5
Het eerste dat Raych zich, nadat hij uit zijn door desperaat veroorzaakte beproeving bijkwam, duidelijk bewust werd, was dat hij werd geschoren.
Hij voelde het vibroscheermes over zijn wang glijden en zwak zei hij: 'Scheer niets in de buurt van mijn bovenlip weg, kapper. Ik wil mijn snor terug.'
De kapper, die al instructies van Seldon had gekregen, hield een spiegel op om hem gerust te stellen.
Dors Venabili, die naast zijn bed zat, zei: 'Laat hem zijn werk doen, Raych. Wind je niet op.'
Even richtte Raych zijn ogen op haar en toen was hij stil. Toen de kapper was vertrokken, vroeg Dors: 'Hoe voel je je?'
'Waardeloos,' mompelde hij. 'Ik voel me zo neerslachtig. Daar kan ik niet tegen.'
'Dat is nog een nawerking van de desperaat die je toegediend hebt gekregen. Dat ebt langzaam weg.'
'Ik kan het niet geloven. Hoe lang is het geleden?'
'Denk daar niet aan. Het kost tijd. Je zat er boordevol mee.'
Hij keek rusteloos rond. 'Is Manella bij me langsgeweest?'
'Die vrouw?' (Raych was er later aan gewend geraakt Dors in die woorden en met die stem over Manella te horen praten.) 'Nee. Je bent nog niet fit genoeg voor bezoek.'
Toen ze de blik op Raych' gezicht zag, voegde Dors er snel aan toe: 'Ik ben een uitzondering, want ik ben je moeder, Raych. Waarom wil je eigenlijk dat die vrouw bij je langskomt? Je bent nog te ziek.'
'Reden te meer om haar te zien,' mompelde Raych. 'Ik wil dat ze me op mijn slechtst ziet.' Daarna draaide hij zich ontmoedigd op een zij. 'Ik wil slapen.'
Dors Venabili schudde haar hoofd. Later op die dag zei ze tegen Seldon: 'Ik weet niet wat we met Raych aan moeten, Hari. Hij is heel onredelijk.'
Seldon zei: 'Hij is ziek, Dors. Geef hem een kans.'
'Hij blijft maar over die vrouw zeuren. Hoe ze ook mag heten.'
'Manella Dubanqua. Geen moeilijke naam om te onthouden.'
'Volgens mij wil hij een huishouden met haar stichten. Met haar samenwonen. Met haar tróuwen.'
Seldon haalde zijn schouders op. 'Raych is dertig. Oud genoeg om zelf beslissingen te nemen.'
'Als zijn ouders hebben wij toch ook iets in te brengen?'
Hari zuchtte. 'Dat zul je vast al hebben gedaan, Dors. En nadat je dat deed, ging hij beslist toch weer zijn eigen weg.'
'Is dat je laatste woord? Wil je dan niets doen terwijl hij van plan is met zo'n vrouw te trouwen?'
'Wat moet ik dan doen, Dors? Manella heeft Raych' leven gered. Moet hij dat vergeten? Ze heeft trouwens ook nog eens het mijne gered.'
Dat scheen Dors alleen maar kwader te maken. Ze zei: 'En jij hebt haar ook gered. Jullie staan quitte.'
'Ik heb niet echt...'
'Natuurlijk wel. Die militaire schooiers die nu het Imperium regeren zouden haar hebben afgeslacht als jij je er niet mee had bemoeid en hun je ontslag en je steun had aangeboden, om haar te redden.'
'Zelfs als ik quitte met haar zou staan, wat ik niet vind, geldt dat niet voor Raych. En, Dors schat, ik zou maar heel voorzichtig zijn als je ongelukkige termen gebruikt om onze regering te beschrijven. Deze tijden zullen niet zo gemakkelijk zijn als die toen Cleon aan de macht was. Er zijn altijd informanten die doorvertellen wat ze je horen zeggen.'
'Hou daar maar over op. Ik mag die vrouw niet. Ik neem aan dat dat tenminste nog wel mag.'
'Het mag wel, zeker, maar het heeft geen zin.'
Hari keek diep in gedachten verzonken naar de grond. De meestal peilloos zwarte ogen van Dors flitsten nu echt van woede. Hari keek op. 'Wat ik wil weten, Dors, is waarom? Waarom heb je zo de pest aan Manella? Ze heeft onze levens gered. Als zij niet zo snel had opgetreden, waren Raych en ik dood geweest.'
Dors snauwde terug: 'Ja, Hari. Dat weet ik beter dan wie ook. En als ze er niet was geweest, had ik niets kunnen doen om de moord op jou te voorkomen. Je vindt zeker dat ik dankbaar moet zijn. Maar elke keer als ik naar die vrouw kijk, word ik aan mijn falen herinnerd. Ik weet dat die gevoelens niet echt redelijk zijn... maar het is gewoon zo en ik kan er niets aan doen. Vraag me dus niet haar aardig te vinden, Hari. Dat kan ik niet.'
Maar de volgende dag moest zelfs Dors het opgeven toen de dokter zei: 'Uw zoon wil een vrouw met de naam Manella spreken.'
'Hij is te zwak om visite te ontvangen,' snauwde Dors.
'Integendeel. Hij doet het heel goed. Hij staat er trouwens op en dat is heel inspannend. Ik denk niet dat het verstandig is het hem te weigeren.'
Dus haalden ze Manella, die over-hartelijk en met het eerste vage spoortje van plezier sinds hij in het ziekenhuis lag, door Raych werd begroet.
Hij maakte een onmiskenbaar gebaar waarmee hij Dors wegstuurde. Met strak op elkaar geperste lippen vertrok ze.
En de dag kwam waarop Raych zei: 'Ze wil me hebben, mam.'
Dors zei: 'Dacht je dat ik verrast zou zijn, rare? Natuurlijk wil ze je hebben. Je bent haar enige kans, nu ze uit de gratie ligt en uit de beveiligingsdienst is gezet...'
Raych zei: 'Mam, als je me kwijt wilt, moet je vooral zo doorgaan. Zulke dingen moet je niet zeggen.'
'Ik denk alleen aan je welzijn.'
'Ik denk aan mijn eigen welzijn, dank je. Niemand hoeft zich aan me op te trekken, als je dat mocht denken. Echt knap ben ik niet. Ik ben klein. Papa is geen premier meer en ik praat zo plat als wat. Wat heb ik te bieden waar ze trots op kan zijn? Ze kan veel beter krijgen, maar ze wil mij. En laat ik je dit zeggen: ik wil haar.'
'Maar je weet wat ze is.'
'Natuurlijk weet ik wat ze is. Ze is een vrouw die van me houdt. Ze is de vrouw van wie ik houd. Dat is ze.'
'En wat was ze voordat je verliefd op haar werd? Je weet wat ze moest doen toen ze als geheim agente in Wye was... Jij was een van haar "opdrachten". Hoeveel anderen zijn er geweest? Kun je met haar verleden leven? Met wat ze in naam van haar werk deed? Nu kun je het je veroorloven idealistisch te zijn. Maar eens krijg je je eerste ruzie met haar... of je tweede, of je negentiende... en dan geef je eraan toe en zegt: "Vuile h...!'"
Kwaad gilde Raych: 'Zeg dat niet! Als we ruzie hebben noem ik haar onredelijk, irrationeel, een zeur, een pestkop, onattent... een miljoen dingen die ik kan gebruiken. En zij zal ook scheldwoorden voor mij vinden. Maar dat zullen allemaal verstandige woorden zijn die kunnen worden teruggetrokken als de ruzie voorbij is.'
'Dat denk je... Wacht maar tot het zover is.'
Raych was bleek geworden. Hij zei: 'Mama, je bent nu al bijna twintig jaar met papa samen. Het is moeilijk om het met papa oneens te zijn, maar soms hebben jullie toch ruzie gehad. Ik heb jullie gehoord. Heeft hij je in al die twintig jaar ooit voor iets uitgescholden dat op de een of andere manier je rol als mens betrof? En heb ik dat ooit gedaan? En denk je dat ik het nu wel zou doen... hoe kwaad ik ook word?'
Dors vocht met zichzelf. Haar gezicht toonde geen emoties op de manier zoals Raych of zelfs Seldon ze zou tonen, maar het was duidelijk dat ze even niet in staat was om iets te zeggen.
'In feite,' zei Raych, die zijn voordeel uitbuitte, hoe erg hij het ook vond, 'gaat het erom dat je jaloers bent dat Manella papa's leven heeft gered. Jij mag de enige zijn die dat doet. Nou, die kans had je niet. Had je liever gehad dat Manella Andorin niet had neergeschoten en dat papa dood was geweest? En ik ook?'
Met verstikte stem zei Dors: 'Hij stond erop alleen naar buiten te gaan om de tuinmannen te verwelkomen. Ik mocht niet mee van hem.'
'Maar dat was niet Manella's schuld.'
'Wil je daarom met haar trouwen? Uit dankbaarheid?'
'Nee. Uit liefde.'
En zo gebeurde het. Maar na de ceremonie zei Manella tegen Raych: 'Je moeder was bij de bruiloft aanwezig omdat je erop stond, Raych, maar ze zag eruit als zo'n onweerswolk die ze soms onder de koepel door laten zeilen.'
Raych lachte. 'Ze heeft het gezicht niet van een onweerswolk. Je verbeeldt het je maar.'
'Helemaal niet. Hoe kunnen we haar ooit zo ver krijgen dat ze ons een kans geeft?'
'We moeten gewoon geduld hebben. Ze komt er wel overheen.'
Maar Dors Venabili kwam er niet overheen.
Twee jaar na de bruiloft werd Wanda geboren. Dors' houding ten opzichte van het kind was meer dan Raych en Manella hadden durven hopen, maar Wanda's moeder bleef 'die vrouw' voor Raych' moeder.