22
Yugo Amaryl zei: 'Daar ben je weer, Dors.'
'Sorry, Yugo, dat ik je deze week twee keer lastigval. Je ziet eigenlijk niemand meer erg vaak, hè?'
Amaryl zei: 'Ik moedig de mensen niet aan bij me langs te komen, nee. Ze storen me meestal alleen maar en onderbreken mijn gedachtengang... Jij niet, Dors. Jij bent iets speciaals, jij en Hari. Er gaat geen dag voorbij waarop ik niet denk aan wat jullie beiden voor me hebben gedaan.'
Dors zwaaide met haar hand. 'Vergeet het, Yugo. Je hebt hard voor Hari gewerkt en dat onbeduidende beetje hulp dat we je hebben geboden heb je allang dubbel en dwars terugbetaald. Hoe gaat het met het Project? Hari praat er nooit over... niet met mij althans.'
Amaryls gezicht klaarde op en zijn hele lichaam scheen tot leven te komen. 'Goed, goed. Het is moeilijk om erover te praten zonder er wiskunde bij te halen, maar de vooruitgang die we de afgelopen twee jaar hebben geboekt is opmerkelijk. Meer dan in al die tijd daarvóór. Het lijkt erop dat nadat we steeds maar door zijn blijven zwoegen, er eindelijk schot in de zaak begint te komen.'
'Ik heb gehoord dat de nieuwe formules die door doctor Elar zijn uitgewerkt daartoe hebben bijgedragen.'
'De a-chaotische formules? Ja, enorm.'
'En de elektrozuiveraar is ook behulpzaam geweest. Ik heb met de vrouw gesproken die hem heeft gebouwd.'
'Cinda Monay?'
'Ja.'
'Een heel intelligente vrouw. We mogen blij met haar zijn.'
'Zeg eens, Yugo... Jij werkt vrijwel continu aan de primaire radiant, is het niet?'
'Ik bestudeer hem min of meer continu, ja.'
'En je bestudeert hem met de elektrozuiveraar?'
'Zeker.'
'Heb je er nooit aan gedacht vakantie te nemen, Yugo?'
Amaryl keek haar met een dommige blik aan en knipperde traag met zijn ogen. 'Vakantie?'
'Ja. Je zult het woord wel kennen. Je weet wat vakantie is.'
'Waarom zou ik vakantie nemen?'
'Omdat je volgens mij vreselijk moe bent.'
'Een beetje, zo nu en dan. Maar ik wil mijn werk niet achterlaten.'
'Ben je nu vermoeider dan vroeger?'
'Een beetje. Ik word ouder, Dors.'
'Je bent nog maar negenenveertig.'
'Dat is toch ouder dan ik ooit ben geweest.'
'Nou, laat maar. Zeg eens, Yugo, om even op een ander onderwerp over te gaan: hoe doet Hari het op het werk? Je bent al zo lang met hem samen, dat niemand hem beter kent dan jij. Zelfs ik niet. Althans voor zover het zijn werk betreft.'
'Hij doet het heel goed, Dors. Ik zie geen verandering in hem. Hij heeft nog steeds de snelste en kwiekste hersenen van iedereen hier. De leeftijd heeft geen invloed op hem... tot nu toe althans niet.'
'Fijn dat te horen. Ik ben bang dat hij zichzelf niet zo hoog aanslaat als jij. Hij kan zijn leeftijd niet goed verwerken. Het kostte ons veel moeite om hem onlangs zijn verjaardag te laten vieren. Ben je trouwens op het feest geweest? Ik heb je niet gezien.'
'Ik ben er even geweest. Maar, weet je, ik voel me niet zo thuis op zulke feesten.'
'Denk je dat Hari aan het aftakelen is? Ik bedoel niet zijn geestelijke briljantheid. Ik bedoel zijn fysieke capaciteiten. Denk je dat hij moe wordt, te moe om zijn verantwoordelijkheden te kunnen dragen?'
Amaryl keek haar verbaasd aan. 'Daar heb ik nooit bij stilgestaan. Ik kan me niet voorstellen dat hij moe wordt.'
'Toch is dat misschien zo. Ik denk dat hij er zo nu en dan toe geneigd is om zijn functie op te geven en de taak aan een jongere man over te dragen.'
Amaryl leunde achterover in zijn stoel en legde de grafische schrijfstift neer waarmee hij had zitten spelen sinds Dors binnen was gekomen. 'Wat! Dat is belachelijk. Onmogelijk!'
'Weet je dat zeker?'
'Beslist. Hij zou nooit over zoiets denken zonder er met mij over te praten. En dat is niet gebeurd.'
'Wees redelijk, Yugo. Hari is doodmoe. Hij probeert het niet te laten merken, maar hij is het wel. Stel dat hij besluit met pensioen te gaan? Wat zou er van het Project terechtkomen? Wat zou er van de psychohistorie terechtkomen?'
Amaryls ogen vernauwden zich. 'Maak je een grapje, Dors?'
'Nee, ik probeer gewoon in de toekomst te kijken.'
'Als Hari zich terugtrekt, zal ik hem wel opvolgen. Hij en ik werkten al jarenlang aan het Project voordat er iemand bij kwam. Hij en ik. Niemand anders. Behalve hij is er niemand die het Project zo goed kent als ik. Het verbaast me dat je er niet zondermeer vanuit gaat dat ik hem opvolg, Dors.'
Dors zei: 'Ik twijfel er niet aan dat jij de logische opvolger bent, noch twijfelt iemand anders daaraan, maar wil je het wel worden? Je weet misschien alles over psychohistorie, maar wil je jezelf in de politiek en de complexiteiten van een groot project storten en een groot deel van je wetenschappelijke werk daarvoor in de steek laten? Eigenlijk is het juist de inspanning die het kost om alles soepel te laten verlopen, die Hari zo uitput. Kun je dat deel van het werk aan?'
'Ja, dat kan ik, en daar wil ik geen discussie over... Luister nou, Dors. Ben je hierheen gekomen om me te vertellen dat Hari me wil passeren?'
Dors zei: 'Zeker niet! Hoe kun je dat van Hari denken! Heb je ooit meegemaakt dat hij zich tegen een vriend keert?'
'Goed dan, laten we erover ophouden. Echt, Dors, als je het niet erg vindt wil ik nu weer aan de slag.' Abrupt draaide hij zich bij haar vandaan en boog zich weer over zijn werk.
'Natuurlijk. Ik was niet van plan om zoveel van je tijd in beslag te nemen.'
Dors vertrok met gefronst voorhoofd.