Boompioen in de schaduw

Over boompioenen heb ik wel vaker geschreven, of liever gezegd, over één boompioen: Paeonia suffruticosa. Geef die plant een plaats in de volle zon, schreef ik. Dat advies is nog steeds geldig, maar het geldt niet voor alle boompioenen. Er zijn ook soorten die schaduw verdragen. Een boompioen, of struikpioen, is een pioenroos in struikvorm – een heester die ’s winters niet afsterft en boven de grond blijft staan omdat hij houtige stengels heeft. Hij verliest zijn blad en overwintert met kale takken. Er zijn bij mijn weten drie soorten die schaduw verdragen: Paeonia lutea, Paeonia delavayi en Paeonia potaninii. Om met de laatste te beginnen: Paeonia potaninii is alleen als pioenroos te herkennen als hij bloeit, met donkerrode, witte of gele, komvormige bloemen met in het hart een enorme bos oranjegele meeldraden. De plant vormt niet één stuik, maar een compleet struikgewas met, na verloop van tijd, meer dan honderd stengels. Paeonia potaninii maakt namelijk uitlopers in alle richtingen en je zou de plant een bodembedekkende pioenroos kunnen noemen. Deze struikpioen wordt ongeveer 1 meter hoog en kan tot een bossage van vele vierkante meters uitgroeien. Zoals bij alle pioenrozen duurt de bloei niet lang, maar ook zonder bloemen is deze struikpioen de moeite waard; het blad is glimmend, diep ingesneden en fijnverdeeld en heeft in het vroege voorjaar de delicate roze-grijze tint die je verder in de natuur alleen in het verenkleed van de houtduif tegenkomt.

Paeonia lutea heeft hetzelfde decoratieve blad en ook deze struikpioen verdraagt schaduw, droge schaduw, want zelfs onder berken heb ik deze plant zien gedijen. Meestal kom je Paeonia lutea tegen in de variëteit ludlowii, een ondersoort die door de beroemde plantenjager Ludlow in 1936 in de provincie Yunnan, in China, is gevonden. Paeonia lutea var ludlowii is een sterkgroeiende heester die in een jaar of vijf een hoogte van 2,5 meter bereikt. De struik is gemakkelijk uit zaad op te kweken en zet er onmiddellijk na het ontkiemen flink de sokken in: in het eerste seizoen kan de jonge plant al tot een struikje van bijna 0,5 meter lengte uitgroeien. De zaden zijn dik en zwart en groot als knikkers. Paeonia lutea var ludlowii bloeit met tamelijk grote, heldergele knikkende bloemen.

Ook Paeonia delavayi wordt meer dan 2 meter hoog, en zeker even breed. Deze struik bloeit met donker mahonierode bloemen die liefst met tegenlicht bewonderd moeten worden. Deze boompioen heeft één nadeel: de struik houdt zijn verdorde blad ’s winters hardnekkig vast en dat is een treurig gezicht. Een boompioen in de winter is toch al geen toonbeeld van gratie, maar gelukkig duurt zijn winter kort want boompioenen kunnen in februari al weer uitlopen. Plant ze daarom op een beschutte plaats om te voorkomen dat het jonge blad bevriest, hoewel er geen man overboord is als dat eens gebeurt.

Paeonia lutea en Paeonia delavayi zijn in het begin van de vorige eeuw met elkaar gekruist door de toen beroemde firma Lemoine uit Nancy. De planten die hieruit voorkwamen staan bekend als Paeonia x lemoinei. De beroemdste hybride van Lemoine is misschien wel ‘Souvenir de Maxime Cornu’. Ik weet niet wie Maxime Cornu was, maar ik hoop van harte dat ze niet op deze struikpioen geleken heeft, want dat is een monster van een plant met gevulde bloemen. De topzware bloemen van ‘Maxime Cornu’ zijn geel met een rood randje; ze kunnen niet tegen slecht weer, want zodra het regent liggen ze op de grond.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml