Volkstuin
In tijden van grote welvaart dreigt veel kennis verloren te gaan. Het is paradoxaal: terwijl er steeds meer informatie steeds sneller te vergaren is, hebben we het in die informatiecultuur te druk om ons nog met eenvoudige praktische klussen bezig te houden. En we hebben het geld om die werkzaamheden uit te besteden. Wie plakt nog zelf een fietsband en snuift nog de heerlijke geur van solutie op? Wie teelt er nog zijn eigen groente en weet dat je van het doppen van tuinbonen zwarte vingers krijgt? Dergelijke kennis vind je niet op internet. Ook het doppen van erwten is een uitgestorven vaardigheid; de supermarkten – en ook de meeste groenteboeren – verkopen alleen nog maar bevroren doperwten.
Begrijp mij goed – ik wil niet beweren dat we weer gezellig met het hele gezin erwten moeten gaan doppen, of peertjes moeten gaan wecken, met tot besluit na gedane arbeid een gezellig potje halma of mens-erger-je-niet. Maar ik zou het wel jammer vinden als we in onze dolle rit langs de elektronische snelweg steeds meer van de natuur vervreemd zouden raken. Het lijkt mij essentieel om te weten hoe voedsel wordt verbouwd, hoe je peterselie zaait en hoe een sperzieboon groeit.
Gelukkig is er nog één bastion waar kennis over tuinbouw bewaard blijft. Dat is de volkstuin. Merkwaardigerwijs worden volkstuinders binnen de tuinwereld niet altijd voor vol aangezien. Volkstuinieren wordt gezien als een wat platte, om niet te zeggen proletarische subcultuur. Behalve in de Randstad waar de volkstuin niet voor de groenteteelt maar voor recreatie wordt gebruikt. Maar subcultuur is wel degelijk ook een cultuur en de volkstuinverenigingen vormen een reusachtig en belangrijk reservoir van kennis.
Wie naar de winkel gaat koopt naamloze artikelen. ‘Egypte’ staat er bij mijn supermarkt boven de sperziebonen en daarmee wordt geen ras bedoeld, maar het land van herkomst, zoals er bij de andijvie ‘Holland’ staat. Maar de volkstuinder denkt niet in herkomsten. Hij denkt in cultivars, of rassen. De volkstuinder gebruikt een heel eigen jargon. Hij zaait geen bonen, maar hij legt ze. En hij legt geen anonieme sperziebonen, maar hij maakt een welbewuste keuze tussen ‘Rentegevers’, ‘Mechelse Tros’, ‘Rakker’ of ‘Westlandse Dubbele’. Zijn doperwten luisteren naar sprekende namen als ‘Eminent’, ‘Meikoningin’ of ‘Marktveroveraar’. De mooiste groentenaam vind ik nog altijd ‘Wonder Der Vier Jaargetijden’, de naam van een smakelijke rode kropsla. Wie zich verdiept in het telen van groente op de volkstuin ontdekt een hele nieuwe sprookjeswereld, bevolkt met intrigerende gewassen met namen als ‘Leidse Hangers’, ‘Verbeterde Wagenaars’, ‘Blauwe Groninger’, ‘Amsterdamse Bak’, ‘Bloemendaalse Gele’ en ‘Noord-Hollandse Bruine’.
Sinds ik slapende vennoot ben geworden in mijn kwekerij van vaste planten, beleef ik veel plezier aan het telen van gewassen die niet bestemd zijn voor de tuinen van mijn voormalige klanten maar voor mijn eigen maag. Een expert op het gebied van de groenteteelt kan ik mijzelf niet noemen, maar zo langzamerhand leer ik vooral de peulvruchten goed kennen en weet ik het verschil tussen witbloeiende langschedige pronkers en blauwschedige spekslabonen. Voor dagelijkse consumptie adviseer ik ‘Mont d’Or’ een boterboon, of wasboon, met gele peulen waarin zich zwarte boontjes bevinden. Bonen die niet op tijd geoogst worden, worden al gauw melig en taai, maar ‘Mont d’Or’ blijft lange tijd boterzacht. Voor zon- en feestdagen zou ik een rijtje ‘Sonate’ leggen, een draaddun Frans boontje, dat ook wel als haricot vert bekend (–) staat. Onze stevige bonenrassen van vaderlandse bodem smaken uitstekend, maar zijn niet verfijnd. Franse boontjes zijn een ware delicatesse. Het grote voordeel van zelf groente telen is, dat je ook eens iets op tafel kunt zetten dat in de winkels niet of nauwelijks verkrijgbaar is, zoals ‘Gele Tros’, een grote gele vollegrondskomkommer, witte meirapen, pastinaken en schorseneren. Mijn favoriete wintergroente is de volkomen winterharde en makkelijk te telen winterpostelein en ook die ben ik nog maar zelden in tuinverse toestand bij de groentenier tegengekomen.