Akelei

Akeleien worden al sinds mensenheugenis gekweekt en in de loop der eeuwen zijn er veel tuinvormen van de akelei geselecteerd. Dürer tekende ooit het archetype – de wilde akelei zoals die in de alpenweiden voorkomt. Sinds die tijd is die wilde alpenplant, Aquilegia vulgaris, met allerlei soorten uit de Himalaya en Noord-Amerika gekruist, waardoor een eindeloze variatie in bloemkleur en bloemvorm is ontstaan. Grofweg kun je de akeleien nu in twee groepen verdelen: die met langgespoorde en die met kortgespoorde bloemen. De kortgespoorde akeleien, waartoe de Europese Aquilegia vulgaris behoort, verdragen schaduw en kunnen onder bomen en struiken worden geplant. Ook kunnen ze als tussenbeplanting van rozen worden toegepast. Vroeger werden ze als perkplant gebruikt, omdat het heel gemakkelijk is om akeleien uit zaad in iets meer dan een jaar tijd tot bloeiende plant op te kweken. Hiertoe moet niet te laat onder glas worden gezaaid. Februari is een goede tijd. Tegen het einde van de zomer kunnen de akeleien dan worden uitgeplant, om in het volgende voorjaar te bloeien. Maar wat vroeger als een korte tijd beschouwd werd, wordt door velen in deze jachtige tijden als een eeuwigheid ervaren en de tijd waarin de akeleien met geduld als perkplant werden opgekweekt lijkt definitief voorbij.

De langgespoorde akeleien houden niet van schaduw en staan liever in de zon. Zij worden tot de vaste planten gerekend, maar vast is een rekbaar begrip. U moet niet verbaasd opkijken als zo’n langgespoorde akelei na een paar jaar verdwijnt, om meestal op een andere plaats wel weer op te komen. Sommigen vinden dit onvoorspelbare gedrag van de akelei wel charmant, maar anderen eisen van een plant dat hij blijft staan waar hij door de tuinier is neergezet; zij kunnen het eigenzinnige gedrag van de akelei niet accepteren en verbannen de plant daarom uit de tuin. Net als gelovigen zou je tuiniers kunnen indelen in tolerante rekkelijken en strenge preciezen.

De langgespoorde akeleien hebben de meest elegante bloemen. De bloemen van dit type zijn bijna altijd wit of geel, hoewel de sporen alle kleuren van de regenboog kunnen hebben. De ouders van de langgespoorde akeleien, die we in zaadlijsten aantreffen, zijn afkomstig uit Noord-Amerika. Zo’n Amerikaan is Aquilegia chrysantha, een forse plant van een meter hoog, met zwavelgele bloemen. Als ik één akelei mocht kiezen, dan zou dat Aquilegia chrysantha zijn. Plant er niet twee of drie, maar twintig of dertig. Dat hoeft niet duur te zijn, als u zelf de plant uit zaad opkweekt. Dat is zo makkelijk dat het zonde van uw geld is om akeleien in een tuincentrum te kopen. Na de bloei kunnen de planten tot aan de grond worden teruggeknipt en na een paar weken hebben ze dan weer een toef vers blad gemaakt.

Aquilegia longissima heeft de langste sporen van alle akeleien, waardoor de bloem sterk aan een komeet met meerdere staarten doet denken. Deze plant is absoluut niet vast en leeft nauwelijks langer dan een komeet zichtbaar is. Aquilegia canadensis is evenmin een blijvertje, maar de opvallende koraalrode bloemen maken het steeds maar weer opnieuw zaaien van deze akelei toch de moeite waard.

Van de kortgespoorde akeleien is de wilde Aquilegia vulgaris nogal somber van kleur, maar de groenig-witte variëteit Aquilegia vulgaris ‘Nivea’ is een waardevolle, langlevende tuinplant. Ook de dubbelbloemige soorten van deze akelei worden vaak gekweekt. ‘Nora Barlow’ is de favoriet van de bloemschikkers, met volledig gevulde bloemen waaraan de sporen ontbreken. De kleur is groen-met-rood-met-wit. De propperige bloemen missen de gratie van de enkelbloemige akelei, maar om gratie is het bloemschikkers zelden te doen. Zij streven naar originaliteit en een originele bloemvorm kun je ‘Nora Barlow’ in ieder geval niet ontzeggen.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml