is flets-lila en de geur bedwelmend. Daphne x neapolitana bloeit in mei. Daphne tangutica is een twijfelgeval: niet groenblijvend, maar ook niet helemaal bladverliezend; hoe strenger de winter, hoe kaler de takken, zonder dat de struik ooit al haar blad kwijtraakt. Daphne tangutica bloeit de hele zomer en is in de herfst overladen met grote oranje (giftige) bessen. Het struikje wordt 1 meter hoog, en even breed. Ook Daphne tangutica prefereert zon.
Daphne laureola en Daphne pontica staan liever in de schaduw. Beide soorten blijven ’s winters groen, al kan Daphne pontica in een strenge winter wel eens een tik krijgen. Plant deze soort daarom liefst op een beschutte plaats, tussen andere struiken die de oostenwind kunnen breken. Daphne laureola is een klein struikje met grachtengroen blad en gifgroene bloemen in maart. De bloemen vallen eerder op door hun geur dan door hun kleur. Later in het voorjaar zit Daphne laureola vol met donkerpaarse bessen die langzaam zwart kleuren. Alle Daphnes zijn gemakkelijk te zaaien, maar voor u de bessen zaait, moet u het vlezige omhulsel van de pitten halen. Doe dit met rubber handschoenen aan. Ook moet het zaad vers zijn, omdat het snel zijn kiemkracht verliest. Bewaar het dus niet in een zakje tot het volgende voorjaar. Daphne pontica is mijn favoriet. Het ronde struikje dat na een jaar of tien een doorsnede van 1 meter bereikt, bloeit in april met geelgroene bloemen – geen spectaculaire kleur, maar de geur is hemels en komt je van grote afstand tegemoet. Op zwoele lenteavonden is de geur het hevigst. Plant Daphne pontica daarom bij voorkeur onder het slaapkamerraam.