Echte tulpenboom
De Nederlandse naam van Liriodendron is tulpenboom, maar iemand die de Nederlandse naam van Liriodendron wil gebruiken heeft het altijd over de echte tulpenboom. Dat suggereert dat er ook een valse tulpenboom bestaat. Dat is niet zo, maar magnolia, die in het Nederlands beverboom heet, wordt vaker tulpenboom genoemd dan beverboom. En niet helemaal onterecht, want de bloemen van magnolia lijken op tulpen en niet op bevers. Soms helpt het om bij het communiceren over planten iets van het botanische potjeslatijn te beheersen, want al te halsstarrig gebruik van Nederlandse plantennamen zaait alleen maar verwarring. Een vriend van mij wilde graag een tulpenboom in zijn tuin. Een tuincentrum kon hem daar wel aan helpen. De tulpenboom werd aangeschaft en in de voortuin geplant. Toen het boompje in het voorjaar uitliep werd mijn vriend ongerust, want zijn tulpenboom had een heel ander blad dan alle andere tulpenbomen die hij kende. Hij weer terug naar het tuincentrum en daar bleek dat hij een echte tulpenboom gekocht had, in plaats van een magnolia. Gelukkig mocht hij zijn boom nog ruilen. Had hij de wetenschappelijke namen van de tulpenboom en de beverboom gekend, dan was de verwarring hem bespaard gebleven.
De tulpenboom, Liriodendron tulipifera, is een reusachtige boom, die meer geschikt is voor parken dan voor tuinen. En zelfs wie een grote tuin heeft moet de tulpenboom niet naast zijn huis planten. In de Verenigde Staten, waar de boom vandaan komt (en waar de tuinen dikwijls groter zijn dan hier) zeggen tuinarchitecten altijd: ‘Plant nooit een tulpenboom naast je huis, want er komt altijd een moment dat hij er bovenop valt.’ Hier, in ons land, is het mij nooit opgevallen dat tulpenbomen vaker omwaaien dan andere bomen, maar er zijn er ook te weinig van voor een betrouwbare steekproef. In zijn thuisland wordt de tulpenboom soms wel meer dan 50 meter hoog, maar bij ons haalt hij zelden meer dan 30 meter.
Zelfs voor wie geen verstand van bomen heeft is de tulpenboom gemakkelijk te herkennen want het blad van deze boom is waarlijk uniek: het ziet eruit alsof iemand het heeft dubbelgevouwen om er daarna met een schaar keurig het uiteinde af te knippen. De naam tulpenboom heeft de boom te danken aan zijn tulpvormige bloemen die geelgroen zijn, met oranje vlekken. Die bloemen zijn groot, tenminste voor een boom, maar omdat de tulpenboom pas op latere leeftijd begint te bloeien zitten die bloemen meestal zo hoog dat je een ladder nodig hebt om ze van dichtbij te bekijken.
U zou zich kunnen afvragen waarom ik schrijf over een boom die de meeste lezers niet in hun tuin kunnen huisvesten. Dat doe ik om te wijzen op een praktijk die vaak op de wilg, maar zelden op andere bomen wordt toegepast: het knotten. Veel bomen kun je knotten, of zelfs bij de grond afzagen, hetgeen stoelen wordt genoemd. Ik kan me voorstellen dat je in een border bomen plant die je van tijd tot tijd afzaagt om ze op die manier als een bladplant te gebruiken. Sommigen doen dat om zijn reusachtige blad wel eens met de paulownia, maar je zou het met veel meer bomen en struiken kunnen doen. Ik denk bijvoorbeeld aan de goudbladige hazelaar, Corylus avellana ‘Aurea’, of aan de bontbladige vorm van de tamme kastanje, Castanea sativa ‘Argenteovariegata’. Of aan de vleugelnoot, Prerocarya fraxinifolia of aan Quercus frainetto, de Hongaarse eik, met indrukwekkend glanzend, en diep gelobd blad. En aan de tulpenboom. Het vereist meer moed om de snoeischaar in een boom te zetten dan in een struikje, maar het kan even effectief zijn.