Kindertuin

Toen ik laatst een winkel vol elektrische apparaten binnenliep omdat mijn stofzuigerzakken op waren, zag ik dat Miele nu een leuk klein kinderstofzuigertje in de handel heeft gebracht. Geweldig – nu nog een strijkijzertje waaraan de kleuters hun handjes kunnen schroeien, of een mixertje waarin ze een vingerkootje of twee kunnen kwijtraken, en nog voor ze leerplichtig zijn kunnen ze het huishouden al professioneel runnen.

Maar het is waar: kleuters doen niets liever dan grote mensen imiteren en dat gedrag verklaart ook het ontstaan van het kindertuintje – een eigen stukje grond waarop het kind sterrenkers en radijsjes kan zaaien. Die belangstelling voor zaaien en kweken duurt meestal maar kort, vaak niet langer dan één zomer en wat wil je ook: planten zijn saai; steeds staan ze op dezelfde plaats. Van spanning en sensatie is geen sprake in de moestuin. Als ik terugkijk op mijn eigen kinderjaren, dan had ik ook meer belangstelling voor walvissen, gifslangen en roofdieren dan voor die stomme planten. De enige plant die mijn belangstelling vast kon houden was mijn pompoen, waarmee ik alle records van omvang en gewicht hoopte te breken. En jaren later werd ik gefascineerd door vleesetende planten, maar toen ik erachter kwam dat ook dat vlees eten een gezapige bedoening was, verflauwde mijn belangstelling toch weer snel.

De huidige trend waarin een tuin alleen bedoeld is om naar te kijken en niet om aan te raken, helpt ook al niet om de belangstelling van de jeugd voor planten te wekken. Als je dat wilt – belangstelling wekken – dan denk ik dat je moet beginnen met planten waarmee je iets kunt doen, bijvoorbeeld prijzen winnen of records breken zoals ik met mijn pompoen. Kies wel het juiste pompoenenras, want anders staat uw kind meteen al op een onoverbrugbare achterstand. ‘Atlantic Giant’ is het ras om te kiezen; niet lang geleden werd uit een zaadje van deze variëteit een vrucht van meer dan vijfhonderd pond gekweekt. Schaf de vorkheftruck maar vast aan.

De pompoen is niet de enige plant waarmee je aan een wedstrijd kunt deelnemen; tegenwoordig worden overal in het land zonnebloemwedstrijden georganiseerd, waarbij het erom gaat de hoogste zonnebloem te kweken. Een goede kans hierop maakt uw kroost met het ras ‘Russian Giant’, waarvan een exemplaar met gemak het slaapkamerraam op de eerste verdieping bereikt. Bind de zonnebloem wel stevig aan een paal, want anders wordt het bij een plotselinge onweersbui een drama.

Niet alleen het winnen van prijzen is leuk met planten – je kunt er nog allerlei andere dingen mee doen. Heel boeiend is in dit kader natuurlijk de sneeuwbes, u weet wel: die heester met witte bessen in de herfst die je kunt wegblazen met een stuk elektriciteitsbuis, waarna ze zo leuk tegen het raam van de buren uiteenspatten.

Ook verven met plantaardige verfstoffen verveelt niet snel. Alle planten waarvan de naam eindigt op tinctoria of tinctorius zijn hiervoor geschikt, want dat woord betekent ‘door ververs gebruikt’. Keus te over: Genista tinctoria is verfbrem, en Anthemis tintoria is verfkamille, maar ook planten zonder verwijzing naar verf in hun naam kunnen worden gebruikt. De wortels van lieve-vrouwe-bedstro kleuren stoffen prachtig rood en de bast van de walnoot geeft warm okergeel. Want de andere naam voor walnoot – okkernoot – heeft natuurlijk een ‘k’ te veel.

Er bestaan ook planten die insecten niet vangen om ze op te eten zoals de zonnedauw of het blaasjeskruid, maar om erdoor bevrucht te worden. Dat zal kinderen wel aanspreken, zo’n insectengevangenis. De aronskelk vangt in zijn bloemschede allerlei vliegjes en motjes die daar met hun wanhopig gefladder voor de bevruchting zorgen. Daarna gaan ze merendeels dood. De bloem als insectengraf. Wreed natuurlijk, dat wel, maar kinderen zijn vaak wreder dan u denkt. En trouwens – de vliegenvangende aronskelk is nog niets vergeleken bij de luipaard uit de natuurfilm die een gazelle vangt.

Alles kan wachten
cover.xhtml
halftitle.xhtml
frontmatter.xhtml
title.xhtml
copyright.xhtml
inhoud.xhtml
part01.xhtml
chapter01.xhtml
chapter02.xhtml
chapter03.xhtml
chapter04.xhtml
chapter05.xhtml
chapter06.xhtml
chapter07.xhtml
chapter08.xhtml
chapter09.xhtml
chapter10.xhtml
chapter11.xhtml
chapter12.xhtml
chapter13.xhtml
chapter14.xhtml
chapter15.xhtml
chapter16.xhtml
chapter17.xhtml
chapter18.xhtml
chapter19.xhtml
chapter20.xhtml
chapter21.xhtml
chapter22.xhtml
chapter23.xhtml
chapter24.xhtml
chapter25.xhtml
chapter26.xhtml
chapter27.xhtml
part02.xhtml
chapter28.xhtml
chapter29.xhtml
chapter30.xhtml
chapter31.xhtml
chapter32.xhtml
chapter33.xhtml
chapter34.xhtml
chapter35.xhtml
chapter36.xhtml
chapter37.xhtml
chapter38.xhtml
chapter39.xhtml
chapter40.xhtml
chapter41.xhtml
chapter42.xhtml
chapter43.xhtml
chapter44.xhtml
chapter45.xhtml
chapter46.xhtml
chapter47.xhtml
chapter48.xhtml
chapter49.xhtml
chapter50.xhtml
chapter51.xhtml
chapter52.xhtml
chapter53.xhtml
chapter54.xhtml
chapter55.xhtml
chapter56.xhtml
chapter57.xhtml
chapter58.xhtml
chapter59.xhtml
chapter60.xhtml
chapter61.xhtml
chapter62.xhtml
chapter63.xhtml
chapter64.xhtml
chapter65.xhtml
chapter66.xhtml
chapter67.xhtml
chapter68.xhtml
chapter69.xhtml
chapter70.xhtml
chapter71.xhtml
chapter72.xhtml
chapter73.xhtml
chapter74.xhtml
chapter75.xhtml
chapter76.xhtml
chapter77.xhtml
chapter78.xhtml
chapter79.xhtml
chapter80.xhtml
chapter81.xhtml
chapter82.xhtml
chapter83.xhtml
chapter84.xhtml
chapter85.xhtml
chapter86.xhtml
chapter87.xhtml
chapter88.xhtml
part03.xhtml
chapter89.xhtml
chapter90.xhtml
chapter91.xhtml
chapter92.xhtml
chapter93.xhtml
chapter94.xhtml
chapter95.xhtml
chapter96.xhtml
chapter97.xhtml
chapter98.xhtml
chapter99.xhtml
chapter100.xhtml
chapter101.xhtml
chapter102.xhtml
chapter103.xhtml
chapter104.xhtml
part04.xhtml
chapter105.xhtml
chapter106.xhtml
chapter107.xhtml
chapter108.xhtml
chapter109.xhtml
chapter110.xhtml
chapter111.xhtml
chapter112.xhtml
chapter113.xhtml
chapter114.xhtml
chapter115.xhtml
chapter116.xhtml
chapter117.xhtml
chapter118.xhtml
backmatter.xhtml
register.xhtml