Gras

Tuinen bestonden in de Oudheid al in Assyrië, en later in Egypte en in Perzië, maar het gebruik van gras in de tuin is relatief nieuw. Nu is het klimaat van het Midden-Oosten ook niet geschikt voor groene gazons, maar ook de omsloten villatuinen van de Romeinen, de Moorse binnentuinen in Spanje, en de middeleeuwse kloostertuinen hadden geen grasvelden. Pas in de zestiende eeuw, in het Engeland van de Tudors, werden de eerste grasveldjes aangelegd. Dat waren bowling greens – gladgemaaide gazons voor een balspel dat in Engeland nog altijd populair is omdat bejaarden er tot op hoge leeftijd in kunnen uitblinken.

Na de zestiende eeuw ging het hard; vermogende landeigenaren lieten uitgestrekte landschapstuinen aanleggen, met boomgroepen, waterpartijen en glooiende grasvelden. In Frankrijk, en ook in Nederland, was gras een essentieel bestanddeel van de tuinen van Le Nôtre, omdat het diende als voorgrond voor groene bomenrijen en als toneel voor beeldengroepen. En toen de Engelse landschapsstijl later heel Europa veroverde, was gras niet meer uit de tuin weg te denken. Gazons moesten worden gemaaid door arbeiders met zeisen, of afgegraasd door schapen. Daarom was een gazon een statussymbool: de eigenaar had genoeg geld om maaiers of grazers te betalen. Pas na de uitvinding van de grasmaaier, omstreeks 1850, kwam het gazon binnen het bereik van de middenklasse.

Het siergras bestond nog niet in de negentiende eeuw; de meeste tuinen bestonden uit een gazon, omringd door felgekleurde eenjarigen. Alleen in Japan bestond een traditie om siergrassen in potten te kweken, als gezelschap voor bonsaiboompjes. Pas in het midden van de vorige eeuw werden siergrassen in Europa populair, als eerste in Duitsland, waar tuinarchitect, kweker en schrijver Karl Foerster het gebruik van grassen samen met vaste planten in de siertuin propageerde. Hij herkende als eerste de bijzondere uitstraling van het gras, samen met de unieke groeiwijze en het lange seizoen waarin siergras zijn vorm behoudt. Ernst Pagels, een leerling van Foerster, heeft zich in de jaren zeventig van de vorige eeuw op het kweken van siergrassen toegelegd en vanuit zijn kwekerij in Leer, in Ost-Friesland vlak achter de zeedijk, is het siergras zijn zegetocht begonnen. Engeland, waar het gazongras zijn carrière begon, werd het laatst door siergrassen veroverd en nog altijd zijn er Engelse tuinen, zoals het beroemde Sissinghurst, waarin nauwelijks siergrassen worden aangeplant.

De Duitse herkomst van siergrassen is terug te horen in namen als ‘Windspiel’, ‘Donnerwolke’, ‘Herbstzauber’ en ‘Zwergelefant’, maar sinds het siergras ook de Verenigde Staten bereikt heeft kom je steeds vaker namen tegen als ‘Skyracer’, ‘Heavy Metal’ en ‘Squaw’. Een doodenkele keer heeft een siergras een Nederlandse naam, zoals Calamagrostis acutiflora ‘Overdam’, hoewel hardnekkige geruchten willen dat dit een Deense selectie is.

Het mooie van veel siergrassen is dat ze doorzichtig zijn. Daardoor kun je hoge siergrassen vooraan in de border planten waardoor je de achterliggende planten ziet door een waas van grashalmen, wat een suggestie van grote diepte schept. Op deze manier kun je ondiepe beplantingsstroken dieper doen lijken. Voor die toepassing moet een siergras natuurlijk wél transparant zijn. Doorkijkgrassen vind je bijvoorbeeld in de geslachten Briza (trilgras), Deschampsia (smele) en Molinia (pijpestrootje). Panicum (gierst) spant de kroon, met bloeiwijzen die licht en doorzichtig zijn als een zwerm muggen. Het meest populaire siergras, Miscanthus of reuzenriet, blinkt niet uit door transparantie. Dit solide siergras staat vaker in de weg dan dat het doorzicht biedt. Wat sierwaarde betreft zou ik honderd keer liever een ragfijne Molinia kiezen dan een lompe Miscanthus. Het verschil is als dat tussen de tango en een klompendans. Maar de Miscanthus deelt met alle andere siergrassen één geweldige eigenschap: zijn unieke veerkracht. Grassen kunnen diep buigen, maar ze breken nooit.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml