Uit de memoires van kolonel Augusto Santamaría del Valle

 

Meer weet de duivel vanwege zijn leeftijd dan vanwege het gegeven dat hij de duivel is. Het is eenvoudig doch ook bij uitstek zinloos om achteraf onze fouten aan te wijzen. De slachting in Abarran had wellicht kunnen worden voorkomen, maar de geschiedenis voltrekt zich slechts in één richting en in het vocabulaire van geschiedschrijvers kent het woord ‘als’ geen plaats.

 

Nog dezelfde avond dat Abarran viel, trachtten de Moorse rebellen een doorbraak te forceren in onze linies bij het vissersdorp Sidi Dris. Vierentwintig uur lang namen zij ook de positie daar onder vuur. Het was te danken aan de vastberadenheid van bevelvoerend majoor Benítez en de inzet van de zes vliegtuigen van onze luchtmacht dat het fort erin slaagde het offensief te weerstaan.

Op de eerste juni verloren vijfentwintig Spaanse soldaten hun leven, en meer dan honderd politieagenten stierven of deserteerden die dag. Abd El-Krim had zijn eerste, waarschuwende tik uitgedeeld.

Na de blamage van Abarran wenste Silvestre de positie opnieuw te bezetten, maar dit werd hem verboden door de hoge commissaris Berenguer en de minister van Oorlog Eza. De Amekran mocht voorlopig geen tweede keer worden overgestoken. Silvestre, vernederd door Abd El-Krim en hongerig naar revanche, besloot hierop de frontlinie uit te bouwen naar het zuiden, dit in plaats van de bestaande linie te verstevigen. De meest vooruitgeschoven post werd het kamp Igueriben, dat een week na de val van Abarran werd opgezet vijf kilometer ten zuiden van Annual. Twee compagnies infanterie en een sectie artillerie legerden zich hier.

Op de twaalfde juni werd ik ontboden bij de luitenant-kolonel Arguelles, die het commando over Annual op zich had genomen. Hij was naar het kamp gesommeerd toen Abarran reeds was gevallen.

Arguelles was kort van stof. ‘Een kapitein van het regiment Ceriñola in Igueriben heeft buiktyfus opgelopen en u gaat hem vervangen. U vertrekt morgenochtend.’

‘Ik krijg het bevel over Spaanse troepen?’

Hij knikte. ‘Een van zijn luitenants is overigens ook ziek geworden. U mag zelf een vervanger voor hem aanwijzen onder uw officiers.’

Ik liep in gedachten de kandidaten na en koos uiteindelijk voor luitenant Amores, daar ik me zijn wens herinnerde overgeplaatst te worden naar het Legioen. In Igueriben zou hij ervaring kunnen opdoen om zijn kansen hierop te vergroten.

 

In het veldhospitaal van Annual, een grote legertent met dertig bedden, zocht ik mijn voorganger uit Igueriben op. De klamme stank van ziekte hing in de tent, honderdmaal verergerd door de vochtige, warme lucht. De kapitein lag in een ijzeren bed, zijn armen, borst en voorhoofd bedekt met natte doeken. Bruin vloeibaar sijpelde het onder zijn lakens op de grond. In het bed verderop ontwaarde ik zijn luitenant, ijlend van de koorts. Een hospik trachtte de man water te geven, maar het slikken ging niet en de patiënt hoestte het allemaal weer op. Hij zou de volgende ochtend niet halen.

‘Het spijt me zeer jullie zo te zien,’ zei ik tegen de kapitein. ‘Ik zal bidden voor jullie herstel.’

‘Heb geen medelijden met ons, Augusto.’ Hij forceerde een glimlach. ‘Jíj bent degene die naar Igueriben gaat.’

 

Bij het invallen van de nacht trok ik mijn laarzen uit, borg mijn pistool onder mijn hoofdkussen en ging buiten voor mijn tent op de grond zitten. In het licht van de maan, met een munitiekist als werktafel, schreef ik twee brieven. De eerste was gericht aan mijn moeder: ik wenste haar kracht en vertrouwen toe, en vroeg haar naast de gebeden voor vader en mijn overleden zuster er ook enkele voor mij te sparen. Ik schreef dat ik spoedig thuis zou zijn, zodat wij als een familie de tegenslagen het hoofd zouden kunnen bieden. De tweede was een brief aan mijn broer, waarin ik aangaf hoe mijn bezittingen te verdelen mocht ik niet meer levend terugkeren op Spaanse bodem.

Toen ik de brieven klaar had, leunde ik achterover tegen het tentzeil om de sterrenhemel te bekijken.

Luitenant Amores kwam langs. Hij had koffie bemachtigd en bood me een beker aan. Ik weigerde. De luitenant had minder enthousiast gereageerd op zijn overplaatsing naar Igueriben dan ik had verwacht, maar wellicht was hij nog aangedaan door de dood van luitenant Urgel.

‘Het verlies van uw vriend spijt me,’ zei ik.

‘Ik heb geholpen met het inpakken van zijn spullen,’ antwoordde hij. Hij slikte. ‘Er wordt gewacht tot we zijn lichaam hebben om het samen daarmee naar het schiereiland te verzenden.’

Ik knikte, maar besefte ook toen al dat Urgels lichaam nooit zou worden teruggevonden. Nog immer ligt het in het Rif, het vlees weggepikt door vogels, de botten door wilde honden verspreid in alle windrichtingen.

Het Bloed in Onze Aderen
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html
section-0111.html
section-0112.html
section-0113.html
section-0114.html
section-0115.html
section-0116.html