Uit de memoires van kolonel Augusto Santamaría del Valle

 

We gingen Igueriben verlaten. De mitrailleurs en kanonnen hadden we onklaar gemaakt, op één kanon na. Per soldaat waren er vier clips met kogels te verdelen.

Ik leidde de voorhoede, de luitenants de flanken en majoor Benítez de centrale groep, waarin de gewonden werden meegevoerd. De achterhoede zou worden gevormd door de artilleristen van kapitein De la Paz. Zij zouden de colonne een moment van dekking geven door onze laatste twaalf granaten af te vuren, om vervolgens het kanon onklaar te maken en zich bij ons aan te sluiten.

 

Veertig man had ik bij me. Ze hadden hun geweren geladen, de bajonetten gemonteerd. Schimmen waren het, halfdoden, het licht in de ogen bijna gedoofd. Bereid tot één laatste desperate actie, anderhalve kilometer door vijandig terrein om de heuvel van Izumar te bereiken.

Bij het eerste kanonschot renden we het fort uit. We werden opgewacht. Tien seconden later was onze eerste soldaat reeds dodelijk getroffen. We knielden vijftig meter buiten het kamp en schoten terug. De luitenants volgden direct met hun secties. Links en rechts van ons stelden ze zich op. We concentreerden het vuur op de rebellen recht voor ons, in de hoop een doorbraak te kunnen forceren.

Ook de groep van Benítez kwam naar buiten. Ze hadden vijfendertig gewonden bij zich en konden niet zo snel voortgang maken als wij. Bij de toegang tot het kamp bleven ze steken. Zeven kanonschoten telde ik inmiddels.

De Moren voor ons begonnen te bezwijken onder onze druk en maakten dat ze wegkwamen uit onze vuurlinie. Ik gaf het bevel verder op te rukken. De secties van Casado, Amores en Galán voegden zich bij de mijne en gezamenlijk wonnen we terrein. Zeker een kwart van onze troepen was inmiddels gevallen.

Het twaalfde kanonschot klonk. De mannen van De la Paz kwamen het fort uit en raakten verwikkeld in een man-tegen-mangevecht met rebellen die het kamp waren binnengedrongen.

We waren bijna door onze kogels heen. Ik laadde de laatste clip in mijn geweer. Een vluchtende rebel trof ik in zijn rug.

Een sprankje hoop: de regulares uit Annual hadden onze uitbraak gezien en mengden zich in de strijd. Ze schoven dichter naar de rebellen, die nu hun aandacht en hun vuur moesten verdelen tussen twee fronten. De afstand die ons restte naar Izumar werd kleiner, maar onze verliezen namen snel toe. Naast me lag een van mijn sergeants dood te bloeden. Hij probeerde iets te zeggen: hij bewoog zijn lippen, maar was niet in staat klanken te vormen.

Mijn laatste kogel verspilde ik in een nerveus en slecht gemikt schot. Ik rolde de sergeant op zijn rug en doorzocht zijn zakken op zoek naar patroonhulzen. Eén clip had hij nog. Ik drukte deze in mijn Mauser en schoot op een lange Riffijn die met een shawl zijn neus en mond bedekte. De eerste vier kogels misten, de vijfde trof hem. Hij liet zijn geweer uit handen vallen en viel voorover.

Geen kogels meer. Niemand van ons had kogels meer.

‘Op drie!’ schreeuwde ik.

‘Op drie!’ herhaalde luitenant Casado. Luitenant Galán was dood en Amores zag ik nergens.

‘Eén!’ Ik keek om me heen of mijn soldaten het bevel hadden begrepen. Tussen de dode lijken knikten de levende lijken me toe. Ze controleerden of hun bajonetten goed vastzaten.

‘Twee!’

Achter ons was het gevecht van de laatste twee groepen verworden tot een executie van onze soldaten. Benítez en De la Paz waren dood. Dekking in de rug hadden we niet meer. We konden alleen nog naar voren.

‘Drie!’

Met de overlevenden uit de voorste drie groepen kwamen we overeind. De bajonet voor ons uit gestoken stormden we de heuvel van Igueriben af, recht op de rebellen af. We overvielen hen. Ze schrokken en waren niet in staat op tijd te reageren. Schreeuwend als halve wilden ramden wij ons in hun linie.

Ik zag een dikke oude Moor, die trillend met zijn Remington naar mij wees. Zijn schot schampte langs mijn bovenarm. Zonder een seconde te twijfelen, vloog ik op hem af, stootte mijn bajonet diep in zijn maag, draaide het rond en trok het weer terug. Met een tweede stoot viel de Moor achterover in een greppel. Mijn bajonet bleef in hem vastzitten en ik werd meegetrokken. Ik verloor mijn evenwicht en viel boven op hem.

De greppel was ruim een meter diep. Ik pakte het nog geladen geweer van de dode Moor en stak mijn hoofd uit boven de grond. Een man of twintig was doorgebroken. Ze renden als gekken richting Annual, achternagezeten door de rebellen. Alle andere Spanjaarden lagen dood of zwaargewond op het slagveld. Ik besloot me verborgen te houden in de greppel. Ik bleef zitten, wachtte af en bad dat ik niet werd gezien.

Het gaat wat ver dit mijn geluksdag te noemen, maar de dode Riffijn had wel een halfvolle waterfles bij zich.

Het Bloed in Onze Aderen
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html
section-0111.html
section-0112.html
section-0113.html
section-0114.html
section-0115.html
section-0116.html