Serafín

 

 

 

Ons respect voor anderen blijkt soms uit de zorgvuldigheid waarmee we geheimen voor hen bewaren. Wat dat betreft zou Serafín moeten worden beschouwd als een uitermate respectvol persoon.

 

Het was de nacht van 25 november 1905. Serafín herinnert zich de datum met zo veel zekerheid doordat hij blijft terugkeren in de politieke analyses van kranten als ze het hebben over de organisatie van de militaire junta’s of over de Wet op de Jurisdicties.

Een paar dagen eerder was duidelijk geworden dat Serafín een zetel in de gemeenteraad had bemachtigd, en hij vierde dit met de revolutionaire lerrouxisten van kiesdistrict tien, een groep republikeinse aanhangers tussen de achttien en achtentwintig jaar die hem als een van hun leiders beschouwden. Iedereen was trots dat er uit hun midden een raadslid was gekozen. Ze aten, ze dronken, ze proostten, ze zongen, ze dansten. Als het aan hen had gelegen waren ze doorgegaan tot in de vroege ochtend, maar de vreugde werd onderbroken door het binnenstormen van Arnau, een van de jongste leden van hun beweging. ‘Jongens, jongens!’ schreeuwde hij opgewonden. ‘De Cu-Cut is overvallen door militairen!’

In het feestgedruis konden in eerste instantie slechts een paar anderen hem verstaan, maar zij herhaalden zijn bericht en het nieuws verspreidde zich razendsnel onder de aanwezigen: ‘Militairen hebben Cu-Cut overvallen!’

‘Een paar honderd officiers zijn naar de straat van Avignon getrokken, waar ze de drukkerij hebben kapotgeslagen,’ vertelde Arnau. ‘En daarna zijn ze met hetzelfde doel naar het redactiekantoor gegaan. Ze hebben alles op straat gegooid — stoelen, tafels, kasten, boeken — en het in brand gestoken. Ik heb opgevangen dat ze van plan zijn hierna hetzelfde te doen bij La Veu de Catalunya.’

De bestormde bladen waren gelieerd aan de Lliga, de Catalaanse nationalistische partij, samen met de Republikeinse Unie de grote winnaar van de gemeenteverkiezingen. Vooral de Cu-Cut, een satirisch weekblad, had het Spaanse leger — en zijn weinig benijdenswaardige staat van dienst de laatste jaren — tot een dankbaar onderwerp van hoon gemaakt:

Waarom laat de militair gouverneur alle Catalaanse vlaggen naar beneden halen? Spaanse vlaggen strijken is alles wat hij in het leger heeft geleerd!

Een afgezant van de Spaanse regering heeft de Duitse keizer gezegd dat Spanje in vrede wil leven met alle andere Europese naties. ‘Dat begrijp ik,’ antwoordde keizer Wilhelm. ‘Niemand krijgt graag een pak slaag.’

Wat maakt onze gouverneur Fuentes tot de minst prestigieuze generaal uit het Spaanse leger? Hij heeft niet zoals Linares, Weyler, Primo de Rivera of Augustins ergens een overzeese kolonie verloren!

Kennelijk had de Cu-Cut dit weekend net één spotprent te veel over het leger geplaatst.

Serafín overlegde met een paar van de andere jonge leiders — Mariano, Enrique, de broers Rafael en José — over wat te doen. Ze besloten dat ze het geweld van de militairen niet over hun kant konden laten gaan, ondanks het feit dat de slachtoffers hun politieke tegenstanders waren. Wie weet was het de volgende keer wel de beurt aan republikeinse bladen. Met een zo groot mogelijke ploeg zouden ze zich naar La Veu begeven en de agressie een halt toeroepen. Dit waren ze aan hun land, hun stad en hun eer verplicht.

Terugkijkend hadden ze simpelweg zin in een straatgevecht.

Een paar jongens waren te dronken om mee te gaan, een paar werden weggestuurd om republikeinen uit andere districten te mobiliseren, en de rest haastte zich gewapend met stokken, messen en stenen naar het redactiekantoor van La Veu aan de Carrer de les Flors, vol strijdlust en bravoure, en vastberaden zich te doen gelden als een kracht waar in Barcelona rekening mee moest worden gehouden.

Bij aankomst op de Carrer de les Flors bleken ze niet de enigen te zijn die de militairen kwamen tegenhouden. Gewaarschuwde buurtbewoners waren massaal de straat op gegaan om de vernieling van La Veu te voorkomen en blokkeerden de weg voor de officiers, die hun bijlen in de aanslag hadden om de deur van het redactiekantoor open te breken. Serafín zag de civiel gouverneur tussen de militairen staan. De situatie bekoelde snel en het zag er niet naar uit dat er een gevecht zou uitbreken; achteraf des te beter, want ten opzichte van de officiers waren de lerrouxisten tien tegen één in het nadeel. De officiers vertrokken onder aanvoering van de gouverneur, en ook de lerrouxisten hielden het voor gezien.

Met vier van hen bleef Serafín na afloop nog wat door de stad zwerven, op zoek naar een mogelijkheid de opgebouwde agressie af te reageren. Ze maakten schijnboksbewegingen naar elkaar, trapten tegen vuilnisbakken en duwden elkaar tegen lantaarnpalen, tot ze aan het eind van de straat een drietal officiers zagen lopen. Een uitgelezen kans om zich alsnog met militairen te meten, meenden ze, en ze begonnen de officiers te provoceren.

‘Klootzakken!’ riep een van de lerrouxisten.

‘Homofielen!’ riep een ander.

‘Zielig stelletje verliezers!’

‘Hoerenzonen!’ voegde Serafín toe.

De drie officiers namen de beledigingen inderdaad hoog op, maar zij bleken slechts de voorhoede te zijn van een hele groep militairen die nu om de straathoek verscheen. Voor de lerrouxisten het goed en wel doorhadden, stormde er praktisch een half regiment op hen af. Halsoverkop vluchtten ze over de brede straat van Aragon weg voor de luid joelende legermacht. Na een paar straten sloegen twee van de lerrouxisten linksaf naar het oude centrum, een derde maakte een plotselinge sprong om zich te verstoppen in een achtersteeg, en waar hij zijn laatste metgezel kwijtraakte zou Serafín niet kunnen zeggen. Hij bleef rennen en rennen en rennen, zonder om te kijken, stak de Passeig de Gràcia en het noordelijke eind van de Ramblas over, sprong over opengebroken straatbetegeling en ontweek een enkele zwerver of straathond, alsmaar rechtdoor richting Sants en Montjuïc. De lerrouxisten waren begonnen met een ruime voorsprong en Serafín had gehoopt de officiers puur op snelheid te kunnen afschudden, maar hiervoor bleek het hem aan conditie te ontbreken. Eerder dan hem lief was begon de uitputting toe te slaan, verzuurden zijn benen. Het gejoel was weggestorven, maar hij hoorde dat hij nog steeds werd achtervolgd.

Aangekomen op het plein van Latamendi, kon hij niet meer. Afgepeigerd draaide hij zich om en keek hoeveel er nog achter hem aan zaten, maar nog voor hij zijn blik had kunnen scherpstellen werd hij door twee officiers tegen de muur van het flatgebouw achter hem gestoten en begonnen ze in te beuken op zijn buik. Terwijl de een zijn elleboog op Serafíns hals duwde, hem nagenoeg de adem afsnijdend, liet de ander het harde vuistslagen regenen op Serafíns lichaam. Hij stopte pas toen een derde officier, duidelijk hoger in rang, hem daartoe opdracht gaf. ‘De boodschap is wel duidelijk,’ hoorde Serafín hem zeggen. ‘Hij hoeft niet dood.’

Ze lieten hem los en deden een stap terug. Serafín viel op de grond. Hij kreeg nog een trap na en werd achtergelaten.

Enigszins bij krachten gekomen, strompelde Serafín over de Diagonal, op zoek naar… ja, naar wat eigenlijk? Een verdwaalde lerrouxist die hem zou helpen? Of anders een toevallig voorbijrijdende koets die hem naar huis kon brengen? In elk geval was hij nu niet in staat dat stuk te lopen. Voor de deur van een gesloten café ging hij op de grond zitten. Voorlopig kon hij hier wel als een zwerver in een hoek van de portiek kruipen, totdat de volgende ochtend de trams weer zouden rijden. Hij begon in slaap te vallen.

‘Serafín Maragall, wat is er in ’s hemelsnaam met jou gebeurd?’ klonk de stem.

‘Enriqueta…’

Ze knielde naast hem, streek haar handen over zijn gezicht. ‘O, engeltje van me, wat heb je toch gedaan?’

Hij liet zich door haar meetorsen, straten over, trappen op, gangen door — hij weet het allemaal niet meer — tot ze een kamerdeur opende en hem naar het bed geleidde.

‘Waar zijn we eigenlijk?’ vroeg hij.

‘In een bordeel op de Diagonal.’

‘O.’ Hij opende een moment de ogen om ze meteen weer te sluiten. ‘Wat doen we daar?’

‘Jij ligt er gewond te zijn en ik verzorg je.’

‘In een bordeel?’

Ze bleef even stil, en mompelde toen hoofdschuddend: ‘Serafín, Serafín, Serafín… Besef je wel waar ik mijn geld mee verdien?’

‘Ja, je bent actrice.’

‘Wat een grap: rondkomen van het acteren. Jullie politici hebben daadwerkelijk geen enkel idee van het echte leven.’ Ze lachte hem uit, het bed trilde ervan.

‘Je doet er nog iets bij?’

‘Serafín,’ zei ze ernstig. ‘Ik drijf een bordeel. Ik dacht dat je dat wel wist.’

‘O.’

‘Is dat alles: “O”?’

In zijn mond voelde hij een losse tand en proefde de metaalsmaak van bloed. ‘Ik heb dorst. Zou je me een glas water kunnen brengen?’

Serafín vond het wel opwindend, een madam als maîtresse. Had hij die nacht in betere staat verkeerd, dan had hij gebruikgemaakt van de mogelijkheden die deze kamer bood, met de grote spiegels aan het hoofdeinde en aan weerszijden van het bed. Het was in ieder geval geen aanleiding voor hem om het contact met Enriqueta te verbreken.

In zijn hart heeft hij natuurlijk altijd geweten dat ze in haar bordeel meer dan alleen werkgeefster was.

Het Bloed in Onze Aderen
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html
section-0111.html
section-0112.html
section-0113.html
section-0114.html
section-0115.html
section-0116.html