Aubrieta moet hangen
In de jaren vijftig en zestig werden aan huizen vaak van die grote bakstenen plantenbakken vast gemetseld. In die bakken was het dan droog – gortdroog – want niet alleen is het op een kunstmatig verhoogd niveau altijd al droger dan in de rest van de tuin, maar ook onderschept een overhangende dakgoot het meeste regenwater. Het was meer stof dan grond, waarmee die bakken waren gevuld. Toch waren er nog planten die onder die omstandigheden overleefden. Zieltogende rijstebrijplantjes, goudenmandjes, en slierten aubrieta hingen over de rand. Daarna, in de jaren zestig en zeventig, volgden de bielzentuin en de zitkuil – een nieuwe kans voor planten om over een rand te hangen, hoewel er ook hangers waren die de geïmpregneerde spoorbiels niet verdroegen. Als ik met heimwee aan die tijden terugdenk, dan is het ook niet omdat ik spoorbielzen of zitkuilen mis, maar omdat in het huidige geweld van siergrassen, bamboe en maaskeien geen plaats meer voor aubrieta wordt ingeruimd. Terwijl die als vroege bloeier toch niet te evenaren valt. Al in april, tegelijk met de tulpen, zijn de pollen van aubrieta zodanig met lila of paarse bloemen overdekt dat er geen blaadje meer te zien is. In een tijd waarin vaste planten nog onder de grond zitten en siergrassen naargeestig ritselen in de wind, staat aubrieta in volle bloei. Nog steeds zijn er zo’n veertig verschillende variëteiten van dit bescheiden plantje verkrijgbaar, maar de meest recente introductie, ‘Rotkäppchen’, dateert alweer van 1956. Dat zegt genoeg.
Is er dan geen plaats meer voor aubrieta in het moderne tuinieren? Volgens mij wel. Ik ben geen liefhebber van hanging baskets, vooral niet sinds ik er een keer lelijk mijn hoofdhuid aan heb opengehaald, maar als er dan toch zo’n ding bij de voordeur of bij het terras moet hangen, dan kan die net zo goed worden beplant met aubrieta, de plant die zo bevallig over de rand kan hangen. Voeg blauwe druifjes, dwergnarcissen en/of krokussen toe, en u heeft uw eigen hangende Keukenhof binnen handbereik.
Ook de moderne steenslagtuin biedt mogelijkheden, want waarom zou zo’n kattenbak plat moeten zijn? Maak terrassen die naar het huis toe oplopen door niveauverschillen aan te brengen met losgestapelde straat- of metselstenen. Plant aubrieta in potten en verstop die potten tussen de steentjes achter de rand van de terrassen. Zo maakt u in het vroege voorjaar een ware waterval van lila en paars. Ik weet het: die steentjestuinen worden nu juist gemaakt om van het tuinieren af te zijn, maar een hovenier legt zo’n cascadetuin in een ommezien voor u aan. Ook brede trappen zou je op een dergelijke manier gedeeltelijk met aubrieta kunnen beplanten.
En de toepassingsmogelijkheden houden daarbij niet op. Aubrieta kan ook als randbegroeing worden toegepast, langs het pad naar de voordeur, of ter omzoming van een terras. Maar ook als opvulling in rozenbeden en als bodembedekker onder tulpen. Vooral de oranje leliebloemige tulp ‘Ballerina’ die oprijst uit een zee van paarsrode aubrieta ‘Red Carpet’, is een feestelijke voorjaarsbeplanting. En toch – aubrieta moet hangen; over een stapelmuurtje, uit een mandje, of voor mijn part uit de gaten van een peterseliepot. Ook in de voegen van een muurtje heeft de plant het naar zijn zin, mits die voegen niet met cement zijn dichtgesmeerd. Want aubrieta is een plant die van nature in rotsspleten van het hooggebergte groeit.
In tuinen wordt vaak te pas en te onpas met kalk gestrooid – te onpas omdat veel planten waarvan gezegd wordt dat ze van kalk houden het even goed zonder doen. Maar er zijn planten, zoals veel bloembollen, maar ook rozen en anjers, die werkelijk baat hebben bij een jaarlijkse dosis kalk. Ook aubrieta hoort daarbij.