4
Er viel weer een korte stilte, maar alleen omdat gedachten geen geluid maken. Die van Seldon waren druk genoeg.
Ja, het was waar. Zijn vrouw scheen griezelig veel over robots te weten. Hari had zich hier in de loop van de jaren zo vaak over verwonderd, dat hij het uiteindelijk had opgegeven en het feit achterin zijn geest had opgeborgen. Als Eto Demerzel - een robot - er niet was geweest, zou Hari Dors nooit hebben ontmoet. Want Dors werkte voor Demerzel. Het was Demerzel geweest die Dors acht jaar geleden aan Hari's zaak had 'toegewezen' om hem gedurende zijn vlucht door de verschillende sectoren van Trantor te beschermen. Zelfs nu ze zijn vrouw was, zijn levensgezellin, zijn 'betere helft', verbaasde Hari zich zo nu en dan over de vreemde band die Dors met de robot Demerzel had. Dat was het enige deel van Dors' leven waarin Hari echt niet thuishoorde noch welkom was. En dat bracht de pijnlijkste vraag van alle naar voren: bleef Dors uit gehoorzaamheid aan Demerzel bij Hari of bleef ze uit liefde bij hem? Hij wilde het laatste geloven, maar toch...
Zijn leven met Dors Venabili was gelukkig geweest, maar daar zat een prijs aan vast, en een voorwaarde. De voorwaarde was het strengst, want die was niet opgesteld door erover te praten en tot een overeenkomst te komen maar door een wederzijds, onuitgesproken begrip.
Seldon wist dat hij in Dors alles had gevonden wat hij in een vrouw had willen vinden. Het was waar dat hij geen kinderen had, maar dat had hij ook niet verwacht, noch, om de waarheid te zeggen, had hij graag kinderen gewild. Hij had Raych, die emotioneel gezien een even goede zoon voor hem was als wanneer hij de complete Seldoniaanse genenpoel zou hebben geërfd. Misschien nog wel meer.
Alleen al het feit dat Dors hem aan de kwestie deed denken verbrak de overeenkomst die hun al die jaren rust en troost had verschaft en hij voelde een vage, maar groeiende wrevel opkomen.
Maar hij verjoeg die gedachten en vragen weer. Hij had geleerd haar rol als zijn beschermer te accepteren en zou dat blijven doen. Hij was tenslotte degene met wie ze een huis, een tafel en een bed deelde, niet Eto Demerzel.
Dors' stem rukte hem terug uit zijn overpeinzingen.
'Ik vroeg: heb je er de pest in, Hari?'
Hij schrok, want in haar stem klonk het geluid van herhaling en hij besefte dat hij steeds dieper bij haar vandaan in zijn geest was weggezakt. 'Het spijt me, schat. Ik heb er niet de pest in. Niet bewust. Ik vraag me alleen af hoe ik op jouw woorden zou moeten reageren.'
'Op wat ik over robots zei?' Ze scheen er vrij kalm onder te zijn.
'Je zei dat ik niet zoveel erover weet als jij. Wat moet ik daarop antwoorden?' Hij pauzeerde en voegde er toen zachtjes aan toe, wetend dat hij een risico nam: 'Zonder je boos te maken, tenminste.'
'Ik zei niet dat je niets over robots weet. Als je mijn woorden herhaalt doe het dan goed. Ik zei dat je robots niet begrijpt. Je weet er vast heel veel over, misschien meer dan ik, maar weten hoeft nog niet te betekenen dat je ze begrijpt.'
'Nu praat je om me te plagen met opzet in paradoxen, Dors. Een paradox ontstaat alleen uit een dubbelzinnigheid die ofwel onbewust of juist opzettelijk misleidt. Dat aspect van de wetenschap bevalt me niet, net zo min als ik er in zo'n luchtig gesprek als dit over wil praten, tenzij het grappig is bedoeld, wat volgens mij nu niet zo is.'
Dors lachte op haar speciale manier: zacht, bijna alsof plezier te kostbaar is om al te vrij te delen. 'Kennelijk heeft de paradox je zo geërgerd, dat je gewichtig gaat doen, en als je gewichtig doet, ben je altijd grappig. Maar ik zal het uitleggen. Het is niet mijn bedoeling je te ergeren.' Ze pakte zijn hand en klopte er zacht op, waardoor Seldon tot zijn verbazing (en lichte schaamte) merkte dat hij zijn hand tot een vuist had gebald.
Dors zei: 'Je praat veel over psychohistorie. Tegen mij in elk geval. Wist je dat?'
Seldon schraapte zijn keel. 'Wat dat betreft geef ik me over aan jouw genade. Het project is geheim, maar dat is er inherent aan. Psychohistorie werkt alleen als de mensen op wie het betrekking heeft er niets vanaf weten, zodat ik er alleen met Yugo en jou over kan praten. Voor Yugo is het allemaal intuïtie. Hij is briljant, maar hij is er zo erg toe geneigd blindelings in het diepe te springen, dat ik degene moet zijn die voorzichtig is en hem steeds terugtrek. Maar ik heb ook mijn wilde ideeën en het doet me goed om ze hardop te kunnen horen, zelfs' - en hij glimlachte - 'als ik vrij goed merk dat jij geen woord van wat ik zeg begrijpt.'
'Ik weet dat ik je klankbord ben en dat vind ik niet erg. Dat vind ik écht niet erg, Hari, dus begin maar geen manieren te zoeken om je gedrag te veranderen. Natuurlijk begrijp ik je mathematica niet. Ik ben slechts een historicus en zelfs geen wetenschapshistoricus. De invloed van economische veranderingen op politieke ontwikkelingen, daar houd ik me op dit moment mee bezig...'
'Ja, en ik ben jóuw klankbord daarvoor, of was je dat niet opgevallen? Als het zover is, heb ik je nodig voor de psychohistorie. Daarom denk ik dat je van onmisbare waarde voor me bent.'
'Mooi! Nu we hebben bepaald waarom je bij me blijft - ik wist dat het niet om mijn etherische schoonheid was - laat me je dan vertellen dat zo nu en dan, wanneer je verhalen afdwalen van de zuiver mathematische aspecten, het erop lijkt dat ik je kan volgen. Verschillende keren heb je me uitgelegd wat je verstaat onder wat je de "noodzaak tot minimaliseren" noemt. Ik geloof dat ik dat wel kan begrijpen. Je bedoelt ermee...'
'Ik weet wat ik ermee bedoel.'
Dors keek gekwetst. 'Niet zo hooghartig graag, Hari. Ik probeer het niet aan jou uit te leggen maar ik wil het mezelf uitleggen. Je zegt dat je mijn klankbord bent, dus gedraag je dan zo. Het mes snijdt aan twee kanten. Eerlijk is eerlijk, niet?'
'Eerlijk ja, maar als je me van hooghartigheid beschuldigt wanneer ik één klein...'
'Genoeg! Hou je mond! Je hebt me verteld dat minimalisatie in de toegepaste psychohistorie van het grootste belang is, waarbij het de kunst is een ongewenste ontwikkeling in een gewenste te proberen te veranderen, of in elk geval een minder ongewenste. Je zei dat de verandering die moet worden aangebracht zo klein, zo minimaal mogelijk moet zijn...'
'Ja,' zei Seldon enthousiast, 'dat is omdat...'
'Néé, Hari. Ìk probeer het uit te leggen. We weten allebei dat jij het wel weet. Minimalisatie moet worden toegepast omdat elke verandering, welke dan ook, talloze neveneffecten heeft die niet altijd kunnen worden toegestaan. Als de verandering te groot is en er te veel neveneffecten optreden, staat vast dat de uitkomst veel verder van het beoogde doel vandaan komt te liggen en dat die volkomen onvoorspelbaar wordt.'
'Goed,' zei Seldon. 'Dat is de kern van een chaotisch effect. Het probleem is of elke verandering klein genoeg is om de gevolgen redelijk voorspelbaar te houden of dat de menselijke geschiedenis in elk opzicht onontkoombaar en onveranderlijk chaotisch is. Dat was de reden waarom ik in het begin dacht dat psychohistorie niet...'
'Ik weet het, maar je laat me niet uitpraten. Het gaat er niet om of elke verandering klein genoeg zou zijn. Het gaat erom dat elke verandering die groter is dan de minimale, chaotisch is. Het vereiste minimum kan wel nul zijn, maar als het niet nul is, dan is het nog steeds heel klein... en het zou een groot probleem kunnen worden om een verandering te vinden die klein genoeg is en toch duidelijk groter dan nul. Nou, volgens mij bedoel je dat met de noodzaak tot minimalisatie.'
'Min of meer,' zei Seldon. 'Zoals altijd wordt de kwestie compacter en strakker beschreven wanneer je wiskundige modellen gebruikt. Zoals...'
'Spaar me,' zei Dors. 'Omdat je vanuit de psychohistorie hiermee bekend bent, Hari, zou je ook Demerzels probleem moeten begrijpen. Je beschikt over de kennis, maar niet over het begrip, want kennelijk komt het niet bij je op om de regels van de psychohistorie toe te passen op de wetten van de robotica.'
Waarop Seldon vaag antwoordde: 'Nu begrijp ik niet wat je in vredesnaam bedoelt.'
'Voor hem geldt toch ook minimalisatie, Hari? Volgens de eerste wet van de robotica kan een robot een menselijk wezen geen kwaad doen. Dat is de belangrijkste regel voor een normale robot. Maar Demerzel is iets heel speciaals en voor hem geldt de Nulwet, die zelfs boven de eerste wet geldt. De Nulwet bepaalt dat een robot de mensheid als geheel geen kwaad mag berokkenen. Maar dat plaatst Demerzel in hetzelfde kader als waarin jij werkt wanneer je met de psychohistorie bezig bent. Begrijp je dat?'
'Ik begin het te begrijpen.'
'Ik hoop het. Als Demerzel in staat is om geesten te veranderen, moet hij dat doen zonder neveneffecten te veroorzaken die hij niet wenst. En omdat hij de premier van de keizer is, zijn de neveneffecten waarover hij zich druk moet maken talloos.'
'En wat heeft dat met de huidige zaak te maken?'
'Denk na! Je kunt tegen niemand - behalve tegen mij natuurlijk - zeggen dat Demerzel een robot is, omdat hij jou zodanig heeft aangepast dat je dat niet kunt. Maar hoeveel heeft hij daarvoor moeten aanpassen? Wil je de mensen vertellen dat hij een robot is? Wil je zijn doeltreffendheid aantasten als je van hem afhankelijk bent voor bescherming, voor ondersteuning van je fondsen, voor invloed die zacht in jouw voordeel wordt uitgeoefend? Natuurlijk niet. Daarom was de verandering die hij moest aanbrengen heel klein, net genoeg om te voorkomen dat je op een moment van opwinding of onachtzaamheid je mond voorbij zou praten. Het is zo'n kleine verandering, dat er geen echte neveneffecten zijn. Zo probeert Demerzel het Imperium in het algemeen te besturen.'
'En in het geval van Joranum?'
'Dat is duidelijk een volkomen ander geval dan het jouwe. Hij is, om welke reden ook, volkomen tegen Demerzel. Dat zou Demerzel ongetwijfeld kunnen veranderen, maar het zou ten koste gaan van een aanzienlijke ontwrichting in Joranums gesteldheid, die gevolgen zou kunnen hebben die Demerzel niet kan overzien. In plaats van het risico te nemen Joranum schade te berokkenen en neveneffecten te veroorzaken die anderen en misschien de hele mensheid schade zouden berokkenen, moet hij Joranum met rust laten tot hij een kleine verandering vindt - een héél kleine verandering - die de situatie zal oplossen zonder schade aan te brengen. Daarom heeft Yugo gelijk en is Demerzel kwetsbaar.'
Seldon had geluisterd maar reageerde niet. Hij leek in gedachten verzonken te zijn. Het duurde minuten voordat hij zei: 'Als Demerzel niets aan deze zaak kan doen, moet ik het doen.'
'Als hij niets kan doen, wat kan jij dan wel doen?'
'Dat ligt anders. Ik ben niet gebonden aan de wetten der robotica. Ik hoef me niet tot het uiterste met minimalisatie bezig te houden. En om te beginnen moet ik Demerzel spreken.'
Dors keek hem enigszins bezorgd aan. 'Moet dat? Het is niet verstandig om te laten blijken dat er een connectie tussen jullie tweeën bestaat.'
'Het moment is aangebroken waarop we niet meer tot het uiterste kunnen doen alsof er geen connectie bestaat. Natuurlijk zal ik hem niet met klaroengeschal en een bekendmaking op holovisie opzoeken, maar ik móet hem spreken.'