Bakerpraat
Elke week komt er wel een nieuw tuinboek uit; niet omdat de tuinwetenschap zich zo snel ontwikkelt, maar omdat dezelfde hoeveelheid kennis telkens weer in een ander jasje wordt gestoken. Een tuinboek van nu bevat niet meer informatie dan een tuinboek uit de jaren van Heimans en Thijsse, maar de tuinboekenschrijver slaagt er als geen ander in om dezelfde hoeveelheid kennis eindeloos te recyclen. Niet alleen in de natuur is er sprake van een kringloop, maar ook in de tuinliteratuur. B schrijft zijn boeken over van A, C van B, D van C, enzovoort, totdat het hele alfabet aan de beurt is geweest. Soms leidt dat tot komische situaties, vooral als je dezelfde fout door tientallen tuinboeken heen kunt traceren. Neem bijvoorbeeld de steeds herhaalde bewering dat het planten van kruisbladige wolfsmelk de mollen uit de tuin zou weghouden. Kruisbladige wolfsmelk is een tweejarige plant die bij beschadiging een wit sap afscheidt; vroeger – in de tijden van de volksgeneeskunde – werd dat witte sap wel gebruikt als uitwendig geneesmiddel tegen wratten en pukkels. Wie kruisbladwolfsmelk opzoekt in een oud Engels tuinboek, vindt soms de aanbeveling ‘good against moles’. ‘Mole’ betekent in het Engels ‘mol’, maar ook ‘wrat’, en een vertaler die geen zin had om het woordenboek erbij te pakken heeft geconcludeerd dat de kruisbladige wolfsmelk goed tegen mollen is. Dat was in het begin van de vorige eeuw en sinds die tijd is het bakerpraatje in tientallen tuinboeken herhaald. Alleen wie het advies ooit heeft opgevolgd en kruisbladige wolfsmelk in zijn tuin heeft geplant weet intussen beter. De mol wist natuurlijk allang beter, maar die leest dan ook geen tuinboeken.
Een ander bakerpraatje dat een lang en taai leven leidt is de bewering dat de clematis, een populaire klimplant, van kalk zou houden. Het is wel te begrijpen hoe dat verhaal in de wereld komt: de clematis groeit in het wild vaak op kalkhoudende grond en dan is het verleidelijk om te concluderen dat de plant van kalk houdt. Maar evenmin als zeekool met zeewater begoten moet worden, is clematis dol op kalk. Clematis groeit in het wild op kalkhoudende grond omdat de plant kalk verdraagt, en niet omdat hij er zo van houdt. Alleen op extreem zure grond heeft het nut om kalk toe te voegen.
De clematis is sowieso vaak het slachtoffer van misinformatie. Wat te denken van het merkwaardige gebruik om de arme clematis direct na het planten een dakpan op de wortels te leggen. De meeste clematissen houden van vochtige grond en door een dakpan op de potkluit te plaatsen blijft die kurkdroog, waardoor de jeugdsterfte onder clematissen hoog is. Geef een pasgeplante clematis voldoende water en laat die dakpannenflauwekul achterwege.
Een andere vreemde gewoonte is een clematis diep te planten. Door een clematis dieper te planten dan hij bij aanschaf in zijn pot staat – zo gaat het verhaal – maakt de plant meer kans om een aanval van verwelkingziekte te overleven. Deze mythe stamt uit het begin van de vorige eeuw, toen de clematis nog op een onderstam geënt werd. Tegenwoordig wordt een clematis door stekken vermeerderd, maar vroeger was enten heel gebruikelijk. Door een geënte clematis diep te planten, maakte de geënte plant na verloop van tijd eigen wortels waarna de onderstam afstierf. Met verwelkingziekte heeft dat niets te maken en het diep planten van de moderne, gestekte clematis heeft dan ook geen enkele zin.
En wat betreft die verwelkingziekte – een dramatisch verlopende ziekte waarbij een clematis in één nacht volledig verwelkt: plant een clematis die daar immuun voor is. Over het algemeen zal dat een kleinbloemige soort zijn, bijvoorbeeld Clematis viticella, met sierlijk knikkende bloemen of Clematis alpina, met na de bloei zilverwitte zaadpluizen.