Meer wolfsmelk

Het is een ziekte van deze tijd: het kiezen van de mooiste, de beste en de beroemdste aller tijden. We vallen van de ene verkiezing in de andere. Nauwelijks hebben wij de popband van de vorige eeuw gekozen, of we mogen ons uitspreken over de beroemdste Nederlander, of de beste voetballer aller tijden. We denken kennelijk dat onze stem telt, want we kiezen ons een ongeluk. Voor de verkiezingen van de winnaar van Idols lopen meer mensen warm dan voor die van het Europese Parlement. Politici zouden daar toch een moraal uit moeten kunnen destilleren. Misschien gaan ze straks óók allemaal zingen. Of voetballen.

Ook in de tuin moet je kiezen. Wat is bijvoorbeeld de mooiste wolfsmelk? Ik ben geneigd om te zeggen: de soort die bloeit op het moment dat de vraag wordt gesteld. In februari is dat Euphorbia characias, een ’s winters groen blijvende, anderhalve meter hoge, struikachtige wolfsmelk met reusachtige cilindrische bloemhoofden. De plant groeit in de meest onwaarschijnlijke situaties: in puur grind, onder een dak, en zelfs in een muur, hoewel hij daar geen anderhalve meter bereikt. De ideale plant dus voor de plaats waar normaliter niets wil groeien. Maar welke Euphorbia characias kiezen we? Er zijn maar liefst 25 verschillende variëteiten in de handel; nemen we ‘H.E. Bates’, ‘Percy Picton’, ‘John Tomlinson’ of ‘Margery Fish’? Het gebruik om planten naar vrienden, kennissen en echtgenoten te noemen is misschien aardig voor de betrokkenen, maar niet bepaald verhelderend voor de plantenkoper. Aan namen die aangeven hoe een plant eruitziet, zoals ‘Purple and Gold’, ‘Lambrook Gold’ of ‘Perry’s Tangerine’ heb je meer houvast. ‘Lambrook Gold’ is geen slechte keuze, omdat de bloemen (eigenlijk zijn het geen bloemen, maar gekleurde schutbladen) groter, en geler zijn dan die van de meeste andere cultivars. Bij sommige naamloze exemplaren zijn de bloemen even groen als het blad en soms heeft ieder bloempje dan ook nog een sinister zwart oogje.

Euphorbia characias is geen langlevende plant; na een jaar of vijf is een exemplaar wel aan vervanging toe. Dat geldt ook voor Euphorbia x martinii, een wolfsmelk van zo’n 60 centimeter hoog die in april en mei begint te bloeien en die daardoor mooi te combineren is met oranje of gele tulpen. De bloemen zijn aan de groene kant, maar worden door een elegant rood oogje verlevendigd. Er bestaan geen planten die van de lente tot de herfst doorbloeien, maar Euphorbia x martinii komt dicht in de buurt.

In mei en juni valt het bloeiseizoen van Euphorbia palustris, onze inheemse moeraswolfsmelk. Het is verbazend hoeveel moerasplanten het op de vaste wal net zo naar hun zin hebben als in het moeras. Alsof ze in het moeras groeien omdat ze daar minder concurrentie van andere planten ondervinden. In ieder geval groeit de moeraswolfsmelk even goed in gewone tuingrond als in de dras, en zelfs op droge standplaatsen heeft de plant het naar zijn zin. Euphorbia palustris is een van onze mooiste en meest indrukwekkende tuinplanten; de plant leeft lang en vormt ronde, regelmatig gevormde pollen van meer dan een meter hoog. Schitterend als onderbeplanting van een blauweregen, samen met de oranje, vroegbloeiende Papaver atlanticum. Bij de moeraswolfsmelk kun je kiezen uit de naamloze soort en de wat exclusievere ‘Walenburgs Glorie’; neem vooral de laatste, want het verschil in uiterlijk is het verschil in prijs meer dan waard.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml