Schurftkruid

Ik ben een groot liefhebber van Scabiosa en daarom zou ik de Nederlandse naam van deze plant, schurftkruid, graag willen vervangen door een flatteuzer benaming; ‘poederdons’ bijvoorbeeld, of ‘speldenkussen’, want daarmee is de bloem van de Scabiosa beter te vergelijken dan met schurft. Er bestaat overigens wel een Scabiosa met een acceptabele naam: de enige inheemse soort, Scabiosa columbaria, luistert naar de welluidende naam duifkruid. Maar duifkruid, met zijn karakteristieke lila speldenkussens, kom je alleen een enkele keer langs de Maas of de Gelderse IJssel tegen, of in een heemtuin. Tot gewone tuinplant heeft duifkruid het nooit geschopt. Dat is niet verbazingwekkend, want deze plant is een echte leuner die in de border niet op eigen benen staat, en leunen is bij tuiniers niet populair. Die eisen stevigheid.

De Scabiosa’s die we in tuincentra vinden zijn bijna allemaal selecties en variëteiten van de steviger Scabiosa caucasica. Bekende cultivars zijn ‘Clive Greaves’ en ‘Miss Willmott’. De naam ‘Clive Greaves’ zegt mij niets, ‘Ellen Willmott’ des te meer. Ellen Willmott tuinierde aan het eind van de negentiende en in het begin van de vorige eeuw. Een boek over haar leven is alleen nog maar antiquarisch te krijgen en dat is jammer want zij is een van de kleurrijkste figuren uit de Engelse tuingeschiedenis. Ze had alles mee: ze was knap en onmetelijk rijk, maar de man waarop zij verliefd werd wees haar af, waarop zij al haar liefde en energie in haar tuinen stopte. Zij had de grootste plantencollectie van Engeland, met meer dan honderdduizend verschillende planten in haar tuin genaamd Warley Place, waarin meer dan honderd tuinlieden werkten. Onbescheiden als ze was, maakte zich in de mannenwereld van het tuinieren gevreesd en gehaat. Ze had een tweede tuin in Frankrijk, in Aix-les-Bains, en een derde in Italië, in Ventimiglia. Tientallen planten zijn naar haar genoemd, waaronder meerdere rozen, een narcis, een pioenroos, een potentilla, een flox, een lelie en een sering. En de Scabiosa die ik al noemde, die nog steeds gekweekt wordt. Met Miss Willmott zelf liep het slecht af. Het grootste deel van haar geld was in Duitse waardepapieren belegd en zij werd door de Eerste Wereldoorlog geruïneerd. Zij moest haar tuinpersoneel ontslaan en Warley Place verhuren.

Zelf betrok zij een tuinmanswoning op haar eigen landgoed. Haar tuinen raakten in verval en Ellen Willmott stierf verbitterd en berooid. Van haar tuinen is weinig over. Wat nog altijd aan haar herinnert is Eryngium giganteum, een tweejarige, zilverbladige kruisdistel die in het Engels ‘Miss Willmotts Ghost’ wordt genoemd – ‘het spook van Miss Willmott’. Het verhaal gaat dat zij het zaad van deze plant tijdens bezoeken aan tuinen van anderen in het geniep uitstrooide. Twee jaar na haar bezoek was daar dan een spoor van Eryngium giganteum te volgen.

Om terug te komen op die Scabiosa: het is nog altijd een populaire tuinplant, met zilvergrijs blad en crèmewitte bloemen. Maar de plant lijdt in mijn ogen aan hetzelfde gebrek als alle andere cultivars van Scabiosa caucasica: ze bloeien wel lang, maar nooit uitbundig waardoor ze eigenlijk weinig impact maken. Bovendien bloeien jonge planten rijker dan oude, zodat je ze om de drie jaar zou moeten opnemen om ze te scheuren en daarna weer opnieuw te planten in met mest verrijkte grond. Vroeger gebeurde dat opnemen, scheuren en herplanten natuurlijk met bijna alle borderplanten, maar in onze jachtige tweeverdienerstijd is die praktijk in onbruik geraakt. Wij hebben liever onderhoudsloze planten, niet beseffend dat die net zo zeldzaam zijn als het onderhoudsloze huwelijk. Mijn favoriete Scabiosa is een soort met lichtgele bloemen, Scabiosa ochroleuca, een plant die meer dan een meter hoog wordt. Een leuner, dat wel, maar een leuner met charme, en de ideale partner voor de bestoft blauwe bloempluimen van een ondersteunende vlinderstruik.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml