Serafín

 

 

 

Serafín schrikt wakker.

Het komt maar zelden voor dat hij zich dromen kan herinneren — meestal is hij ze binnen twee minuten na ontwaken alweer vergeten — maar vannacht is het anders. Deze zou hij tot in details kunnen navertellen.

Hij kruipt uit bed en loopt naar de badkamer. Zijn pyjama is doorweekt. Hij trekt het hemd uit en pakt uit de linnenkast op de gang een handdoek om zijn borst te deppen. Hij kijkt in de kleine zilveren spiegel boven de wastafel en ziet een oude man — zijn gelaat grauw, zijn ogen bloeddoorlopen. De vakbondsman heeft dringend behoefte aan een groot glas whisky. Whisky om te vergeten. Het zijn nooit de mooie dromen die hij zich kan herinneren, en deze was ronduit vreselijk. Hij ging over de vampier van de straat Ponent.

Serafín schuifelt naar zijn werkkamer, waar hij een glas en een fles uit het drankenkabinet pakt. Hij schenkt in, gaat zitten achter het bureau en zinkt weg in zijn stoel. De meisjes hebben met zijn matroesjka-poppetjes gespeeld en ze op het bureau laten staan. Met gestrekte arm veegt hij ze van het tafelblad, ze stuiteren op tegen de vloer. Hij kreeg de poppetjes in Moskou van een man die beweerde Friedrich Engels nog de hand te hebben geschud. Ze zijn niet zijn enige souvenir, de kamer staat en hangt vol met politieke trofeeën. Een foto van Serafín met Pablo Iglesias, de grondlegger van het Spaanse socialisme; een krantenknipsel over een staking die Serafín succesvol leidde; oorkondes van de vrijmetselarij (die hij vervangt door schilderijen tijdens de zeldzame gelegenheden dat er échte socialisten bij hem over de vloer komen); een tweede druk van Marx’ Das Kapital. Naast de deur van de werkkamer prijkt de ingelijste foto van een groep jonge, enthousiaste politici. Op de voorgrond poseren de republikeinen Alejandro Lerroux en Marcelino Domingo, leiders binnen de Republikeinse Unie, die later de Radicale Partij zouden oprichten. Hun ogen verraden ambitie. De twee mannen worden omringd door een schare aan bewonderaars. Schuin achter Domingo staat Serafín, een brede glimlach op zijn toen nog gladgeschoren gezicht. Zestien jaar oud is de foto, genomen in het voorjaar van 1905, toen Serafín net vijfentwintig was geworden. Vlak voor het allemaal begon.

De jongeman op de foto bestaat niet meer. Serafín kan zich niet meer inleven in de geestdrift waarmee hij destijds Lerroux volgde. Hij heeft nog slechts een vage notie van wat hem aantrok in de merkwaardige combinatie van ideologieën die deze politicus voorstond: liberalisme plus socialisme plus Spaans nationalisme. Eigenlijk was het vooral de man zelf die mensen overtuigde, en dan niet zozeer met zijn opruiende publicaties, maar vooral in levenden lijve. Zeker in die dagen wist Lerroux feilloos contact te maken met zijn publiek. Hij formuleerde makkelijk te onthouden slagzinnen, die de mensen begrepen. Met zijn toespraken kneedde hij de menigtes tot hoop of onvrede, geestdrift of woede, en soms zelfs tot actie. Weinig minder dan revolutie predikte hij. Ook was Lerroux een geziene figuur in het nachtleven van Barcelona, en dan met name in de ruwere delen van de stad, zoals de Parallel: de straat met de ranzigste cafés, gokhallen en bordelen, een doorn in het oog van de conservatieve en puriteinse regenten van de stad. Het had de staatsman de bijnaam ‘Keizer van de Parallel’ opgeleverd.

Serafíns huwelijk met Irene, de dochter van een liberaal parlementslid, weerhield hem er niet van regelmatig dezelfde gelegenheden te frequenteren. Bij voorkeur in het gezelschap van zijn goede vriend Antón, een van oorsprong Galicische dichter die in leven nog een bescheiden bekendheid genoot, maar die vijf jaar na zijn dood uit het collectieve geheugen van de maatschappij is gewist: inmiddels is het onmogelijk nog een enkel gedicht van hem terug te vinden. In een buurtcafé spraken ze steeds af en nuttigden ze vast een paar glazen wijn, om daarvandaan hun gang naar de Parallel te maken — in de hoogtijdagen wel drie- of viermaal in de week. Bijna net zo vaak was het aan Serafín om tegenwicht te bieden aan Antóns dronken, baldadige gedrag, en hem uit gevechten te houden of uit de gevangenis. De vakbondsman zou boeken kunnen volschrijven met de incidenten waar zijn kalmte en steekpenningen nakend onheil hadden afgewend: de woedende prostituee die de ogen van de dichter wilde uitkrabben, het dreigende vuistgevecht met een groep beledigde koetsiers, de politie die de dichter oppakte voor poging tot inbraak in een hoedenwinkel… de lijst was schier eindeloos. Het verraste dan ook niemand toen de dichter op een vroege winterochtend met een mes in zijn rug werd opgeveegd door de gemeentewerkers in de haven.

Hoe dan ook, de ellende begon in feite toen het duo tijdens een van hun nachtelijke escapades in een burlesk theater belandde. Hier werd een lichtvoetige versie van Carmen opgevoerd, vol banaliteiten en seksuele toespelingen, maar — tot hun beider teleurstelling — geen naakt. Een bijzondere indruk maakte een actrice die de rol vertolkte van Micaela, de verloofde van de korporaal. De jongedame was achter in de twintig, had dik zwart haar en een lichte huid, en ze straalde een zelfbewustzijn uit dat haar bijrol naar de voorgrond drong.

De dichter, die inmiddels meer alcohol had geconsumeerd dan een legerdivisie op weekendverlof, vond het nodig te participeren in de opvoering door obsceniteiten te roepen telkens wanneer deze dame het toneel op kwam of af liep. ‘Dertig peseta’s voor de aanblik van je borsten!’ schreeuwde hij tijdens de scène waarin Micaela de korporaal een brief van zijn moeder kwam brengen. Het was niet ongewoon dat het publiek zich liet horen tijdens dergelijke theatervoorstellingen, maar de dichter wist van geen ophouden. ‘Dertig peseta’s!’ herhaalde hij, midden in haar zang. Serafín werd rood van plaatsvervangende schaamte.

Gedurende een kwartier verdween ze van het toneel en hield de vriend zich rustig, maar haar volgende scène was nog niet begonnen of hij lanceerde alweer zijn inmiddels weinig originele commentaar. ‘Dertig peseta’s voor je borsten!’ schreeuwde hij een derde maal.

De acteurs op het toneel wierpen hem geërgerde blikken toe en ook uit het publiek klonken sussende, ontstemde geluiden. Serafín wist dat er nog weinig nodig was voordat een van de aanwezigen zijn geduld zou verliezen, voordat zijn metgezel een paar onaangename tikken tegen zijn dronken kop kon verwachten. Met een harde por in de zij snoerde hij daarom de dichter de mond.

Serafín nam zich voor na de voorstelling zelf bij de dame excuses te gaan maken voor het gedrag van zijn vriend.

Het Bloed in Onze Aderen
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html
section-0111.html
section-0112.html
section-0113.html
section-0114.html
section-0115.html
section-0116.html