Inburgeren

Het heeft even geduurd, maar nu zijn we dan toch aan bamboe gewend. Nog even, en er wuift in Europese tuinen meer bamboe dan in China en Japan samen. Dat is niet altijd zo geweest. Tot zo’n twintig jaar geleden wilden veel mensen niets weten van bamboe in de tuin – bamboe zou hier niet passen hoorde je vaak. Ik moet bekennen dat ik nog steeds moeite heb met een pol bamboe naast de voordeur, maar nu behoor ik tot een minderheid. Bamboe is volledig ingeburgerd. De beurt is aan twee andere oosterlingen de Nederlandse tuin te veroveren: Liriope en Ophiopogon. Dit zijn twee planten die zo op elkaar lijken dat zij alleen door botanici uit elkaar te houden zijn. En soms zelfs dat niet. Liriope is een plant die in Japan, maar inmiddels ook in de VS als vervanger van gras wordt toegepast. Het is een laag, ’s winters groenblijvend plantje met relatief breed, grasachtig blad. In het najaar, pas in oktober, verschijnen de lichtpaarse bloemaren. Als grasvervanger heeft Liriope, dat in het Engels lilyturf wordt genoemd, een paar in het oog springende voordelen: de plant is niet alleen glimmend groen, maar produceert daarnaast ook nog een zee van bloemen, gevolgd door donkerpaarse bessen; ook hoef je een Liriope-veldje niet te maaien en gedijt de plant in de schaduw, op plaatsen waar gewoon gras het laat afweten. Maar u kent de tegeltjeswijsheid: elk voordeel… Liriope mag dan ’s winters groen blijven – de plant heeft wel de vervelende eigenschap om aan de uiteinden van het sprietige blad dode punten te ontwikkelen. Je kunt daar de ogen voor sluiten, maar als ze je eenmaal zijn opgevallen dan blijven die dode punten maar in je achterhoofd zeuren. Bovendien liggen de meeste grasveldjes in de zon, en hoe meer zon, hoe meer dode punten. Daarom zie ik de plant toch liever als bodembedekker in de schaduw dan als gazon. Gebruik Liriope als groenblijvend tapijt onder eveneens groenblijvende heesters en bomen, zoals Skimmia, Sarcococca, laurierkers, hulst en taxus, of combineer het sprietige blad van de Liriope met varens, mansoor en salomonszegel. Liriope houdt van warmte en is daardoor een ideale groenblijvende bodembedekker voor het microklimaat van de stadstuin.

Liriope graminifolia uit China en Vietnam is de kleinste soort, met piepkleine, smalle blaadjes die nauwelijks langer zijn dan een centimeter of vijf. Liriope muscari – een slag groter – is de meest gekweekte soort. Hiervan zijn meer dan vijftig cultivars in de handel, maar de meeste wijken nauwelijks af van de gewone soort. ‘Munroe White’ heeft witte bloemen in plaats van paarse, en ‘Variegata’ heeft bont blad met gele lengtestrepen die in de schaduw nogal vervagen; zet deze bontbladige Liriope daarom bij wijze van uitzondering liever in de volle zon. ‘Majestic’ heeft smaller blad dan gebruikelijk en lavendelblauwe bloemen.

Ophiopogon is – ik zei het al – nauwelijks van Liriope te onderscheiden en er zou dan ook geen reden zijn om deze plant aan te schaffen, ware het niet dat er een variëteit bestaat met onwaarschijnlijk donker blad. Van alle donkerbladige planten komt deze het dichtst bij zwart. Ophiopogon planiscapus ‘Arabicus’ heet deze zwartbladige plant voluit – een vreemde naam als je bedenkt dat hij uit Japan komt. ‘Nigrescens’ en ‘Ebony Knight’ zijn andere namen voor dezelfde plant. Zwart blad steekt mooi af tegen mos, maar valt volledig weg tegen zwarte aarde. Bedenk dat bij het planten. De plant is duur, maar als je er één hebt kun je hem gemakkelijk zelf zaaien. Meer dan de helft van de zaailingen zal groen zijn, maar een redelijk percentage ontkiemt al meteen pikzwart. Bied die aan op internet en word rijk.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml