Bleekpotten

Nu het in de mode is om groente uit eigen tuin te eten, zien we ook hoe ouderwetse, halfvergeten groentesoorten weer in de belangstelling komen te staan. De pastinaak maakt een bescheiden revival en de schorseneer die vroeger ‘keukenmeidenverdriet’ en ‘asperge van de armen’ werd genoemd is nu veranderd in ‘asperge van de rijken’ en wordt in twee- en driesterrenrestaurants als exquis hapje geserveerd. Beide groenten zijn in de eigen tuin zonder enige moeite te telen.

Naast de comeback van oude groentesoorten, zien we in de betere tuincentra een vergroot aanbod van moestuinaccessoires. Vroeger volstond de tuinier ermee de namen van zijn gewassen op eenvoudige houten steeketiketten te schrijven, maar tegenwoordig kunnen we etiketten krijgen in luxe uitvoeringen, in lood, zink, of aardewerk. Vooral de laatste zijn buitengewoon onhandig; meer iets voor de braderie dan voor de moestuin.

Verreweg het duurste hulpmiddel voor de eigentijdse groentetuin is de bleekpot. Een bleekpot is een grote, klokvormige, aardewerken stolp die geen bodem heeft, maar wel een deksel. Bleekpotten zijn buitengewoon decoratief en geven te kennen dat het de eigenaar menens is met de groenteteelt. Maar heeft de bleekpot ook nut? Jazeker, er zijn groenten die er baat bij hebben om gebleekt in de keuken te arriveren.

Om te beginnen: de rabarber. Wie ooit rabarber heeft gegeten weet dat deze groente in de mond een wrange nasmaak nalaat, zoals wijn die nog lang niet op dronk is. Bij wijn wordt die nasmaak veroorzaakt door tannine; bij rabarber door oxaalzuur. Oxaalzuur kan men neutraliseren door kalk toe te voegen en vroeger kookte men dan ook vaak een pijpje krijt met de rabarberstelen mee. Om te voorkomen dat de rabarberstengels een hoog gehalte oxaalzuur bevatten is het handiger om een bleekpot vroeg in het seizoen over de rabarberplant heen te zetten, waardoor de stengels zich in het donker moeten strekken. Gebleekte stengels bevatten veel minder oxaalzuur dan ongebleekte.

Wie zich verdiept in de bleekpotcultuur zal zien dat er allerlei verschillende modellen bestaan. Iedere groente heeft zijn eigen bleekpot. De rabarberbleekpot is een reusachtig gevaarte, passend bij de volumineuze rabarberplant. Een slag kleiner is de witlofbleekpot, waarmee de amateurtuinier zijn eigen witlof produceert. Ook dat is een teelt die het daglicht niet verdraagt; de witlofwortels worden in het najaar gerooid en in bosjes bij elkaar ingekuild. De bleekpot wordt over de gebundelde penwortels geplaatst en met een flinke laag aarde tegen stukvriezen beschermd. Het dekseltje van de pot fungeert als kijkgat waardoor je kunt zien of de witlof oogstklaar is. Veel moeite voor een groente die in de supermarkt voor een habbekrats te koop is. Maar wel erg leuk. En natuurlijk kan witlof ook in een donkere kelder zonder bleekpot worden geteeld.

Weer een ander model bleekpot is bestemd voor de teelt van zeekool. Zeekool is een grijsbladige plant die in Nederland op enkele plaatsen in het wild op basalten zeeweringen groeit. In het buitenland, bijvoorbeeld in Normandië, vind je zeekool op kiezelstranden, waar de plant vlak langs de vloedlijn groeit. Ongebleekte zeekool is oneetbaar, maar de gebleekte stengels van de plant zijn in het voorjaar een ware delicatesse. De smaak doet een beetje aan die van asperges denken, maar in tegenstelling tot asperges is zeekool niet slap van textuur, maar heerlijk knapperig. Mits niet te lang gekookt.

Bleekpotten zijn decoratief en duur en wie er het geld niet aan wil uitgeven kan zich uitstekend redden met een omgekeerde emmer, of – voor de grote rabarberplant – een oude metselkuip. Sommige leveranciers beweren dat hun aardewerk vorstbestendig is. Beding in dat geval garantie op stuk vriezen, of wees verstandig en zet bleekpotten ’s winters voor alle zekerheid toch maar binnen.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml